Het debat, les 2 Cona

Het debat, les 2 
Je weet wat de kenmerken zijn van een goed debat eruit.
Je weet dat het bij een debat draait om inhoud en de presentatie.
Je weet waar je op moet letten bij de verweerbeurten en de slotbeurt. 

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Het debat, les 2 
Je weet wat de kenmerken zijn van een goed debat eruit.
Je weet dat het bij een debat draait om inhoud en de presentatie.
Je weet waar je op moet letten bij de verweerbeurten en de slotbeurt. 

Slide 1 - Tekstslide

Kennis vorige les opfrissen....
Hoe zat het ook alweer?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het doel van het debat?
A
De tegenstanders inmaken en overtuigen!
B
Klasgenoten zoveel mogelijk laten lachen
C
De jury overtuigen en indruk maken op Cona
D
Voldoende halen

Slide 3 - Quizvraag

Hoe ga je je debat voorbereiden?
Ik ga....
A
beetje improviseren
B
Inlezen + argumenten verzinnen!
C
inzetten op de stijl, uitsmijter, frames, etc
D
Ik richt me ook op het hart!

Slide 4 - Quizvraag

Je hebt door de stress twee argumenten niet genoemd tijdens de opzetbeurt. Wat nu?
A
Kansloos nu, ik heb verloren
B
Ik noem ze tijdens de verweerbeurt.
C
Show most go on, ik blijf in mijn rol!
D
Ik win met de argumenten die ik wel heb genoemd.

Slide 5 - Quizvraag

Je opzetbeurt heeft de structuur inleiding-midden-slot en je verwerkt de volgende geschilpunten:
A
Er is (g) een probleem.
B
Dit komt (niet) door het beleid.
C
Nieuw beleid = (niet) de oplossing!
D
Beleid is prima/niet uitvoerbaar

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een label?
A
Een gekleurd woord dat laat zien hoe je over iets denkt.
B
Een kernwoord dat je argument samenvat.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een frame?
A
Musea, theater, kunst
B
linke hobby's

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een frame?
A
NSC: Nationaal Sociaal Contract
B
NSC: Nationale Sabotage Club

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een frame?
A
Klimaatdrammer
B
politicus

Slide 10 - Quizvraag

Als huiswerk hebben jullie je opzetbeurt
 gemaakt. 

(Volgende week beginnen we met debatteren!)

Controleer aan de hand van het schema
 of jullie alle geschilpunten verwerkt 
hebben.



opzetbeurt
timer
3:00

Slide 11 - Tekstslide

Ook de verweerbeurten hebben een driedeling: inleiding-midden-slot

In de volgende dia's zie je een voorbeeld hoe je een beurt op kunt bouwen volgens dit principe. 

De voorbeeldstelling luidt:
Mentale gezondheid moet een verplicht vak worden op de middelbare school.



verweerbeurten

Slide 12 - Tekstslide

Inleiding: Vertel wat je gaat vertellen: de argumenten van de tegenstander weerleggen en jullie eigen argumenten repareren en versterken. De inleiding is ook het moment om een voorbeeld te introduceren waar jij de rest van je beurt op terug kan komen (aandachtstrekker).

“Beste jury, vandaag debatteren we over de noodzaak van de invoering van het vak 'mentale gezondheid op de middelbare school'.  We hebben de tegenstanders gehoord over verantwoordelijkheid, wij hebben gesproken over hoe groot de problematiek rond mentale gezondheid is, hoeveel jongeren daarmee kampen, en hoe mentale gezondheid een voorwaarde is om te leren. Ik wil jullie nu meenemen in het leven van Marieke, een meisje van 15. Ze zit in 4 havo, haalt redelijke cijfers, scrollt vaak tot laat op haar telefoon – en lacht in de klas. Maar wat haar klasgenoten niet weten, is dat ze al maanden last heeft van paniekaanvallen. Ze weet niet wat er met haar gebeurt, durft het niet aan haar ouders te vertellen, en op school is er geen plek waar dit onderwerp serieus besproken wordt. Dat is precies waarom wij vóór deze stelling zijn.
Mentale gezondheid is , zoals we eerder noemden, geen luxe, het is een basisvoorwaarde om te kunnen leren, groeien en leven. En toch praten we er nauwelijks over op school, de plek waar jongeren een groot deel van hun tijd doorbrengen."
verweerbeurt: inleiding

Slide 13 - Tekstslide

Midden: Wat belangrijk is in het midden is dat je een duidelijk onderscheid maakt tussen het weerleggen en repareren in de tweede verweerbeurt. Dit kun je doen door te benoemen wat je gaat doen (’Ik ga nu de argumenten van de tegenstander weerleggen.’ Of ’Ik ga nu onze eigen argumenten repareren.’).
Probeer daarnaast je weerleggingen en reparaties te koppelen aan het gekozen voorbeeld. 

