Pesten

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

- Voorstellen: Welkom, Naam + reden training.

Ik zal mijzelf eerst even kort voorstellen. In het kader van mijn opleiding Toegepaste Psychologie heb ik de training rondom pesten bij ouderen onderling ontworpen. Er is vanuit SVRZ vraag naar de training rondom het thema pesten waarvoor deze is ontworpen. De training zal toelichting geven vanuit theorie en ervaringen uit de praktijk van SVRZ. De training heeft als doel om jullie uit te dagen om na te denken/mee te denken over pesten bij ouderen en wat je kunt toepassen in de praktijk.

Het is voor mij de eerste keer dat ik deze training maar ook alléén een training geef, dus ik wil jullie vragen om gedurende de training ook kritisch te zijn over de inhoud van de training.  Feedback over de training inhoudelijk is voor mij wenselijk om deze waar nodig te ontwikkelen.  Op het einde van de training kom ik hier nog op terug en kunnen jullie in een evaluatie formulier aangeven welke aandachtspunten belangrijk zijn. 

Daarnaast wil ik aangeven dat als er bijzonderheden zijn dat je dat mag aangeven of je kunt mij in de pauze van de training even aanspreken. 
- Het thema van de training... 
“Voor deze workshops/les wordt de applicatie LessonUp gebruikt. Deze app download je op basis van vrijwilligheid op je eigen privé-device. Door het downloaden van de applicatie maak je het mogelijk om beperkte persoonsgegevens ( lees: jouw naam en antwoorden) uit te wisselen met de docent van SVRZ gedurende deze les. Hierop is de AVG van toepassing.”

www.svrz.nl

Slide 2 - Tekstslide

Om de training uiteindelijk samen met mijn docent te beoordelen is een video-opname nodig waarin de groep en de trainer in zicht zijn, daarom heb ik een camera geplaatst. Is er iemand die er bezwaar tegen heeft dat er wordt gefilmd? Mocht dat zo zijn, dan verplaats ik de camera alleen op mij gericht. Deze beelden worden beveiligd opgeslagen en verder niet gebruikt.

Slide 3 - Video

Voordat we gaan starten met de training beginnen we met 1 kort filmpje over het onderwerp pesten bij ouderen onderling in het verpleeghuis. 

Wat vonden jullie hiervan? Wat roept dit bij jullie op?
Wat is jullie beeld van pestgedrag bij ouderen onderling binnen het verpleeghuis?
Wie wil eens reageren op wat we hebben gezien? Wie heeft een idee van hoe je dit kunt aanpakken? 
LEERDOELEN FORMULEREN
Wat zijn jouw persoonlijke leerdoelen en verwachtingen?
  • Herkennen van pestgedrag bij ouderen
  • herkennen van verschillende vormen van pestgedrag
  • Herkennen van emotionele- en fysieke gevolgen van pestgedrag bij ouderen
  • Gevolgen van het pestgedrag bij ouderen herkennen
  • Oorzaken van pestgedrag herkennen
  • Weten hoe ik een pestsituatie moet benaderen/aanpakken
  • Interventie kunnen inzetten
  • Communicatievaardigheden met betrokkenen
  • Pestgedrag in kaart brengen
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Jullie mogen de komende 5 minuten op dit formulier noteren wat jullie leerdoelen zijn en wat jullie verwachtingen zijn voor de training. De vragen zijn opgesteld en daaronder mag je in een paar korte zinnen noteren wat voor jou belangrijk is in leerdoelen rondom dit onderwerp. 

Slide 5 - Tekstslide

- Kennismaken gekoppeld aan het thema.

Voordat we verder gaan met de training wil ik even kort kennismaken. Omdat jullie elkaar kennen gaan we de kennismaking koppelen aan het onderwerp. 
Jullie mogen zo meteen allemaal komen staan hier in het midden en een rij opstellen van ervaring binnen de ouderenzorg. We gaan kort kennismaken door jezelf even kort voor te stellen (naam, functie, hoelang ervaring) en deze vragen te betrekken bij het voorstellen (Heb je ervaring met pestgedrag bij ouderen onderling? Heb je daar concrete acties voor moeten opzetten? Heb je ervaring in het bemiddelen bij een pestsituatie op de afdeling? Wil je kort vertellen hoe deze situatie is aangepakt? 

Dus rechts is lang ervaring binnen de ouderenzorg en links is kort ervaring binnen de ouderenzorg en dan op volgorde. ***. Helemaal links, wil jij jezelf even kort voorstellen: naam, functie en locatie.  *Tot de laatste* - dank jullie wel, jullie mogen weer gaan zitten. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BIJ OUDEREN KOMT PESTEN NAUWELIJKS VOOR:
EENS
ONEENS

Slide 7 - Poll

Het verschilt natuurlijk per afdeling en instelling. Maar pesten bij ouderen onderling is zeker aanwezig. We zagen ook al eerder in het filmpje dat het bij ongeveer 1 op de 5 ouderen voorkomt en dat is aanzienlijk. In de theorie gaan we hier zo meteen dieper op in. 
Een nieuwe cliënt bezoekt een afdeling voor het eerst. Niemand van de cliënten op de afdeling wil echt een andere plaats innemen om de nieuwe cliënt ertussen plaats te laten nemen, dit is pesten.
EENS
ONEENS

Slide 8 - Poll

Het is niet direct pesten als een cliënt geen andere plaats wil innemen. Voor een nieuwe bewoner kan het wel een onprettig gevoel geven en een vervelende start. In de theorie gaan we hier dieper op in en gaan we een voorbeeldcasus zien die hierop aansluit.
Voorbeeld
'Mevrouw X is zojuist opgenomen op een PG afdeling van het verpleeghuis. Door de medewerker die haar ontvangt, wordt ze aan een tafel gezet bij twee andere dames, die eigenlijk meteen op haar beginnen te vitten. Mevrouw X kijkt verongelijkt naar de verzorgende, die haar vervolgens maar aan de grote tafel zet, bij drie andere bewoners. Nu is mevrouw X geen zondebok meer, maar ze zit er nog wel aangeslagen bij en zegt bijna niets. Als mevrouw X bij een andere mevrouw aan de tafel vraagt hoe die heet, reageert deze niet op haar vraag. Nu voelt mevrouw X zich helemaal afgewezen. Wat mevrouw X niet weet, is dat de vriendelijke mevrouw tegenover haar helemaal niet kan horen...'

Slide 9 - Tekstslide

Een voorbeeld op deze stelling is dit verhaal over een nieuwkomer op een afdeling: *rustig voorlezen*
EEN CLIËNT MAAKT NARE OPMERKINGEN NAAR EEN ANDERE CLIËNT TOE EN DIT DOET ZE WEL VAKER, HET BESTE KUN JE ER CONSTANT WAT VAN ZEGGEN, WANT DAAR LEERT ZE VAN EN DAT HOUDT HET OP.
EENS
ONEENS

Slide 10 - Poll

Er iets van zeggen is zeker noodzakelijk, niet alleen voor de persoon die de opmerkingen maakt maar ook voor het ‘slachtoffer’. Het slachtoffer heeft niet het gevoel dat hij/zij alleen staat. Of de ‘dader’ ervan leert vergt een bepaalde mate van communiceren of het inzetten van een interventie. Verderop in de training zullen we hier dieper op in gaan.  
Pesten
Pestgedrag bij ouderen onderling

Slide 11 - Tekstslide

Zoals wij allemaal weten komen veel ouderen in het verpleeghuis terecht door gezondheidsproblemen waarbij zij thuis niet de benodigde zorg kunnen krijgen of een gebrek hebben een aan een sociaal netwerk. Het is belangrijk dat cliënten die verhuizen naar een verpleeghuis in een veilige omgeving terecht komen. Het is belangrijk dat pestgedrag onder ouderen in verpleeghuizen net zoveel aandacht zou moeten krijgen als het pesten op andere gebieden (waaronder scholen, werkplekken etc.). 

Het is een belangrijk onderwerp wat meer aandacht nodig heeft. Het is iets wat vaak naar voren komt bij kinderen en op scholen, maar niet iets wat je niet snel hoort of verwacht bij ouderen. Maar je ziet en je hoort het wel. 

Wat is pestgedrag nu precies?

Ouderen die in verpleeghuizen worden gepest, spreken zich hier vaak niet over uit en isoleren zichzelf. Ouderen die gepest worden trekken zich juist vaak terug, schamen zich en kunnen te maken krijgen met een depressie. 

Vaak is er nog weinig kennis over pesten bij ouderen onderling in het verpleeghuis en in hoeverre pestgedrag onderscheden kan worden van gewoonweg sociaal minder goed afgestemd zijn op de ander, is iets wat in toekomstig onderzoek zou moeten uitwijzen. 

Het is belangrijk om kennis te krijgen over het pestgedrag en de manier waarop dit invloed heeft op de slachtoffers, om daarmee het pestgedrag te kunnen herkennen en te voorkomen. 

Slide 12 - Tekstslide

Wat is pestgedrag? Kunnen jullie dit uitleggen. *theorie*
Bij pesten sprake is van systematische psychische, en/of fysieke mishandeling van één onschuldig iemand die zichzelf niet kan verdedigen door één of meer anderen. Het gevolg van pesten is dat het een negatieve impact heeft op het slachtoffer en op de omgeving.

Welke vormen van pesten zijn er? Kunnen jullie voorbeeld opnoemen van vormen van pesten? *theorie*
- Fysiek pesten: maakt direct gebruik van fysiek geweld. Bij ouderen kunnen je bijvoorbeeld denken aan: Suiker buiten bereik zetten voor de medebewoner die rolstoel gebonden is. Of een stok tussen de wielen van een rolstoel steken.
- Verbaal pesten: door het gebruik van woorden. Bijvoorbeeld door te snauwen.
- Relationeel pesten: Betrekt anderen erbij en krijgt de omgeving zover om het slachtoffer buiten te sluiten.  Bijvoorbeeld: Met de ogen rollen als iemand iets zegt.
- Reactioneel pesten: Zij zetten anderen aan om te vechten, doen dit vervolgens terug en zeggen dan dat het zelfverdediging was.

En wat is het verschil tussen pesten en plagen? *theorie*
Het onderscheid tussen pesten en plagen is dat pesten structureel is en plagen incidenteel. Bij plagen is het belangrijk om te realiseren dat de beleving van beide personen vaak positief is (een grap kan altijd verkeerd vallen natuurlijk), maar dit is vaak niet de bedoeling. De intentie bij plagen is anders. Bij pesten is de beleving anders. Iemand die gepest wordt ervaart een negatieve beleving door het gedrag van de dader.

Tekst

Slide 13 - Tekstslide

Pesten heeft negatieve gevolgen voor het slachtoffer.. Wat zijn de gevolgen van pesten bij ouderen denken jullie? / 
Pesten heeft gevolgen voor de emotionele- en psychische gemoedstoestand van slachtoffers. Slachtoffer kunnen te maken krijgen met het optreden van angstige gevoelens, spanning, depressieve gevoelens, (chronisch) wantrouwen in anderen (voelen zich minder veilig), voelen zich minderwaardig, en onzekerheid.
Hoe uiten deze gevolgen zich?

