3. Elektriciteit in huis

3. Elektriciteit in huis
Ga rustig zitten op je plek.
Boek, pen en iPad op tafel.

Startvraag: in welk soort schakeling is de stroomsterkte op alle punten hetzelfde?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3. Elektriciteit in huis
Ga rustig zitten op je plek.
Boek, pen en iPad op tafel.

Startvraag: in welk soort schakeling is de stroomsterkte op alle punten hetzelfde?

Slide 1 - Tekstslide

Is dit een parallel- of serieschakeling?
A
Parallel
B
Serie

Slide 2 - Quizvraag

Hoe schakel je een ampèremeter (stroom) in de schakeling?
A
Zoals in schema 1
B
Zoals in schema 2

Slide 3 - Quizvraag

Een stroommeter meet hoeveel stroom er door de kring gaat - oftewel, hoeveel auto's met broodjes er langs komen.

Als je die auto's gaat tellen, ga je ook in die straat staan, en niet in een straat verderop.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe schakel je een voltmeter (spanning)?
A
Volgens schema 1
B
Volgens schema 2

Slide 5 - Quizvraag

Je meet hoeveel spanning er op een apparaat in de stroomkring staat. Oftewel, hoeveel broodjes aan dat adres worden geleverd.

Je laat de auto dan even naast de weg parkeren zodat je de broodjes kan tellen.

Slide 6 - Tekstslide

Dit gaan we leren:
Je kunt de onderdelen van een huisinstallatie benoemen vanaf de hoofdleiding in de meterkast.

Je kunt beschrijven waar de verschillend gekleurde draden in een huisinstallatie voor dienen.

Je kunt de oorzaak en de gevolgen beschrijven van kortsluiting en van overbelasting.

Slide 7 - Tekstslide

We starten bij de meterkast.
Daarin vind je:
- De kWh-meter (meet hoeveel stroom wordt verbruikt)
- Zekeringen (beschermen tegen kortsluiting/overbelasting)
- Groepsschakelaren (zetten een groep apparaten aan/uit)
- Aardlekschakelaar

Slide 8 - Tekstslide

Vanuit de meterkast lopen draden naar alle stopcontacten. Elk heeft ten minste twee draden:
- Fasedraad - is bruin, staat spanning op, brengt de stroom.
- Nuldraad - is blauw, geen spanning, voert de stroom af.
(Soms ook geel/groene aardedraad).

Slide 9 - Tekstslide

Voor bv. een lamp loopt er van het stopcontact naar de lamp een schakeldraad; daar komt alleen spanning op als je de schakelaar inschakelt.

Slide 10 - Tekstslide

Is de schakelaar hier open of dicht?
A
Open
B
Dicht

Slide 11 - Quizvraag

Gevaar in huis: kortsluiting
Koperen draad: weinig weerstand, stroom gaat makkelijk.
Apparaat: grotere weerstand, zodat er niet te veel stroom in één keer door gaat.
Als draden in stekker elkaar raken: opeens heel kleine weerstand, heel grote stroom -> zekering schakelt de stroom uit.

Slide 12 - Tekstslide

Gevaar in huis: overbelasting
Een groep in huis (met een aantal apparaten) kan een maximum van 16 ampère stroom hebben.

Staan er te veel (grote) apparaten op, dan schakelt de groep zichzelf uit.

Daardoor bv.: niet tegelijk wasmachine én droger aan.

Slide 13 - Tekstslide

Dit hebben we geleerd:
Je kan de onderdelen van de huisinstallatie benoemen (kWh-meter, zekeringen, groepsschakelaar, aardlekschakelaar).

Je kunt beschrijven waarvoor de verschillende gekleurde draden dienen (blauw, bruin, zwart, groen/geel).

Je kunt de oorzaken en gevolgen van kortsluiting en overbelasting noemen.

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Maak: paragraaf 1.2, opdrachten 1 t/m 6 en 9.

Hoe? In je boek. Lees de theorie door als je iets niet gelijk weet.
Met wie? Je mag rustig overleggen met je buur.
Hoe lang? Tot het eind van de les, volgende week samen nakijken.
Klaar? Probeer ook de 'Extra'-opdrachten over gelijkspanning en wisselspanning.

Slide 15 - Tekstslide