T&G periode 7 les 6 ontwikkelen UHV OPDRACHT

Trainen en gezondheid
Trainen en gezondheid OPDRACHT
Periode 7
Les 6
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Trainen en GezondheidMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Trainen en gezondheid
Trainen en gezondheid OPDRACHT
Periode 7
Les 6

Slide 1 - Tekstslide

Aan de opdracht

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent capaciteit?
A
De vrijgemaakt energie per tijdseenheid
B
De totale voorraad energierijke stoffen
C
Je VO2-max
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 3 - Quizvraag

Wat is VO2-max?
A
Het vermogen om energie uit glycogeen te halen
B
De capaciteit glycogeen in je spieren
C
De maximale zuurstofopname per minuut
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 4 - Quizvraag

Als beginnende sporter verbeter je eerst:
A
Je capaciteit
B
Je vermogen
C
Je VO2-max
D
Je kleding

Slide 5 - Quizvraag

Met welke test(en) kun je de VO2-max voorspellen?
A
Astrandtest
B
Conconitest
C
Shuttlerun
D
Fibonacci test

Slide 6 - Quizvraag

Welk energiesysteem is actief bij een sprinter 100 meter?
A
Anaeroob a-lactisch
B
Anaeroob lactisch
C
Aeroob
D
Combinatie aeroob + anaeroob lactisch

Slide 7 - Quizvraag

Welk energiesysteem is actief bij een 10K schaatser?
A
Anaeroob a-lactisch
B
Anaeroob lactisch
C
Aeroob
D
Combinatie aeroob + anaeroob lactisch

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een adaptatie?
A
Een aanpassing van de kringspier
B
Een biologische aanpassing
C
Een biologische aanpassing door terugkerende belasting
D
Een upgrade door nieuwe software

Slide 9 - Quizvraag

Wat gebeurd er als je de anaerobe drempel overschrijdt?
A
Je kunt dan alleen nog maar anaerobe energie vrijmaken
B
Je kunt dan alleen nog maar aerobe energie vrijmaken
C
Je gaat verzuren
D
Door de intensiteit moet je minder vaak en oppervlakkig ademhalen

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn laboratoriumtesten?
A
Dat zijn testen die een globaal beeld geven
B
Dat zijn testen die elke trainer kan uitvoeren
C
Wetenschappelijke juiste testen
D
Dat zijn testen die in wedstrijdvormen bekeken worden

Slide 11 - Quizvraag

Welk somatotype heeft de vrouw in het midden?

Slide 12 - Open vraag


De persoon links is:
A
Endomorf
B
Mesomorf
C
Beastmorf
D
Ectomorf

Slide 13 - Quizvraag

Een normale bloeddruk is:
A
140 : 90
B
110 : 80
C
100 : 120
D
120 : 80

Slide 14 - Quizvraag

Wat houdt de ZOLADZ-test in?
A
Piepjestest, tussen 20 meter versnellen
B
12 minutenloop, waarbij je zoveel mogelijk afstand moet afleggen
C
Submaximale fietstest van 6 minuten
D
Looptest waarbij elke 6 minuten geïntensiveerd wordt

Slide 15 - Quizvraag

Wat houdt de ASTRAND-test in?
A
Piepjestest, tussen 20 meter versnellen
B
12 minutenloop, waarbij je zoveel mogelijk afstand moet afleggen
C
Submaximale fietstest van 6 minuten
D
Looptest waarbij elke 6 minuten geïntensiveerd wordt

Slide 16 - Quizvraag

Welke test is zeer geschikt voor beginners?
A
Shuttlerun
B
Coopertest
C
Astrandtest
D
Zoladztest

Slide 17 - Quizvraag

Vanaf welke leeftijd begint je VO2-max te dalen?
A
25
B
30
C
40
D
15

Slide 18 - Quizvraag

Waarom is het goed om geen verzurende activiteiten te ondernemen met jeugd?
A
Omdat ze daar niet zo goed voor getraind hebben
B
Omdat ze deze capaciteit niet kunnen aanspreken
C
Omdat ze daar geen zin in hebben
D
Omdat ze veel beter lange afstanden kunnen rennen

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel procent van de bevolking heeft een VO2-max tussen 61 en 67?
A
8%
B
0,13%
C
98%
D
0,19%

Slide 20 - Quizvraag