Slachtoffers van pestgedrag
Hoe herken je gedrag van slachtoffers van pestgedrag?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Opstandig gedrag
  • Agressief gedrag (in woord en gebaar)
  • Terugtrekken
  • Vermijdingsgedrag
  • Zich niet uitspreken over gevoelens




  • Iemand is vaak alleen
  • Wordt genegeerd
  • Oogt angstig of onzeker
  • Aanklampend gedrag (veiligheid en houvast zoeken)
  • Somberheid & verdriet
  • Slaapproblemen

Slide 15 - Tekstslide

Ondanks dat ouderen ook hun omgeving hebben, familie en/of vrienden, kiezen zij er eerder voor om zich te isoleren en hen niet tot last te zijn. 
De gevolgen in gedrag bij ouderen zijn dat zij bijv. opstandig gedrag gaan vertonen, agressief worden in woord en gebaar, zich terugtrekken (eenzaam zijn) [niet deelnemen aan activiteiten of weinig naar de gezamenlijke woonkamer komen], situaties en personen gaan vermijden en spreken zich niet uit over hun negatieve gevoelens. Ernstig gevolg en de meest extreme uitweg kan zijn dat cliënten kiezen voor zelfdoding. 

Iemand is vaak alleen, anderen in de omgeving luisteren niet naar het slachtoffer en hij/zij wordt genegeerd. Het slachtoffers oogt angstig en onzeker. Uit zich in aanklampend gedrag, veiligheid en houvast zoeken. Maar ook somberheid en verdriet. 
Deze signalen betekenen niet dat er direct sprake is van pesten, maar zijn wel een aanleiding om hier alert op te zijn. 
  • Afwijzen
  • Buitensluiten
  • Beledigen
  • Uitlachen
  • Treiteren
  • Roddelen
  • Fysiek aanvallen
  • Tegen elkaar schreeuwen
  • De ander de schuld geven

Slide 16 - Tekstslide

Hoe uit pestgedrag zich bij ouderen onderling? Slachtoffers worden bijvoorbeeld afgewezen, buitengesloten, uitgescholden, beledigd, uitgelachen of getreiterd, onderwerp van geruchten en roddels, fysiek aangevallen of tegen geschreeuwd. 

Deze gedragingen komen bijvoorbeeld voor door; iemands plek bezet te houden of door de weg te blokkeren met behulp van de rollator. Of door te roddelen en te verspreiden dat niemand deze persoon ‘mag’. Of ze geven iemand van alles de schuld, maken negatieve opmerkingen of geven elkaar negatieve blikken. Herkennen jullie dit, hebben jullie voorbeelden?

In het pestgedrag onder jongeren of ouderen zit geen verschil. Het enige probleem is dat de samenleving zich bewuster is van het pestgedrag onder jongeren dan bij ouderen. 
Soms kan het ook zo zijn dat een slachtoffer als pester overkomt, omdat hij/zij reageert op het daadwerkelijke gedrag van de pester. 
Wat is de oorzaak van pestgedrag? Waarom pest iemand?

Slide 17 - Open vraag

Soms begint iets als plagen, maar wordt het pesten. Bijv. wanneer de één door bijv. hersenschade blijft hangen in plaaggedrag (persevereert), maar niet in de gaten heeft dat de ander het niet meer leuk vindt. De ander kan bijv. niet assertief genoeg zijn om daar iets van te zeggen. 

- het kan 'gewoon' in iemands persoonlijkheid zitten; het gedrag hoeft niet altijd een achterliggende reden te hebben.

- om macht uit te kunnen oefenen of om onmacht of frustratie af te reageren op iemand die minder weerbaar is.

- doordat iemand zich ergert aan de ander (om gewoontes of uiterlijke kenmerken); ergeren aan het doen en laten van de ander, dat kan van alles zijn. Misschien stelt iemand vaak dezelfde vragen of hebben ze onsmakelijke eetgewoontes? Of ergert zich aan het uiterlijk van de ander, maakt iemand een kwetsbare, timide of verdrietige indruk? Heeft iemand een andere sociale klasse?Een ander geloof? Komt van een andere stad vandaan? Of heeft een ander stemgeluid. Ze richten zich vaak op anderen die zij als kwetsbaar of zwak beschouwen.

- eigen onprettige gevoelens proberen te onderdrukken; verveling, anonimiteit (ze kunnen zich niet hechten aan bepaalde zorgverlening, omdat dit veel wisselt), persoonlijke problemen, voorgeschiedenis (is deze persoon zelf ooit gepest?), een continue strijd om macht binnen de groep (komen er vaak nieuwe mensen bij?), autoritair gedrag van zorg.  Onzeker is over de eigen plek in de groep. Bijv: als er een nieuwkomer in de groep komt, die alle aandacht krijgt, kan een ander zich onzeker gaan voelen. 

- medische problemen; eigen medische problemen zijn een oorzaak voor het pestgedrag dat zij vertonen en worden onvoorspelbaar, prikkelbaar of agressief doordat zij bijv.te maken hebben met dementie, slaapproblemen, depressie of door het gebruik van medicijnen. 

Slide 18 - Tekstslide

Wat kun je doen tegen pestgedrag? Kennen jullie een pestprotocol? Zo ja, wat is belangrijk in een protocol?
Voor de ouderenzorg zijn er eigenlijk geen antipestprogramma’s te vinden. Er is slecht 1 protocol voor pesten bij ouderen te vinden bij het Nationaal Ouderenfonds. Dit protocol is gebaseerd op pestprotocollen bij de jeugd, maar wij weten ook dat ondanks de onderliggende mechanismen wellicht hetzelfde zijn, ouderen toch ook een heel leven achter zich hebben en ook andere ervaringen en zienswijze hebben dan kinderen. Zou dus mooi zijn als hier in de toekomst wellicht wat meer onderzoek naar gedaan kan worden.

