water (scheikunde havo 4)

Water
dipool
apolair en polair
Waterstofbruggen
hydrofoob en hydrofiel (oplossen in water)
Kristalwater
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Water
dipool
apolair en polair
Waterstofbruggen
hydrofoob en hydrofiel (oplossen in water)
Kristalwater

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke bindingen ken je al?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke binding is aanwezig in vloeibaar ijzer?
A
metaalbinding
B
atoombinding
C
ionbinding
D
VanderWaalsbinding

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke binding wordt verbroken bij de ontleding van natriumchloride?
A
metaalbinding
B
atoombinding
C
ionbinding
D
VanderWaalsbinding

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke twee bindingen worden gevormd bij de ontleding van natriumchloride, waarbij vast natrium en gasvormig chloor ontstaat?
A
metaalbinding
B
atoombinding
C
ionbinding
D
VanderWaalsbinding

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke twee bindingen zijn aanwezig in vloeibaar hexaan?
A
metaalbinding
B
atoombinding
C
ionbinding
D
VanderWaalsbinding

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar is de sterkte van een VanderWaalsbinding van afhankelijk?
A
kookpunt van de stof
B
grootte van het molecuul
C
fase van het molecuul
D
grootte van de atomen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

het kookpunt van water is veel hoger dan je op grond van de massa zou verwachten

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de verklaring is naast de VanderWaalsbinding nog een andere binding: de waterstofbrug

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de waterstofbrug tekenen we met een stippellijn

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Polair
  • Goed oplosbaar
  • Waterstofbruggen
  • NH- en/of OH-groep
  • Hydrofiel ("waterlievend")

Slide 13 - Tekstslide

Als een drug apolair is dan lost de drug niet goed op in water. Dit komt doordat er geen NH- en OH-groepen zijn, waardoor er geen waterstofbruggen kunnen worden gevormd met water. Dit betekent dat een apolaire stof hydrofoob (“watervrezend”) is. Het verdampt wel vrij gemakkelijk, want de moleculen worden alleen door zwakke van der Waals bindingen bijeen gehouden. Als een drug polair is, kan het wel waterstofbruggen vormen met water, omdat het een NH-groep en/of een OH-groep bevat. Dit betekent dat een polaire stof hydrofiel (“waterlievend”) is.
Is vloeistof A een polaire of apolaire stof?
Vloeistof A bestaat o.a. uit water. Watermoleculen zijn dipoolmoleculen, ze hebben een delta+ en een delta - kant. Dat komt doordat de O-H binding een polaire atoombinding is. Het O atoom trekt het gemeenschappelijke elektronenpaar een beetje naar zich toe. 

Een stof die bestaat uit dipoolmoleculen noem je een polaire stof.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Apolair
  • Niet goed oplosbaar
  • Geen NH- en/of OH-groep aanwezig
  • Geen waterstofbruggen
  • Hydrofoob ("watervrezend")
  • Vanderwaalsbindingen

Slide 15 - Tekstslide

Als een drug apolair is dan lost de drug niet goed op in water. Dit komt doordat er geen NH- en OH-groepen zijn, waardoor er geen waterstofbruggen kunnen worden gevormd met water. Dit betekent dat een apolaire stof hydrofoob (“watervrezend”) is. Het verdampt wel vrij gemakkelijk, want de moleculen worden alleen door zwakke van der Waals bindingen bijeen gehouden. Als een drug polair is, kan het wel waterstofbruggen vormen met water, omdat het een NH-groep en/of een OH-groep bevat. Dit betekent dat een polaire stof hydrofiel (“waterlievend”) is.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

waterstofbruggen
komen voor 
tussen moleculen met OH en/of NH bindingen
en zorgen voor:
sterkere binding tussen die moleculen
en
voorspellen of een stof oplost in water

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geen waterstofbrug
wel waterstofbruggen
NH3
C3H8
C2H5OH
CH3NH2
N2
O2
CH2Cl2
NO2
H2O2
CaCO3
NaCl

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep het vinkje naar de stof met het hoogste kookpunt
 
CH3OH
H2S
CH3Cl
NH3
C5H12
C4H8I2

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plaats de twee waterstofbrug-gen op de goede plekken
-----
----

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

waterstofbruggen ontstaan
- tussen OH en/of NH bindingen


waterstofbruggen tekenen we met een stippellijn tussen de H en O of de H en N atomen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

olie met water

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

jood in wasbenzine
jood in water

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lost op in water
lost op in olie
NH3
C3H8
C2H5OH
CH3NH2
C6H12O6
CH2Cl2
H2O2
C6H6
C2H5OC2H5

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplossen van zouten in water
bij het oplossen omringen watermoleculen de ionen,
we noemen dat hydratatie

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de waterstofatomen richten zich naar de negatieve ionen,
de zuurstofatomen richten zich naar de positieve ionen.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ethanolmoleculen omhullen ionen ook

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Kristalwater

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zouthydraten
Zouthydraat: watermoleculen opgenomen in het kristalrooster van een zout 
Kristalwater: het opgenomen water
Omkeerbare reactie: afstaan van kristalwater is endotherm 
(je moet het dus verwarmen om het kristalwater te verwijderen)

Kopersulfaat:


Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kristalwater openemen/afstaan
Het opnemen van kristalwater is meestal een exotherm proces


het afstaan van kristalwater is dan dus een endotherm proces

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies