KI/ kunstmatige inseminatie = sperma (meestal eerst 'gewassen' en geconcentreerder) injecteren in de baarmoeder
IVF/ in-vitrofertilisatie = sperma en eicel samenbrengen in schaaltje in het lab
hormoonbehandelingen
ICSI/ intracellulaire inseminatie (sperma injecteren in eicel)
Slide 4 - Tekstslide
Zwangerschaps-behandelingen
IVF:
Onder invloed van toegediende hormonen rijpen bij de vrouw meerdere eicellen.
De eicellen worden ‘geoogst’ en overgebracht naar een petrischaal
Sperma van de man wordt toegevoegd.
Na een paar dagen worden enkele van de bevruchte eicellen teruggeplaatst in de baarmoeder.
Vraag: hoe kan de arts zien welke eicellen bevrucht zijn?
Slide 5 - Tekstslide
Zwangerschaps-
behandeling
ICSI:
Een spermacel wordt geïnjecteerd in een eicel (evt meerdere)
Na een paar dagen worden enkele van de bevruchte eicellen teruggeplaatst in de baarmoeder
Slide 6 - Tekstslide
Welk hormoon moet de vrouw extra krijgen vóór het oogsten van de eicellen?
A
Oestrogenen
B
HCG
C
LH
D
FSH
Slide 7 - Quizvraag
Welk hormoon moet de vrouw extra krijgen net voor het terugplaatsen van de zygotes?
A
Oestrogenen
B
HCG
C
LH
D
FSH
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Video
Slide 10 - Tekstslide
Meerlingen
In NL wordt meestal 1
en maximaal
2 embryo's teruggeplaatst.
Slide 11 - Tekstslide
Prenatale diagnostiek
echoscopie
vlokkentest (cellen uit placenta)
vruchtwaterpunctie (cellen van embryo)
navelstrengpunctie (bloed van embryo)
NIPT (niet invasieve prenatale test) (bloed van de moeder met foetaal DNA)
Slide 12 - Tekstslide
Echoscopie
Geluidsgolven worden gebruikt om de baby te bekijken
Kan al vrij vroeg worden gebruikt
Heel veilig voor de baby
Slide 13 - Tekstslide
Vlokkentest
Kan vanaf week 10 (baby volledig ontwikkeld)
Cellen worden uit de placenta gezogen
Cellen worden onderzocht op chromosomale afwijkingen: karyogram wordt gemaakt
Kans op miskraam
Slide 14 - Tekstslide
NIPT (Niet Invasieve Prenatale Test)
Bij een NIPT test wordt het DNA materiaal van de foetus niet uit de baarmoeder gehaald, maar uit het bloed van de moeder. In dit DNA wordt dan gezocht naar eventuele trisomieën.
Slide 15 - Tekstslide
Waarom kan men de cellen uit de placenta gebruiken bij een vlokkentest om de chromosomen van een baby te onderzoeken?
A
In de placenta zitten cellen van de moeder en die lijken op die van de baby
B
Ze zitten in dezelfde baarmoeder en hebben dus hetzelfde DNA
C
In de placenta zit bloed van de baby, met DNA van de baby
D
Ze komen uit dezelfde zygote en hebben dus hetzelfde DNA
Slide 16 - Quizvraag
Vruchtwaterpunctie
Kan vanaf 16 weken
Vruchtwater uit de baarmoeder met cellen van de baby worden opgezogen
Een karyogram wordt gemaakt om chromosomale afwijkingen te bepalen
Kans op miskraam
Slide 17 - Tekstslide
Verschil tussen testen
Slide 18 - Tekstslide
Na geboorte: hielprik
Een druppel bloed wordt genomen uit de hiel van de baby
Ernstige aandoeningen (in het DNA van de baby) kunnen zo worden aangetoond