Slide 19 - Video

Wat vonden jullie hiervan? Wat roept dit bij jullie op?
Wat is jullie beeld van pestgedrag bij ouderen onderling binnen het verpleeghuis?
Wie wil eens reageren op wat we hebben gezien? Wie heeft een idee van hoe je dit kunt aanpakken? 
Aanspreekpunt
Betrek bewoners
Informeer
Sfeer in de gaten houden
Adequaat optreden
Nieuwe bewoners begeleiden
Betrek omgeving (familie, vrienden) bij het pestprotocol 







Slide 20 - Tekstslide

Het protocol volgens het Nationaal Ouderenfonds stelt het volgende pva:

1. Zorg voor een aanspreekpunt. Bij wie kunnen bewoners terecht? Is er iemand aangesteld die aanspreekpunt is voor het voorkomen en bestrijden van pesten. Bij wie kunnen ze terecht voor hulp en advies. Bij wie kan de zorg terecht:  Collega’s (samen bespreken van de situatie), GZ-Psycholoog (advies, opstellen plan), Team Coach.

2. Betrek bewoners bij de problematiek rondom het pestgedrag. Een groep die meedenkt over hoe het pestgedrag voorkomen kan worden? Later in de training kom ik hier nog op terug. 

3. Organiseer een informatiebijeenkomst voor de betrokkenen en omgeving om de problematiek onder de aandacht te brengen. Het doel is om de aanwezigen bewust te maken van het pesten. Natuurlijk is dit niet iets wat je gemakkelijk zal toepassen, maar je kunt in ernstige situaties wel overwegen om dit te realiseren samen met collega’s.

4. Het is belangrijk om de sfeer in de groep in de gaten te houden. Een negatieve sfeer vergt meer aandacht rondom pestgedrag. '

5. Als er ongestraft iets gedaan kan worden wat niet mag, leidt dit ertoe dat het vaker kan gebeuren en dit leidt weer tot gevoelens van onveiligheid bij bewoners. 

6. Een nieuwe bewoner kent vaak weinig mensen in het begin, waardoor het in het begin op een nieuwe woning lastig kan zijn als nieuwkomer. Begeleid een nieuw iemand dan goed en stel deze voor. Bijv. wanneer hij/zij de eerste keer de eettafel betreedt. Let goed op hoe je iemand wegwijs maakt op de afdeling. Let op de manier waarop je reageert als iemand bijv mis is. Dit bepaalt in sterke mate hoe anderen later reageren, bijv: ‘Nee, daar mag u niet naar binnen want dit is niet uw kamer.’ Of ‘U zoekt uw kamer? Dat is altijd even lastig hè. Kom maar, dan loop ik even met u mee.’

7. Ouderen vinden het vaak lastig om zelf aan te geven dat zij gepest worden. Betrek dus ook de omgeving, partner of kinderen bij het pestprotocol. Kortom:...

Verder op in de training gaan we verder in op het pestprotocol, preventie, communicatie en rollen.

Weten jullie welke invloed groepsprocessen hebben? En de invloed op pestsituaties?

Groepsprocessen, context, rapporteren

Slide 21 - Tekstslide

Groepsprocessen zeggen vaak meer dan de persoonlijke eigenschappen van een cliënt als verklaring voor het gedrag. Het is belangrijk om de context van een persoon mee te nemen in het beoordelen van iemands gedrag.

Mensen die opgenomen worden in het verpleeghuis en in een groep terecht komen hebben vaak niet gelijksoortige kenmerken, ze zijn allemaal verschillend en komen willekeurig en ongevraagd bij elkaar terecht. Zij zullen 24 uur elke dag in elkaars aanwezigheid gaan doorbrengen. Daardoor beïnvloeden zij elkaar onbewust en ontstaat er een wisselwerking tussen bewoners, zorgverleners en bezoekers. 

Het is belangrijk om het gedrag niet los van de context waar te nemen. Wat zich (onbewust) afspeelt kan van grote invloed zijn op het gedrag van de oudere.
   
Belangrijk is om het gedrag waar te nemen. Dit kun je in kaart brengen door het gedrag te observeren. Dit is in de praktijk lastig, omdat pestgedrag zich over het algemeen voordoet wanneer er geen toezicht is of wanneer er geen personeel aanwezig is. 
Bij probleemverkenning is belangrijk om te letten op biologische-, psychische- en omgevingsfactoren (sociale/ruimtelijk omgeving, beleving, culturele achtergrond). Een brede visie zorgt voor verheldering voor de aanpak van het probleemgedrag. Rapporteren is daarbij belangrijk en noteer daarbij alle kenmerken die van belang kunnen zijn. Dit is van belang voor andere disciplines om samen het gedrag te kunnen analyseren en aan te pakken. 

Communiceren is van belang!
Waarom?
Sociale interactie, Geestelijke gezondheid, Lichamelijke gezondheid, Waardigheid en Respect 

Slide 22 - Tekstslide

Het is belangrijk om te communiceren met de pester en met het slachtoffer van het pestgedrag.

Het is vaak lastig voor de gepeste personen om het pesten zelf te stoppen. Je kunt het best gaan praten met de gepeste persoon en vragen naar hoe hij/zij zich voelt. Kun je iets betekenen? Wil deze persoon er samen met jou iets aan doen? Vaak heeft de gepeste persoon al genoeg steun als je alleen al naar zijn/haar verhaal luistert.

In eerste instantie is het belangrijk om te communiceren met ouderen. Waarom is dit zo belangrijk?
- Sociale interactie: Als ouderen niet regelmatig sociale interactie hebben met andere kunnen zij zich geïsoleerd gaan voelen, gevolg tot depressie en eenzaamheid. Regelmatige communicatie kan zorgen voor de verbetering van sociale interactie en verbetering van de kwaliteit van leven.
- Geestelijke gezondheid: is bevorderlijk voor de geestelijke gezondheid en helpt om de mentale alertheid te verbeteren, stimuleert cognitieve vaardigheden en vermindert stress.
- Lichamelijke gezondheid: bijdragen aan hun gezondheid en welzijn. Communicatie vergroot de kans om gezondheidsproblemen te identificeren.
- Waardigheid en respect: D.m.v. communicatie toon je waardigheid en respect. Voelen zich gehoord en begrepen en dit vergroot het gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen.
Wat is belangrijk in het communiceren met ouderen?
Waar let je op als je met een oudere communiceert?

