Week 11 - La familia

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Buenos días

¿Qué vamos a hacer?

• Toets bespreken
• planner
• Mi familia
• werkwoorden herhalen

Jueves, 13 de marzo

Toets bespreken

Toetsweek 2

planificador

Periode 3

Deberes

Huiswerk voor donderdag 20 maart:

• Leren woordjes blok 1
• Herhalen ser, tener en llamarse
• maken LE: 3.13, 3.14, 3.15, 3.17

Tiny house

1e prijs.....

Introducción

• leemos el texto.
• Rellena la lista de vocabulario blok 1

leerdoel: familieleden

LA: pág. 54

familieleden

• el padre + la madre = los padres

(de vader + de moeder = de ouders)

• el hermano + la hermana = los hermanos

(de broer + de zus = de broers en zussen)

• el nieto + la nieta = los nietos

(de kleinzoon + de kleindochter = de kleinkinderen)

• el abuelo + la abuela =

los abuelos

¿sabías que...?

In Spanje heeft iedereen 2 achternamen.

De dochter van Pedro Sánchez Rodriquez en Carmen Martínez Ordúñez heet:

Lucía Sánchez Martínez

A practicar

Ga naar Learnbeat

Espacio Joven Unidad 3

Blok 1 - La familia

leerdoel: familieleden

A practicar

• Haz el ej. 1
  
• Escuchamos ej. 2

leerdoel: familieleden

LA: pág. 54

Repaso

Wat is het werkwoord heten in het Spaans?

Wat is het werkwoord hebben in het spaans?

Wat is het werkwoord zijn in het Spaans?

llamarse

tener

ser

Una cadena

Los verbos:

ser/tener/llamarse

¿Y cómo es tu familia?

Habla con tu compañero/-a

Yo tengo....

Mi padre se llama...

Mi hermano tiene... años

leerdoel: familieleden