Nederland
1 / 20
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Nederland
Slide 2 - Woordweb
feestdagen in Nederland
Slide 3 - Woordweb
Maak een zin met het werkwoord 'meemaken'
Slide 4 - Open vraag
Wat is het koudste seizoen van het jaar ?
Slide 5 - Open vraag
Hoe laat is 14.40 uur ?
A
10 voor half 2
B
10 over half 2
C
10 over half drie
D
10 voor half drie
Slide 6 - Quizvraag
Hoe laat is : 18.50 uur ?
A
10 voor 7
B
10 voor 6
C
10 over half 6
D
20 over half 6
Slide 7 - Quizvraag
Hoe laat is : 19.15 uur
A
kwart voor 7
B
kwart voor 8
C
kwart over 7
D
kwart over 8
Slide 8 - Quizvraag
Hoe laat is 21.20 uur ?
A
10 voor half 10 's avonds
B
10 voor half 9 's avonds
C
10 voor half 10
's ochtends
D
10 voor half 9
's ochtends
Slide 9 - Quizvraag
Hoe laat is 13.05 uur ?
Slide 10 - Open vraag
Hoe laat is 16.50 uur ?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Open vraag
Maak een zin met het werkwoord 'rijden'in de voltooide tijd.
Slide 13 - Open vraag
Hoe noem je : het moment waarop je ergens weggaat ?
A
de aankomst
B
het afscheid
C
de begroeting
D
de gewoonte
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een gewoonte ?
A
iets wat je vaak doet
B
iets wat niet leuk is
C
iets wat je liever niet doet
D
iets wat heel leuk is
Slide 15 - Quizvraag
Wat betekent 'gauw'
A
altijd
B
langzaam
C
snel
D
veel
Slide 16 - Quizvraag
Ik heb het koud,.........................het buiten warm is.
A
omdat
B
als
C
want
D
hoewel
Slide 17 - Quizvraag
Waar moest jij aan wennen, toen je in Nederland kwam ?
Slide 18 - Open vraag
Bevalt het je op school ?
Slide 19 - Open vraag
Als een grapje niet leuk is, zeggen we dat is ...........................
A
lauw
B
flauw
C
grappig
D
geinig