Slide 23 - Tekstslide

- Tempo aanpassen en duidelijk spreken: Gebruik geen moeilijk of complexe zinnen.
- Maak Oogcontact: Belangrijk bij ouderen die moeite hebben met horen of begrijpen. Hiermee maak je duidelijk dat je de aandacht waardeert en hun woorden serieus neemt.
- Maak gebruik van visuele hulpmiddelen: handig als iemand moeite heeft om je te begrijpen.
- Vermijd afleiding: Afleiding vermindert de concentratie en belemmert begrip.
- Wees geduldig en respectvol: Geef ze de tijd die ze nodig hebben om te reageren.
- Luister actief en stel vragen: Probeer open vragen te stellen om zo de persoon de kans te geven om te antwoorden, toon daarbij belangstelling naar wat ze te zeggen hebben.

Wees je ook altijd bewust van culturele verschillen. Het kan een uitdaging zijn om te communiceren als er sprake is van cultuurverschillen; er kunnen verschillen zijn in gewoontes en non-verbale communicatie.
Tempo
Oogcontact
Visuele hulpmiddelen
Vermijd afleiding
Wees geduldig en respectvol
Luister actief en stel vragen


Slide 24 - Tekstslide


Het is belangrijk om op effectieve wijze te communiceren met de daders van pestgedrag. En om met een dader in gesprek te gaan. Want alleen aanspreken, is dat effectief? Zo krijg je meer informatie...

Bijvoorbeeld: Je ziet dat iemand pest en je wilt de persoon op zijn gedrag aanspreken. Ga met de dader in gesprek. Het kan zijn dat de dader zelf niet in de gaten heeft dat hij/zij pest. Het kan zijn dat de dader denkt dat het ‘pestgedrag’ grappig of normaal is. Heeft in dat geval niet door hebben dat het iemand raakt. Het is dus belangrijk om bij de dader aan te geven waar je last van hebt, je maakt duidelijk waar de dader mee moet stoppen en waarom. Dit is de eerste stap wanneer je het pestgedrag opmerkt. 

Indien een dader dit wel met opzet doet, is van belang om effectief te communiceren. Effectief communiceren kan door middel van het model van de Roos van Leary. Dit ga ik zometeen verder toelichten. 
- In gesprek gaan met...
- Groepjes van 2
- 1,5 minuut (x 2 - wisselen van rol)


timer
1:30

Slide 25 - Tekstslide

Ik wil jullie vragen om in twee-tallen zometeen de volgende casus te oefenen en tijdens het rollenspel op te letten op wat je ervaart.

Zoals aangegeven is het belangrijk om met een oudere in gesprek te gaan wanneer pestgedrag zich voordoet. Je kunt dit doen door gewoon te zeggen wat je ziet gebeuren en dat dit niet de bedoeling is. Maar in gesprek gaan en de juiste wijze van communiceren heeft een effectief effect op het gedrag van de oudere. Een model dat je goed kunt gebruiken is de Roos van Leary, dit wil ik zo even kort uitleggen. Het draait er niet om dat je precies weet hoe de roos van Leary werkt maar wel hoe je pestgedrag kunt benaderen vanuit deze invalshoek. 

Rollenspel: Beeld je in dat je binnen het verpleeghuis werkzaam bent op dit moment en je werkt op een afdeling. Een cliënt is op de kamer aan het slapen. Je ziet een andere cliënt langs de kamer lopen van deze cliënt en je ziet de cliënt bewust op de deur kloppen. Je hebt al vaker gehoord dat er iets speelt, dus je wilt met de cliënt hierover in gesprek gaan. 1, 5minuut

Geef aan: voordat je dit gaat doen bedenk dan hoe je de cliënt wilt benaderen en op wat voor manier je gaat communiceren? Wat is effectief?
Tips aan de deelnemers:
Hoe ga je de cliënt aaspreken?
- Cliënt bewust maken van het gedrag: ‘ik zie dat dit en dit gebeurt, dat zie ik u doen’ – aanspreken op gedrag.
- Verdiepende benadering: je tolereert het gedrag niet.
- Let op: het is een ouder iemand, let op de manier waarop je spreekt (rustig, duidelijk etc.)

Instructie cliënt: probeer je reactie af te stemmen op de manier waarop de medewerker je aanspreekt.

Leg uit wat het doel is van de oefening. 

Geef het startsignaal van de werkvorm.

Na 1:30 minuut  rollen omdraaien en geef een extra opdracht: nu hebben jullie 1 keer kunnen oefenen en ervaren hoe je de cliënt aanspreekt. Nu: opdracht - cliënt biedt weerstand (moeilijker maken) – probeer het te ontkennen wat je hebt gedaan of dat je er niks van af weet (tot dat je dat niet meer kunt). (doof zijn, handgebaren gebruiken?)

Na 1:30 minuut afronden  bespreek hoe ze het hebben ervaren (5 minuten):
- Hoe is het als ontvanger(cliënt)?? – je moest reageren op de manier waarop het gebracht wordt, ben je je bewust van hoe het binnenkomt?
- Hoe was het voor de zorg om de cliënt aan te spreken, hoe vond je dat je dat deed? Wat ging er goed? Wat kan er beter, en waarom? Hoe zou dat invloed hebben?

Deelnemers complimenteren voor de actieve deelname en input.
  
We gaan zo verder met het tweede onderdeel, maar we bekijken eerst theorie over het communiceren met ouderen d.v.m.  de Roos van Leary

De Roos van Leary
Mensen hebben een natuurlijk interactie patroon;
Mensen passen zich aan om zich veilig te voelen;
Gedrag wordt beïnvloedt door hoe ja andere waarneemt';
en je beïnvloedt gedrag door je eigen vorm van communiceren.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 interactievelden
8 gedragsstijlen 
Verticaal dominantie
Horizontaal affiliatie 
Kompas/combinatie


2 of meerdere houden het in stand
Patroon doorbreken
Meenemen in communicatie
Gedragsstijl pester (dominant?)
- samenkomen in gedrag door gedragsvorm toe te passen
- doel: gedrag verminderen



'(Helpen' )/ 'leiden' zorgt ervoor dat de pester het naaste gedrag zoals meewerken gaat tonen

Bijv. Kun je mij helpen om....? 

Slide 27 - Tekstslide

Kent iemand de Roos van Leary? Zo ja, hoe denk je dat je deze kunt inzetten bij pestsituatie? De Roos van Leary zegt eigenlijk in het kort dat mensen een soort natuurlijk interactiepatroon hebben, (uitgelegd in een figuur). En zegt dat ieder mens zich continu aanpast aan zijn omgeving, met als doel om zich veilig te voelen. Gedrag wordt onder andere beïnvloedt door hoe wij anderen waarnemen. Wij hebben invloed op elkaars gedrag door onze eigen vorm van communiceren in dominantie en affiliatie. Actie is reactie, als een continu proces; het gedrag van iemand roept een automatisch reflex op bij de ander.
   
Er zijn 4 interactie velden onderverdeeld, onderverdeeld in 8 verschillende gedragsstijlen. 
Kortom, het gaat om de interactie tussen zender en ontvanger. Bepaald gedrag, roept gedrag op: Stel jij een vraag, dan antwoordt de ander. Als ik jou volg, neem jij de leiding.

Je wilt als zorgverlener dat de pester meegaat in wat jij communiceert en dat kan je op effectieve wijze doen door bijvoorbeeld het model toe te passen.

Onder gedrag roept boven gedrag op, en omgedraaid. (kwetsbaar persoon -- pester en andersom - terugtrekken).

De verticale lijn gaat over de mate van dominantie (boven is dominant).
Horizontale lijn is de mate van affiliatie (van afstandsgericht- naar nabijheidsgericht gedrag).  De gedragsstijl staat voor een bepaalde combinatie in welke mate dominantie en affiliatie voorkomt.

Interessant bij pesten is welke gedragsstijl bij een dader voorkomt en hoe je het model kunt inzetten om pestgedrag te verminderen. Je kunt stellen dat iemand die pestgedrag vertoont dominant is. Om dit gedrag te veranderen pas je een gedragsvorm toe om ‘samen’ te komen in gedrag. Door de pester raakt het slachtoffer meer op de ondertoon: trekt zich bijv. terug. Door verandering in het gedrag van de dader, verandert ook het gedrag van het slachtoffer. We willen het interactie patroon doorbreken, het is een knellend patroon die je van richting wil veranderen om een gezamenlijk einddoel te bereiken. Het is een soort kompas die je in staat stelt om te bepalen wat je het beste kunt doen. Je doorbreekt een patroon door in je eigen gedrag een andere richting in te slaan. Jij bent degene die vanuit het slachtoffer het gedrag van de dader wil veranderen. De manier van leiden en helpen zal de dader als ‘aanvaller’ meekrijgen in ‘meewerken’. Je kunt de dader aanspreken op het gedrag, door bijv. het naaste gedrag van de dader te laten zien en dit tegen de manier van ‘aanvallen’ te gebruiken in communicatie. 

Door in de communicatierol van ‘meewerken’ en ‘helpen’ te stappen, neem je anderen ook mee om ditzelfde communicatiegedrag te tonen. Hoe doe je dit? Bijv.: kunnen jullie mij helpen om cliënt X te betrekken op de afdeling? Wat kunnen wij samen voor X doen om zich beter te gaan voelen? Door geen ‘leiding’ te nemen, maar door te vragen om te helpen, verander je hun gedrag naar die van helpen/meewerken. Als twee of meerdere mensen in dezelfde gedragsstijl zitten, houden ze dit gedrag in stand. Het is dus belangrijk om naast dit gedrag te gaan staan.
Nu we dit weten: welk tweetal kan een voorbeeld bedenken of laten zien wat een niet effectieve manier is om een cliënt aan te spreken?

Slide 28 - Tekstslide

...nadat het is voorgedaan. Hoe kun je dit nu anders aanpakken? Wat kun je beter doen of zeggen?
Pauze
timer
5:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

communicatie is belangrijk voor beide partijen bij pestgedrag. Aandacht voor het slachtoffer en voor de pester. Probeer te achterhalen wat de intentie van het gedrag is, is het opzettelijk of grappig bedoeld? Weet de pester wat de gevolgen zijn? Zo, ja: hoe kun je effectief communiceren om de pester ‘mee’ te krijgen in het gewenste gedrag.
Wat houdt pestgedrag in standt en hoe pak je het aan?

Slide 31 - Tekstslide

We zijn in de training al ingegaan op situaties die bijdragen aan pestgedrag. Wat houdt pestgedrag in stand? Antwoord: door de omgeving.
- Weten jullie hoe je een pestsituatie samen met de omgeving kunt aanpakken? Antwoord: theorie over interventie.
- Wat zijn jullie ervaringen met pestgedrag binnen het verpleeghuis? Weet je nog hoe dit is aangepakt? Wat heb jij gedaan? Wat vond je van deze situatie?