Bijvoorbeeld:
De tegenstanders zeggen dat ouders verantwoordelijk zijn voor de mentale gezondheid van hun kinderen. Dit argument zal ik weerleggen. Niet omdat de tegenstanders ernaast zitten. Welnee, ouders zijn ook verantwoordelijk. Maar dat neemt niet weg dat scholen eveneens verantwoordelijkheid moeten tonen. Ik neem jullie opnieuw mee naar Marieke. Marieke, dat meisje van 15, zit elke dag op school. Ze is beleefd, haalt haar cijfers, en zegt: "het gaat goed". Thuis merkt niemand iets, en in de klas is er geen moment waarop iemand vraagt: Hoe voel je je eigenlijk écht?
Juist daarom is het belangrijk dat school wél iets doet. Niet omdat school alles moet overnemen van ouders, maar omdat school de plek is waar Marieke elke dag komt. De plek waar ze misschien voor het eerst zou horen: "Je bent niet de enige. Wat je voelt is normaal. En hier leer je ermee omgaan.

verweerbeurt: midden

Slide 14 - Tekstslide

Slot: Je begint het slot met het herhalen van wat je hebt gedaan. (’In deze beurt heb ik eerst de argumenten van de tegenstander weerlegd, en heb ik onze eigen argumenten gerepareerd en versterkt.’). Ten slotte sluit je het debat flitsend af met een spetterende uitsmijter. Dit 
is jouw Iaatste kans om het voorbeeld terug te Iaten komen! Daarnaast is 
dit een mooi moment om retorische middelen of stijl te gebruiken. 



Bijvoorbeeld:
Beste jury, in deze beurt heb ik ons leerargument herhaald en het verantwoordelijkheidsargument van de tegenstanders weerlegd. Marieke heeft geen tijd om te wachten tot volwassenen het eens zijn over wie er precies verantwoordelijk is. Zij – en duizenden jongeren zoals zij – hebben nú iets nodig. En dat begint op school.
verweerbeurt: slot

Slide 15 - Tekstslide



Om een geslaagde verweerbeurt neer te zetten, moet je goed luisteren naar de tegenpartij. Wat wordt er gezegd? Hoe kunnen we hierop reageren? Ter voorbereiding op het debat heb je natuurlijk al nagedacht over de mogelijke argumenten van de tegenstanders en jouw passende reactie hierop. 


Maak gerust aantekeningen!
Laatste tip!

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide


Ook je slotbeurt heeft de driedeling als opbouw (inleiding-midden-slot). 

In je slot herhaal je wat je hebt gezegd. Zorg ervoor dat je hierbij labels gebruikt!
Ook zorg je voor een mooie uitsmijter. Het is je laatste moment om indruk te maken. 
Slotbeurt

Slide 18 - Tekstslide

Interpreteer de stelling
Waar de stelling precies over gaat, moet voor beide partijen glashelder zijn. Definitie van de stelling is noodzakelijk. Dat doen de teams in overleg. Zo voorkom je dat je in het debat langs elkaar heen praat. Bij de stelling: De overheid moet het gokken meer aan banden leggen. Moet duidelijkheid komen over: Gaat het om alle vormen van gokken? Of alleen de meest verslavende? Betekent meer aan banden leggen: verbieden of sterk reguleren? enz. De interpretatie van de stelling leidt vanzelf tot nadere definities van de termen uit de stelling.

Slide 19 - Tekstslide

Regels & afspraken
In het debatboekje (zie Classroom!) staan de regels en afspraken voor de toets, lees die goed door! Verder is het belangrijk dat je weet:
- Het debat is niet te herkansen;
- Niet voorbereiden/ongeoorloofd afwezig = 1;
- Lees ook de regeling bij ziekte goed door.
- Heb je vragen? Stel ze dan aan je docent!
- Tot slot: we nemen het debat op, de beelden zijn alleen bestemd voor je docent zelf. Opnamen worden daarna gewist.

Slide 20 - Tekstslide

Je krijgt een werkblad voor verweerbeurten.

Probeer te bedenken wat mogelijke argumenten 
tegen jullie stelling zijn en probeer die te 
weerleggen. Vul dat in op het werkblad.



Klaar? Ga verder met de voorbereiding van je debat. Lees je in en werk aan je APA-bronnenlijst! (moet je inleveren voor je debat)

aan de slag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide