Wiederholung Nomen und Artikel Havo 3

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Hallo

• Wir wiederholen heute  Nomen und Artikel
  

Quiz

• Groß- und Kleinschreibung
• Männlich, weiblich, sächlich
• Nominativ und Akkusativ

Groß- und Kleinschreibung

In welke gevallen gebruik je in het Duits een hoofdletter?
1. aan het begin van de zin & bij alle zelfstandige naamwoorden
2. bij alle aardrijkskundige namen
3. het persoonlijk voornaamwoord u & het bezittelijk voornaamwoord uw
4. bij eigennamen

1. 1 & 2
2. 1&2&3&4
3. 1&2&3
4. alleen 1

Schrijf het volgende tekst op nieuw en correct op. Je moet de hoofdletters toevoegen!

hallo paula,
wie gehts es dir?ich habe viele fragen an dich.
wir sollen unsere freunde, und familie fragen was sie von feiertagen wie zum beispiel geburtstagen und weihnachten finden. Welche jahreszeit magst du am liebsten? den frühling oder den winter? wann bist du geboren? ich bin im juni geboren.
liebe grüße,
deine luise.

Männlich, weiblich, sächlich

Was ist richtig?
1. Mannelijk zijn alle woorden die biologisch mannelijk zijn.
2. Vrouwelijk zijn alle woorden die biologisch vrouwelijk zijn.
3. Vrouwelijk zijn alle woorden zelfstandige naamwoorden die eindigen op: -ung, -schaft, heit of -keit & zaaknamen die eindigen op een -e
4. Onzijdig zijn de meeste woorden waarvan het lidwoord in het Nederlands ‘het’ is & alle verkleinwoorden, dus: alle woorden die eindigen of -chen of –lein.

1. geen van de antwoorden
2. alleen 3
3. 1&2&3&4
4. 1&2

Vul het juiste lidwoord in

..... Mann

1. der
2. die
3. das

Vul het juiste lidwoord in

.... Kuh

1. der
2. die
3. das

Sleep de juiste uitleg naar het juiste geslacht

Mannelijk (der)

Vrouwelijk (die)

Onzijdig (das)

Persoon of dier (m)

Weekdagen

Maanden

Persoon of dier (v)

Eindigt op -heit, -keit

Eindigt op -ion, -ung

Eindigt op -chen, -lein

Eindigt op -schaft

Eindigt op -e (80%)

'het' woord in NL (80%)

Vul het juiste lidwoord in

.... Nase (neus)

1. der
2. die
3. das

Vul het juiste lidwoord in (der, die, das):

Wo hast du ......... Mädchen gesehen?

Vul de juiste lidwoorden in

Wir sehen uns ...... Spiel gegen ..... deutsche Mannschaft an.

1. die, der
2. das, der
3. der, das
4. das, die

Lese im Buch Seite 159  Aufgabe 10: 

Het meervoud van de zelfstandige naamwoorden

Was ist Mehrzahl von das Mädchen?

Mehrzahl von: der Mann

Mehrzahl von: das Brot

Nominativ und Akkusativ

Lese im Buch Seite 150-151  

Was stimmt? Welche Artikel gehören zum Nominativ (1e naamval)

1. der,die,das,die
2. kein, keine, kein, keine
3. welchen, welche, welches, welche
4. meinem, meiner, mein, meinen

Was stimmt? Welche Artikel gehören zum Akkusativ (4e naamval)
1. den, die, das, die
2. keinen, keine, kein, keine
3. welchen, welche,welches, welche
4. meinem, meiner, mein, meinen

1. geen van de aantwoordem is juist
2. alleen 3
3. alle
4. 1&2&4

Fertig? 

Dann mache folgende Übungen:

1. https://deutsch.lingolia.com/de/grammatik/nomen/genus/uebungen

2. https://oscarromerotalen.nl/Duits/Oefeningen/Grammatica/Geslacht-meervoud/Geslachtsregels.htm