Les 5: omzet, inkoopwaarde en winst

H5: Wat levert het op?
Les 5: omzet, inkoopwaarde en winst
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5: Wat levert het op?
Les 5: omzet, inkoopwaarde en winst

Slide 1 - Tekstslide

Programma
1. Bespreken opgave 21, 25, 27, 29, 47
2. Uitleg 
3. Werken aan ondernemingsplan & opgaven
4. Afsluiting & Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
  • Je weet wat afzet en omzet zijn en kunt de omzet berekenen
  • Je kunt uitleggen wat inkoopwaarde is
  • Je weet wat brutowinst is en hoe je deze berekent
  • Je kunt voorbeelden geven van bedrijfskosten
  • Je weet wat nettowinst is en hoe je deze berekent 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Omzet & Afzet
Het totaalbedrag dat je met de verkopen ontvangt, is de omzet.

Het aantal producten dat je verkocht hebt, is de afzet.

Hoe berekenen we de omzet?
Omzet = afzet x verkoopprijs

Slide 5 - Tekstslide

Inkoopwaarde en brutowinst
De producten die je wil verkopen, moet je eerst inkopen.
De totale waarde van deze inkopen, noem je de inkoopwaarde.
Als je van de omzet de inkoopwaarde afhaalt, blijft de brutowinst over.

omzet - inkoopwaarde = brutowinst

Slide 6 - Tekstslide

Bedrijfskosten
We hebben het eerder gehad over de brutowinst.
Dit is niet je uiteindelijke winst.

Je hebt nog bedrijfskosten.

Dit zijn alle kosten die een ondernemer heeft.

Kunnen jullie voorbeelden bedenken van bedrijfskosten?

Slide 7 - Tekstslide

Nettowinst
Als je de bedrijfskosten er afgehaald heb, weet je hoeveel geld je over hebt. Dat is je nettowinst.

Nettowinst = Brutowinst - bedrijfskosten

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Maak het onderdeel  financieel plan (22 t/m 27) van het ondernemingsplan

  • Maken: opgave 31, 34, 57, 59, 60, 63 

Slide 11 - Tekstslide

Herhaling
Omzet
Afzet
Bedrijfskosten
Brutowinst
Nettowinst
Inkoopwaarde

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk
  • Maak het onderdeel financieel plan (22 t/m 27) van het ondernemingsplan

  • Maken: opgave 31, 34, 57, 59, 60, 63 

Slide 13 - Tekstslide