Grammatica 5.3 Tekens bij woorden

Nederlands
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Spellingstekens
Grammatica 5.3: Tekens bij woorden




Doel:
Je gebruikt apostrofs, trema’s, accenten en weglatingsstreepjes correct.

Slide 2 - Tekstslide

Welke (spellings)tekens?
Apostof '

trema ë, ï, ü


accent: é, è, ê


weglatingsstreepje -


Slide 3 - Tekstslide

De apostrof
  • gebruik je bij meervoud en bezit, als je het woord anders verkeerd zou uitspreken.
 taxi’s, drama’s, baby’tje



  • om bezit aan te geven na een s-klank.
 Lex’ vader, Annelies’ tas

  • gebruik je bij weglating.
 ‘s avonds, s’-Hertogenbosch



  • bij afkortingen, cijfer- en letterwoorden.
 mbo’er, A4’tje, sms’en

Slide 4 - Tekstslide

Welk woord is juist gespeld?
A
Pim's moeder
B
vmbo'er
C
cafe's
D
spray's

Slide 5 - Quizvraag

Trema
  • Aangeven dat er bij die letter een nieuwe klank begint. Bijv: financiële, egoïstisch, reünie

  • Ook trema bij samengestelde telwoorden: drieëntwintig

  • Je gebruikt geen trema op woorden die uit een andere taal overgenomen zijn, waar ook geen trema gebruikt wordt. Bijvoorbeeld:
    museum
    petroleum elektricien

  • Alleen een trema als het nodig is voor de uitspraak:
Daarom geen trema op: buiig
draaiing, verfraaiing, vergroeiing
gearresteerd
beoefenen financieel

Slide 6 - Tekstslide

Goed gespeld
Fout gespeld
opticien
tweeenvijftig
beëindigen
geupload 

Slide 7 - Sleepvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
financiën
B
financien
C
financieen
D
financieën

Slide 8 - Quizvraag

Het accent
  • om aan te geven of je de klank kort of lang uitspreekt
 café, logé, enquête, scène, hé, hè



  • om de klemtoon aan te geven (accent naar rechts).
 Ik denk dat we dat juist wél moeten doen.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is er fout aan het onderstreepte woord?

Slide 10 - Tekstslide

Het weglatingsstreepje
  • gebruik je om aan te geven dat je een deel van het woord weglaat.
    voor- en nadelen, ochtend- en middagpauze, klein- en achterkleinkinderen


Slide 11 - Tekstslide

Verbeter onderstaande zin:

Tatjana s baas vraagt zijn medewerkers om een paar reele ideeen voor de bijeenkomst.

Slide 12 - Open vraag

Aan de slag

Maak deze les Gram 5.3 opdracht 1 t/m 5 of werk verder aan je betoog!

Deadline vandaag 18:00 uur

Slide 13 - Tekstslide