H5.1

VWO 4
Intro H5 + 5.1 De renaissance
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- welk mens en wereldbeeld er ontstond in Italië.
- hoe kunstenaars de kunst van de klassieke oudheid gingen navolgen.
KA: - Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
- de hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

VWO 4
Intro H5 + 5.1 De renaissance
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- welk mens en wereldbeeld er ontstond in Italië.
- hoe kunstenaars de kunst van de klassieke oudheid gingen navolgen.
KA: - Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
- de hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid.

Slide 1 - Tekstslide

VWO 4
Intro H5

3.1
Intro
Vanaf omstreeks 1477 belandde de Nederlanden in handen van de Habsburgse dynastie.
In januari 1515 trad Karel V aan als heer der Nederlanden en in juni 1519 kozen Duitse keurvorsten hem tot keizer van het Heilige Roomse Rijk.

Karel V had een rijk groter dan het voormalig Romeinse rijk. Dit wereldrijk strekte zich uit van Amerika, Afrika tot aan grote delen van Europa.
'Rijk waar de zon nooit onder ging'.

1555 trad Karel V af en erfde zijn zoon Fillips II de Nederlanden.
Willem van Oranje had een goede band met Karel V. Hij was de hoogste edelman van de Nederlanden --> leider van de Nederlandse opstand.
 

Slide 2 - Tekstslide

VWO 4
5.1 De renaissance

3.1
Nieuw mens en wereldbeeld
Mens- en wereldbeeld in de middeleeuwen;
- Momento mori
- Wereld was door god geschapen, maar daarna in de handen van de duivel terecht gekomen.
- Mens moet zich richten op god en het hiernamaals en afwenden van de wereld.


Eva plukt een vrucht uit de boom, terwijl God dat nadrukkelijk had verboden. Ze is verleid door een slang in de boom. Adam, zittend, probeert haar nog tegen te houden. Hun edele delen gaan schuil achter bladeren.
Dat Adam zit en Eva staat zou Titiaan hebben overgenomen van een fresco van Rafaël in de Stanza della Signatura.
Het vosje achter Eva wordt wel gezien als een symbool van de duivel.
Momento Mori; gedenk te sterven

Slide 3 - Tekstslide

VWO 4
5.1 De renaissance


Nieuw mens en wereldbeeld
Mens- en wereldbeeld 15/16e eeuw Italië (elite);
- Carpe Diem; genieten van de schoonheden van de wereld.
- God heeft de aarde geschapen en heeft de mens uitverkoren om de schepping te volmaken.
- De mens moet zich niet afkeren tegen de wereld, maar het perfectioneren.
- Italiaanse elite had belangstelling voor de oudheid.

Familie de Medici; 'de godfathers van de renaissance'
Rijke, invloedrijke familie. 


Geboorte van Venus - Botticelli +/- 1485
Geboorte van de Romeinse godin van de liefde.
Volgens de mythe wordt ze geboren uit schuim. Botticelli koos voor een schelp (symbool vagina). Ze wordt door windgoden naar de kust geblazen.
Omstreeks 1400 was heel Florence geobsedeerd door de incomplete kathedraal die boven de stad uit torende. Architecten hadden een ruimte gebouwd die onmogelijk bleek te overkoepelen. Filippo Brunelleschi (1377-1446), een architect die in zijn jonge jaren de klassieke bouwwerken in Rome had bestudeerd, wist wel hoe hij dit probleem moest oplossen.
In opdracht van Cosimo de Medici.

Slide 4 - Tekstslide

VWO 4
5.1 De renaissance

3.1
Navolging van de oudheid
Italiaanse kunstenaars bestudeerden het klassieke erfgoed (ruïnes en beeldwerken). Dit probeerden ze te evenaren en perfectioneren.
--> nieuwe tijd--> renaissance (= wedergeboorte)

Tijd tussen de oudheid en de renaissance noemden ze de middeleeuwen.
Middeleeuwse kunst --> gotisch, naar de Barbaarse Goten, die Rome hadden geplunderd.
Notre Dam (Gotiek)
Gotische pietà, 14de eeuw. Het motief Maria met haar gestorven zoon werd in de gotiek sterk expressief weergegeven.

Slide 5 - Tekstslide

VWO 4
5.1 De renaissance

.
Navolging van de oudheid
Architectuur tijdens de renaissance was gebaseerd op de klassieke vormentaal.
De grote bouwmeester van de renaissance is Fillipo Brunelleschi;

- Bouw 1e koepel na de oudheid (koepel kathedraal Florence)
- Gebruikte zuilen, ronde bogen en kroonlijsten. --> ontstaan nieuwe architectuurstijl (lijkt op de oudheid, maar lichter en gracieuzer).
- Ontdekker perspectief --> hierdoor realistische, schijnbaar driedimensionale afbeeldingen.





Muurschildering Het laatste avondmaal , Leonardo da Vinci.

Renaissance bouwstijl

Slide 6 - Tekstslide

Pantheon (klassieke oudheid)
Sint Pieter uit tijd van de renaissance

Slide 7 - Tekstslide

VWO 4
5.1 De renaissance

3.1
Nieuw mens en wereldbeeld
Beeldhouwers bestudeerden;
- klassieke voorbeelden.
- anatomie, houdingen en gezichtsuitdrukkingen mensen.
--> gebeeldhouwde figuren werden mooier en volmaakter dan echt mensen.

De Kijk veranderde ook op deze ambachtslieden. Door hun idee dat ze een verbeterde versie maakten van de natuur, werden ze gezien als kunstenaars i.p.v. ambachtslieden

Piëta Maria met gestorven Christus van Michelangelo.
David, Michelangelo

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

- Salvator Mundi

- In 2017 geveild

- Twijfel of het een echte Leonardo da Vinci is...

Slide 10 - Tekstslide

VWO 4
5.1 De renaissance

3.1
Aan de slag!
Maak de opdrachten in de LessonUp.

Slide 11 - Tekstslide

Gebruik de afbeeldingen 5.2 en 2.12.
Leg uit dat de afbeelding 5.2 past bij beide kenmerkende aspecten van de paragraaf.

Slide 12 - Open vraag

Omstreeks 1500 begon een nieuw tijdperk, waarvoor drie historische begrippen worden gebruikt. Geef aan:
- welke begrippen dat zijn en
- welke verandering daarmee wordt uitgedrukt ten opzichte van de middeleeuwen.

Slide 13 - Open vraag

Gebruik afbeelding 5.5.
Leg uit hoe Michelangelo in dit beeldhouwwerk gebruik heeft gemaakt van het erfgoed van de klassieke oudheid.

Slide 14 - Open vraag

Gebruik bron 1 wb.
Leg uit bij welke van de twee kenmerkende aspecten van deze paragraaf de bron het beste past.

Slide 15 - Open vraag

Gebruik bron 1 wb.
Toon aan dat Agricola's opvatting past bij de renaissance en niet de middeleeuwen.

Slide 16 - Open vraag

Gebruik bron 1 wb.
Leg met de bron uit dat de renaissance al begonnen was vóór de tijd van ontdekkers en hervormers.

Slide 17 - Open vraag

Geef een verklaring voor het feit dat de renaissance in Italië begon.

Slide 18 - Open vraag