Blaasspoeling

Blaasspoelen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Blaasspoelen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De Blaas



De blaas is een holle spier die urine kan 
opslaan en lozen. Als de blaas gevuld 
raakt, volgt de aandrang om te urineren. 

De drang tot urineren ontstaat bij de 
ene persoon sneller dan bij de andere. 

Gemiddeld treedt de aandrang op bij 
een blaasvulling van 300 tot 400 milliliter.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urethrale verblijfskatheter

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blaas of katheter spoelen?
verschillende protocollen:
Spoelen van de blaas en spoelen van de katheter lijken veel op elkaar. Toch zit er een groot verschil in het doel van de handelingen.

 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil tussen het spoelen van een katheter en blaasspoelen
Katheter spoelen:
Om de katheter doorgankelijk te houden en aanslag te voorkomen en/of verwijderen.


Spoelen gebeurt met een kleine hoeveelheid spoelvloeistof.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het doel van een blaasspoeling is het reinigen of behandelen van de blaas.
Blaasspoelen:
Om medicatie in te brengen in de blaas of stolsels en bezinksel uit de blaas te verwijderen.
Spoelen gebeurt met een ruime hoeveelheid spoelvloeistof.

Spoelvloeistof moet een periode inwerken in de blaas. Dit kan per zorgvrager verschillen


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indicaties voor blaasspoeling
  • om vlokken, gruis en/of stolsels te verwijderen

  • om met antibiotica ontstekingen te bestrijden (medicinale spoeling)

  • bij blaaskanker, om kankercellen te vernietigen of om de afweer te stimuleren (dit vindt plaats in het ziekenhuis)

Het is niet zinvol om zorgvragers met een katheter standaard te spoelen om urineweginfecties te voorkomen!



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor - en nadelen
Het inbrengen van vloeistof of medicijnen direct in de blaas kan voordelen hebben. 
Hoge concentraties van het werkzame bestanddeel kunnen op de aangedane plek lokaal inwerken. 
Daarnaast zijn er minder systemische bijwerkingen. 

Het nadeel is dat je moet katheteriseren. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blaasspoeling
Blaasspoelingen gebeuren via een eenmalig ingebrachte katheter of via een verblijfskatheter. 

Bij het spoelen van de blaas wordt via de katheter een vloeistof met een bepaalde samenstelling in de blaas gebracht.


De vloeistof verlaat de blaas na kortere of langere tijd weer via de katheter.
Het spoelen van de blaas gebeurt in opdracht van de arts.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij hoeveel milliliter urine in de blaas treedt gemiddeld aandrang op
A
100-150
B
150-250
C
300-400
D
400-500

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Open versus gesloten systeem
Er zijn twee manieren om een blaasspoeling te geven:

  • Open blaasspoeling. Een blaasspoelzakje of een blaasspuit wordt op de katheter aangesloten. De katheterzak wordt hierbij losgekoppeld.

  • Gesloten blaasspoeling. De blaasspoeling vindt plaats via de derde ingang van de blaaskatheter. De katheterzak wordt hierbij niet losgekoppeld.




Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Open systeem
Gesloten systeem

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

open spoelsysteem
Zit los van de katheter 
infectierisico 


Materiaal
blaasspuit 50 ml
  zakje 50-100 ml steriele vloeistof (Urotainer®).

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gesloten systeem
Driewegkatheter
            Continu blaasspoeling

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actieve versus passieve blaasspoeling
Actieve blaasspoeling:

Bij een actieve spoeling wordt de vloeistof onder druk ingebracht in de blaas. 

De vloeistof wordt met enige kracht in de blaas gespoten.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Problemen bij en na blaasspoelen

  • De spoelvloeistof loopt moeilijk in. Dit kan een gevolg zijn van een verstopte katheter.
  • Blaaskrampen. Vaak komt dit doordat de spoelvloeistof te koud is of te snel inloopt.



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Beschadiging van de blaaswand. Dit kan optreden als de spoelvloeistof met te veel kracht wordt ingebracht of als de spoelvloeistof prikkelt.
  • Infectie. Als je niet steriel genoeg hebt gewerkt, kunnen ziektekiemen in de blaas worden gebracht.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten
  • Spoelvloeistof op lichaamstemperatuur
  • Gesloten systeem: bijv. Suby G of Solutio R
  • Beter 2x 50 ml. dan 1x 100 ml.
  • Let op infectiegevaar

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkwijze
opdracht arts
Hygienisch werken!
desinfecteren aansluitpunt
spoelvloeistof lichaamstemperatuur
inlopen door middel van zwaartekracht 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 21 - Video

Het neerleggen van de katheter in het onsteriele bakje heeft niet de voorkeur
Is dit een gesloten of open systeem?
A
open
B
gesloten

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang ga je door met spoelen?
A
50 ml
B
tot er geen stolsel meer komen
C
2 volle spuiten

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welk doel heeft blaasspoeling?
A
katheterslang open houden
B
toedienen van medicatie
C
standaard verzorging blaaskatheter
D
verlengen levensduur katheter

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

bij een open spoelsysteem zit het spoelsysteem los van de katheter
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is de ideale temperatuur van de spoelvloeistof bij blaasspoelen
A
kamertemperatuur
B
20 graden
C
lichaamstemperatuur
D
30 graden

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

NaCL 0.9% - Solutio G - Solutio R
  • Wat is het
  • Werking
  • Hoe in te brengen
  • Inwerktijd
  • Evidend base
  • Verschil tussen actief en passief blaasspoelen





Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Solutio G
  • Voorkomen van kristallisatie van fosfaten en oplossen van
bestaande verkalking van katheter zelf
  • Licht hypotone vloeistof die minder  irritatie in de blaas veroorzaakt door toevoeging van magnesium
  • Frequentie advies: 2 a 3 x per week
  • 5 minuten in laten werken

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Solutio R
  • Hardnekkige kristallisatie waar Solutio G onvoldoende is
  • Hogere concentratie citroenzuur en gluconolacton
  • Frequentie advies: 2 a 3 x per week v
  • 5 minuten in laten werken

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wist jij dit?
Bij zorgvragers met een chronische blaasontsteking heeft spoelen met alleen fysiologisch zout of solutio G of R geen zin. Deze vloeistoffen hebben namelijk geen antibacteriële werking. Chloorhexidine is een isotone blaasspoeling en heeft deze werking wel. Deze vloeistof voorkomt dat bacteriën zich samenbundelen en verhelpt urineweginfecties.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies