1.2 Gedrag bestuderen

H1: Gedrag
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

H1: Gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 1.2: Gedrag bestuderen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen en begrippen 1.2
4. Je beschrijft het gebruik van een ethogram en protocol bij de studie van gedrag.

ethogram, protocol, ethologie

Slide 3 - Tekstslide

Objectief
Gedragsonderzoek is objectief: geen mening/ interpretatie.
Soms maken mensen zich schuldig aan antropomorfisme: menselijke emoties toekennen aan dieren.

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld
ONJUIST:
De hond is blij

JUIST:
De hond beweegt zijn staart 
heen en weer.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Antropomorfie
Op een nacht noteert Arjan in zijn logboek: ‘Voorzichtig nadert een olifant de bijenkast, terwijl hij zijn slurf onderzoekend heen en weer beweegt.’

Welke twee omschrijvingen van Arjan kan je antropomorf noemen?

Slide 7 - Tekstslide

Hoe omschrijf je dit gedrag objectief?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Hoe kan je in een protocol een gedragsketen ontdekken?

Slide 11 - Open vraag

Leerdoelen en begrippen 1.2 vervolg
5. Je licht toe wat een sleutelprikkel is en wat een supernormale prikkel is.

sleutelprikkel, supernormale prikkel

Slide 12 - Tekstslide

Lees 1.2:
"Sleutelprikkels en supernormale prikkels"

Slide 13 - Tekstslide

Nico Tinbergen (1907-1988)
Sleutelprikkel: een prikkel waarop altijd hetzelfde gedrag volgt.

Slide 14 - Tekstslide

EXPERIMENT PIKGEDRAG BIJ MEEUWENKUIKENS



Een Meeuw braakt voedsel op om zijn kuiken te voeden.
Dit doet de meeuw pas als het kuiken naar de rode vlek op de snavel vlek pikt.

Onderzoeksvraag: 
Is de rode snavelvlek een sleutelprikkel voor het pikgedrag van meeuwenjongen? 

Slide 15 - Tekstslide

Resultaten van het experiment met 100 kuikens
Is de rode snavelvlek een sleutelprikkel?

Slide 16 - Tekstslide

Supernormale prikkel: versterkte sleutelprikkel, leidt tot een versterkte respons

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide