De balans
1 / 10
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Gebouw
A
vaste activa
B
vlottende activa
C
eigen vermogen
D
Schulden
Slide 2 - Quizvraag
Schulden aan de bank
A
vaste activa
B
vlottende activa
C
eigen vermogen
D
Schulden
Slide 3 - Quizvraag
Voorraad koekjes
A
vaste activa
B
vlottende activa
C
eigen vermogen
D
Schulden
Slide 4 - Quizvraag
bestelwagen
A
vaste activa
B
vlottende activa
C
eigen vermogen
D
Schulden
Slide 5 - Quizvraag
Op je spaarrekenig staat 5000 euro.
A
vaste activa
B
vlottende activa
C
eigen vermogen
D
Schulden
Slide 6 - Quizvraag
Computer
A
vaste activa
B
vlottende activa
C
eigen vermogen
D
Schulden
Slide 7 - Quizvraag
Voor de aankoop van je gebouw leende je 300.000 euro bij de bank.
A
vaste activa
B
vlottende activa
C
eigen vermogen
D
Schulden
Slide 8 - Quizvraag
Hoe hoger de plaats op de actief zijde, hoe langer het in de onderneming blijft.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 9 - Quizvraag
De actief zijde staat aan de linkerkant van de balans
A
WAAR
B
NIET WAAR