Slachtoffer
Pester
Assistent
Versterker
Verdediger
Buitenstaander

Slide 32 - Tekstslide

Pestgedrag wordt vaak in stand gehouden door de omgeving. Dit komt omdat er verschillende rollen betrokken zijn bij pesten. Over het algemeen is deze blik op het pestgedrag gericht op pesten bij jongeren op scholen bijv. Maar overal waar pesten voorkomt in de omgeving van anderen zijn er rollen. Het is belangrijk om bewust te zijn van de verschillende rollen en hoe je hierop kunt inspelen.
De rollen zorgen ervoor dat het pesten ontstaat en verergert, maar ook dat het vermindert of stopt. Een dader is dus vaak niet alleen en heeft iemand in z'n omgeving die hem in zijn gedrag aanmoedigt en dit is iemand waarop hij kan vertrouwen. Deze persoon (‘meeloper’) vaak niet dat hij bijdraagt aan het pestproces. Onbewust laat deze persoon zien dat hij het gedrag goed keurt. Dit doet hij door: niets te zeggen(zwijgen) of te lachen als er iets gebeurt. Deze persoon vertoont waarschijnlijk zelf geen pestgedrag, maar verhoogt wel de status van de dader door zijn gedrag.
Een verdediger steunt vaak het slachtoffer, maar zal vaak niet direct iets doen. Is wel een steun wanneer de dader(s) niet in de buurt zijn (bijv. zeggen dat hij het zich niet zo moet aantrekken). Pesten is een groepsproces en dit kun je ook het best aanpakken en oplossen in een groep als geheel.
Hoe herken je:
- Slachtoffer: Het slachtoffer is de persoon die gepest wordt. Kenmerkende punten van het slachtoffer zijn onder andere weinig zelfvertrouwen, weinig mensen in zijn/haar omgeving, fysiek niet sterk of bijzonder uiterlijke kenmerken. Vindt het lastig om met agressie om te gaan en keurt geweld af. Vertoont afwijkend gedrag t.o.v. van de groepsnorm. Reageert vaak onhandig op pesten. Isoleert zich mogelijk van de groep door pestverleden.
- Pester (dader): De reden dat pesters pesten is vaak omdat ze aanzien willen hebben. Hoe pesters pesten aanpakken: fysiek, verbaal, relationeel (denk aan roddelen), materieel (bijvoorbeeld spullen van een ander kapot maken).
- Assistent: De assistent begint niet zelf met pesten, maar doet wel mee zodra iemand anders is begonnen. De assistent is dus de persoon die de dader helpt.
- Versterker: De versterkers pesten niet zelf. Zij lachen wel om de dader en moedigen deze aan. Door het aanmoedigen geven de versterkers de dader het gevoel dat het pesten leuk of grappig is.
- Verdediger: De verdedigers helpen het slachtoffer. Zij helpen het slachtoffers door bijvoorbeeld tegen de dader te zeggen dat hij/zij moet ophouden. Daarnaast is de verdediger vaak ook de persoon die het slachtoffer helpt om het pestgedrag te melden en misschien samen naar iemand toe te gaan.
- Buitenstaander: De buitenstaanders bemoeien zich niet zo met het pestgedrag, maar ze weten wel dat het gebeurt. Doordat zij zich er niet mee bemoeien kan het slachtoffer het gevoel krijgen dat zij het niet zo erg vinden dat er gepest wordt.

Profiel dader (pester):
Vaak geven de daders het slachtoffer de schuld van het pesten. Volgens hen lokken de slachtoffers het pesten uit. Je kunt een dader herkennen aan impulsief gedrag, extravert zijn, willen opvallen of populair gevonden willen worden. De dader denkt dit te kunnen bereiken door te pesten. De dader denkt ‘gezien’ te worden door te pesten, maar dit werkt vaak in het tegendeel en zij worden juist niet aardig gevonden.  Is weinig empathisch en vind het gebruik van geweld positief. 
Pesters hebben niet in de gaten welke impact het pesten heeft op de slachtoffers. Ze hebben moeite met grenzen en regels. 

Slide 33 - Tekstslide

Als eerst is het belangrijk om vast te stellen of de persoon die pestgedrag vertoont zichzelf bewust is van zijn eigen gedrag. Ís deze persoon zich inderdaad bewust van zijn eigen gedrag? Dan kun je hier dus op inspelen. Er kan een interventie ingezet worden, of een plan van aanpak die je samen opstelt met de omgeving.
Een interventie kun je het best herhaaldelijk inzetten. 

Wat doe je eerst om de situatie in kaart te brengen?
Je kunt het best het volgende stappenplan volgen:
Situatie in kaart brengen
  1. Gegevens verzamelen; feiten verzamelen, doorvragen en alles noteren.
  2. Observeren; dagelijks gedurende een langere periode.
  3. Gevolg; actie ondernemen.

Slide 34 - Tekstslide

- Verzamel gegevens: belangrijk om alle belangrijke feiten bij betrokkenen te verzamelen, vraag goed door en noteer alle gegevens.
- Observeren: gedrag gedurende een langere tijd dagelijks te observeren op verschillende momenten op een dag. Vragen en gegevens verzamelen levert niet altijd genoeg op omdat dan misschien niet alles gezegd wordt.
- Vervolg: Zijn bovenstaande acties doorlopen en is er sprake van pesten? Dan is het belangrijk om actie te ondernemen en de teamleden te informeren over hoe zij moeten omgaan met de betrokkenen rondom het pestgedrag en hoe zij het slachtoffer kunnen helpen. Komt er bij bovenstaande acties niet uit dat er sprake is van pestgedrag? Dan worden bovenstaand stappenplan stopgezet tot er zich nieuwe signalen voordoen.
Omgevingsinteracties
Wat kun je doen?

Slide 35 - Tekstslide

Bij ouderen is het belangrijk om rekening te houden met en beperkingen waardoor zij minder in staat kunnen zijn om de eigen emoties te reguleren. Om toch een interventie in te kunnen zetten, kunnen zij baat hebben bij eenvoudige omgevingsinteracties: Wat kun je zoal doen?
Bijvoorbeeld:
Tafels (niet te veel zit plaatsen, ronde tafel, wie zit waar?)
Voorkom overexposure (activiteiten ergens anders organiseren, biedt gelegenheid om zich terug te trekken en zet ze niet te vaak naast of tegenover elkaar)
Begeleid nieuwkomers (lopen meer risico op uitsluiting)

Slide 36 - Tekstslide

- Maak gebruik van tafels met niet te veel zitplaatsen, waardoor cliënten niet te dicht op elkaar zitten. Bijvoorbeeld een ronde tafel, dit zorgt voor gelijkwaardigheid. Je kunt ook letten op wie je bewust aan het hoofd zet en wie juist niet.
  
- Voorkom overexposure van cliënten aan elkaar door:
o Bepaalde bezigheden of activiteiten op een andere plek organiseren;
o Bied ouderen de gelegenheid voor een middagdutje op de eigen kamer;
o Zet cliënten die op elkaar reageren liever naast elkaar dan tegenover elkaar; ze hebben elkaar zo minder in het zicht.

- Begeleid de groep bij het welkom heten van een nieuwkomer, waarom? Nieuwkomers lopen vaak meer risico op uitsluiting.

Het is belangrijk om te letten op wie er kwetsbaar kan zijn, en wie zijn de ‘wolven’? Deze kwetsbaarheid is snel een trigger voor pestgedrag. Let dus goed op de groepssamenstelling.

Is het pestgedrag dusdanig aanwezig en lukt het niet om dit te stoppen als. Overleg dan altijd met een collega, psycholoog of teamcoach over vervolgstappen en bespreek de situatie n.a.v. de analyse.
Rollen inzetten bij interventie
Hoe kun je de rollen inzetten?

Slide 37 - Tekstslide

Hoe kun je de rollen inzetten? Er is voor een dader minder reden om te pesten wanneer groepsgenoten het afkeuren. Je kunt positieve groepsdruk inzetten om pesten te stoppen: de steungroep-aanpak; Je stelt als begeleider een groepje van meerdere rollen samen: dader, assistenten, versterkers, verdedigers en buitenstaanders. Het slachtoffer zit niet in de groep. De begeleider legt aan de steungroep uit dat ze bij elkaar zijn gekomen omdat de gepeste oudere zich niet zo prettig voelt. Je vraagt aan de groep of zij samen willen nadenken over wat zij zouden kunnen doen om ervoor te zorgen dat het slachtoffer zich weer wat prettiger gaat voelen. Door deze aanpak maakt de begeleider het welzijn van de gepeste oudere een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. De bedoeling is dat alle betrokkenen zelf bedenken hoe zij hieraan kunnen bijdragen. Bijv: de oudere vragen om samen deel te nemen aan een activiteit? Of een praatje maken met deze persoon. 
Er wordt niet expliciet gesproken over het pesten, ondanks dat de daders waarschijnlijk wel in de gaten hebben waarom zij bij de groep worden betrokken en worden niet aangesproken op het gedrag. In plaats daarvan bedenken zij samen met de andere betrokkenen ideeën hoe zij kunnen helpen. Het doel is dat als alle betrokkenen in de groep hierover meedenken, de daders de druk voelen om hieraan bij te dragen en ook iets positiefs te doen. In ieder geval om te stoppen met pesten. Deze aanpak is effectief, zorgt dat het pestgedrag op de korte termijn minder wordt. Op de langere termijn zullen de effecten niet aanhouden, maar gepeste mensen zullen n.a.v. de steungroep meer mensen krijgen die de persoon in kwestie helpen en verdedigen.
In 2-tallen
  1. - Ga naar Jip en zoek op Dag tegen pesten, lees dit en;
  2. - Klik op Vertrouwenpersoon;
  3. - Lees waarvoor je terecht kunt bij de Vertrouwenspersoon.
  4. - Zoek op Jip naar het Pesten Protocol;
  5. - Lees bladzijde 4 ('Wat kan er concreet gedaan worden?');
  6. - Bewaar het protocol.
timer
10:00

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herken je een slachtoffer?
A
Doordat meerdere cliënten lachen aan de tafel
B
Doordat een cliënt alleen aan tafel zit
C
Doordat een cliënt zich terugtrekt
D
Doordat een nieuwkomer niet bij andere bewoners aan een tafel mag zitten

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan een aanleiding van pesten zijn door ouderen?
A
Persoonlijkheid
B
Medische redenen
C
Irritatie
D
Eten

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is communiceren met de pester maar ook met het slachtoffer zo belangrijk?
A
Sociale interactie
B
Voor het groepsproces
C
Lichamelijke gezondheid
D
Om informatie te verzamelen

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij wie kun je terecht voor ondersteuning als een pestsituatie zich voordoet?
A
Teamcoach
B
Psycholoog
C
Collega's
D
Betrokken disciplines

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke rollen betrek je bij een interventie?
A
Het slachtoffer, dader, verdediger, omstander
B
Dader, verdediger, omstander, versterker
C
Versterker, dader, omstander, slachtoffer
D
Teamcoach, Psycholoog en dader

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor kun je terecht bij een vertrouwenspersoon bij SVRZ?
A
Primaire klachten
B
Secundaire klachten
C
Werkwijze en planning
D
Primair klachten over pesten, geweld, agressie, werkdruk, seksuele intimidatie

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Ik wil jullie vragen om kritisch te kijken naar de training en na te denken over de vragen op het evaluatieformulier. Hoe heb je het ervaren, en is er iets wat je hebt gemist tijdens de training?
Zijn er nog bijzonder of iemand die iets wil toelichten?
Dank jullie wel voor jullie deelname en betrokkenheid!
Eventueel discussiepunt om in te brengen bij veel tijd over na theorie deel 2: ‘’Op welke manier kunnen we de sociale verbondenheid tussen ouderen binnen het verpleeghuis versterken om een gezonde en ondersteunende gemeenschap te bevorderen?’’