4.1 De pruikentijd

4. Pruiken en revoluties
4.1 De pruikentijd

Tijdvak 7
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4. Pruiken en revoluties
4.1 De pruikentijd

Tijdvak 7

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frankrijk in de
17e eeuw

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

In deze paragraaf leer je:
  • Welke sociale verhoudingen er waren in Frankrijk
  • Hoe de verlichting zorgde voor een andere manier van denken
  • Welke kritiek er was op de samenleving

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De standenmaatschappij
De bevolking was verdeeld in standen (met name in Frankrijk)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De standenmaatschappij
De bevolking was verdeeld in standen (met name in Frankrijk)
Eerste stand
Geestelijkheid

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De standenmaatschappij
De bevolking was verdeeld in standen (met name in Frankrijk)
Eerste stand
Geestelijkheid
Tweede stand
Adel

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De standenmaatschappij
De bevolking was verdeeld in standen (met name in Frankrijk)
Eerste stand
Geestelijkheid
Tweede stand
Adel
Derde stand
De rest (handelaren, boeren, arbeiders)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De standenmaatschappij
De standenmaatschappij was oneerlijk. Eerste twee standen hadden privileges (voorrechten)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De standenmaatschappij
De standenmaatschappij was oneerlijk. Eerste twee standen hadden privileges (voorrechten)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg de afbeelding uit

Wie zie je?

Wat is de boodschap van de maker?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verlichting
In de wetenschappelijke revolutie gingen mensen logisch denken
Op die manier konden ze ook naar de samenleving kijken
Mensen zeiden dat je met rationeel denken alles kon verklaren
Deze manier van denken noemen we de verlichting
Met het verstand (de rede)

Slide 11 - Tekstslide

Wat werd er anders?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kritiek op de standenmaatschappij
Volgens verlichte denkers waren alle mensen van nature gelijk
Daarom moesten er mensenrechten komen
En een rechtstaat

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

John Locke
Een koning krijgt zijn macht niet van god, maar van het volk

Als de koning zijn macht misbruikt mag het volk hem afzetten

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Montesquieu
Absolutisme leidt tot onderdrukking
Het gezag moet gescheiden zijn over drie machten (driemachtenleer)
- Wetgevende macht
- Uitvoerende macht
- Rechterlijke macht

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mensen hadden veel wetenschappelijke ontdekkingen en uitvindingen gedaan
A
Oorzaak van de verlichting
B
Gevolg van de verlichting

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mensen kregen andere ideeën over godsdienst
A
Oorzaak van de verlichting
B
Gevolg van de verlichting

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de uitspraken in de juiste kolom
Een idee vóór de verlichting
Een idee van de verlichte denkers
Alle gebeurtenissen in het leven kun je logisch uitleggen
In Frankrijk moet iedereen een katholiek zijn
God regelt alles wat in het leven van mensen gebeurt
In Frankrijk moeten mensen zelf bepalen wat ze geloven

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waren de verlichters hier voor of tegen?
Verlichters zijn voor
Verlichters zijn tegen
Vrijheid van meningsuiting
Gelijke rechten voor iedereen
Vrijheid van godssdienst
Ongelijkheid

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Horen de uitspraken van absolute vorsten of verlichte denkers?
Absolute vorsten
Verlichte denkers
Als bestuurders slecht besturen, moeten ze vervangen worden
Elke staat moet een grondwet hebben
De macht moet verdeeld zijn tussen de regering, het parlement en de rechters
Een koning hoeft zijn besluiten niet uit te leggen
Iedereen moet zich aan de wet houden
Mensen hebben mensenrechten
Koningen hebben hun macht van het volk gekregen
Koningen hebben hun macht van God gekregen

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Wat: Opdracht krijg je uitgedeeld.

Klaar: Test jezelf 3.1

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De driemachten leer. (Trias Politica)
-Absolutisme

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aantekening maken:
Ontstaan van machtenscheiding

De Trias politica is door Montesqieu bedacht in de tijd van het Absolutisme, vorsten hebben alle macht om beslissingen te nemen, zonder controle en tegenspraak.
Montesqieu  wilde dat de macht in een land verdeeld zou worden in drie gescheiden  instanties, om machtsmisbruik te voorkomen.
Dit werd de uitvoerende, rechterlijke en wetgevende macht

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aantekening maken:
- Wetgevende macht: Het parlement (eerste en tweede kamer), zij maken wetten
- Uitvoerende macht: bijvoorbeeld de regering, ambtenaren en openbaar ministerie. Zij voeren wetten uit.
- Rechterlijke macht: de onafhankelijke rechters. Zij oordelen over strafbaar gedrag.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld:
  • Tweede Kamer (wetgevende macht) stemt dat mishandeilng verboden is.
  • Ministers van Justitie en Veiligheid (uitvoerende macht) moet er voor zorgen dat politie-agenten
    patrouileren, dat politie agenten paraat staan als er 112 wordt gebeld.

  • Rechters (rechterlijke macht) kunnen meerdere functies hebben: -Als iemand voor de rechter staat voor mishandeling

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van de machtenscheiding?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie vormen in Nederland de Wetgevende macht? En welke taak hoort er bij?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
a lees De verlichting op blz. 69 en 70 in je tekstboek.

b: maak opdracht 6 van H4.1 op blz. 92 van je werkboek.



Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

a: lees Kritiek op blz. 70 in je leerboek.
b: leg in eigen woorden uit wat er bedoeld wordt met mensenrechten.

c: leg in eigen woorden uit wat er bedoeld wordt met rechtstaat.

d: maak opdracht 9 van H4.1 op blz. 93 van je werkboek.

e: Over welke drie machten gaat het als we het hebben over de trias politca?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies