Quiz Feestdagen Nederland

 Quiz
Feestdagen
1. Wanneer is welke feestdag?
2. Random vragen over verschillende feestdagen
3. Sinterklaas
4. Kerst
5. Carnaval

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

 Quiz
Feestdagen
1. Wanneer is welke feestdag?
2. Random vragen over verschillende feestdagen
3. Sinterklaas
4. Kerst
5. Carnaval

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke dag vieren wij Koningsdag?
A
27 april
B
28 april
C
29 april
D
30 april

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke dag vieren we Bevrijdingsdag?
A
2 mei
B
3 mei
C
4 mei
D
5 mei

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op wanneer vieren we Prinsjesdag?
A
eerste dinsdag van september
B
tweede dinsdag van september
C
derde dinsdag van september
D
vierde dinsdag van september

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke dag vieren we de Dag van de Arbeid?
A
1 mei
B
1 juni
C
1 juli
D
1 augustus

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke dag vieren we Sint-Maarten?
A
9 september
B
10 oktober
C
11 november
D
12 december

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke dag vieren we Halloween?
A
28 oktober
B
29 oktober
C
30 oktober
D
31 oktober

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer wordt kerst gevierd?
A
1 januari
B
24-25-26 december
C
24-25 december
D
25-26 december

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke dag vieren we Driekoningen?
A
6 januari
B
6 februari
C
6 maart
D
6 april

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke dag vieren we Keti Koti?
A
1 juni
B
1 juli
C
1 augustus
D
1 september

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke dag vieren we Moederdag?
A
eerste zondag van mei
B
tweede zondag van mei
C
derde zondag van mei
D
vierde zondag van mei

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer vieren we Vaderdag?
A
eerste zondag van juni
B
tweede zondag van juni
C
derde zondag van juni
D
vierde zondag van juni

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer wordt Día de Muertos gevierd?
A
2 november
B
6 november
C
2 december
D
6 december

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de volgende items zou je niet vinden op een traditioneel altaar als onderdeel van de feestdag Dia de los Muertos?
A
Foto's waarop de overledene wordt geëerd
B
Eten en drinken waar de overledene van kan genieten bij terugkomst
C
Kaarsen om de weg te verlichten voor de overledene om terug te keren
D
Een doos met tissues die de familie van de overledene kan gebruiken als ze huilen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de volgende gerechten wordt niet gemaakt als onderdeel van de traditionele Dia de los Muertos-festiviteiten?
A
Suikerschedels of Calaveras de Azucar
B
Chocolade vleermuizen
C
Dood brood of Pan de Muerto
D
Handgemaakte papieren bloemen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een traditionele bloem van Dia de los Muertos die vaak door vrouwen wordt gedragen en gebruikt om altaren te versieren?
A
Rode Rozen
B
Gele Rozen
C
Gele Goudsbloemen
D
Witte madeliefjes

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat herdenken christenen met pasen?
A
opstanding Jezus
B
dood Jezus
C
komst van de Heilige Geest
D
geboorte Jezus

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat eten de Joden met Pesach?
A
Charoset: mengsel van noten, wijn en kaneel.
B
Joods gehaktbrood
C
Matzes: het ongerezen brood.
D
Shoarma

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

van wanneer tot wanneer moet je vasten tijdens de ramadan?
A
de hele dag
B
tussen zonsopgang en het middageten
C
tussen dat je wakker wordt en zonsondergang
D
tussen zonsopgang en zonsondergang

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt de vastenperiode (ramadan) afgesloten?
A
Met het offerfeest
B
Met het suikerfeest
C
Met een flinke borrel
D
Met een barbeque

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat herdenken moslims bij het offerfeest?
A
Dat Ibrahim zo trouw was aan God dat hij bereid was zijn zoon te offeren.
B
Dat Ibrahim zijn zoon Ismaël geofferd heeft.
C
Dat Ibrahim een schaap mocht offeren i.p.v. zijn zoon.
D
Dat Ibrahim zijn zoon Isaäk geofferd heeft.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat eten wij in Nederland tijdens Nieuwjaar?
A
Chips
B
Taaitaai
C
Pepernoten
D
Oliebollen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt ieders persoonlijke feestdag genoemd?
A
Geboortedag
B
Verjaardag
C
Oud en Nieuw
D
Mijn dag

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke datum ben je jarig?
Dag- maand

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Sinds wanneer vieren
we mijn feestje?
A
de middeleeuwen
B
De 17e eeuw in de Republiek
C
de verlichting
D
de industrialisatie

Slide 25 - Quizvraag

De gewoonte van het plaatsen van schoenen dateert al uit de vijftiende eeuw. Er zijn verslagen dat dit gebruik al in 1427 in de Sint Nicolaaskerk in Utrecht werd toegepast. Op de avond van Sinterklaas wordt er geld in de schoenen gestopt, dat vervolgens aan de behoeftigen wordt geschonken. Later mochten ook kinderen thuis hun schoen of klomp zetten, en de volgende ochtend vonden ze daar lekkernijen in.

Een tijd is het feest afgeschaft geweest. Na 1800 wordt het Sinterklaasfeest weer officieel toegestaan en gevierd zoals we dat nu nog steeds doen.

Waar kom ik 
oorspronkelijk vandaan?
A
Turkije
B
Spanje
C
Portugal
D
Nederland

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel dagen duurt het Sinterklaasfeest in Nederland?
A
1 dag
B
1 week
C
2 weken
D
3 weken

Slide 27 - Quizvraag

Het Sinterklaasfeest duurt in Nederland 3 weken, van de aankomst van Sinterklaas tot 5 december.

Hoe heet mijn stoomboot?
A
Pakjesboot 10
B
Pakjesboot 11
C
Pakjesboot 12
D
Pakjesboot 13

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is volgens jou
de lekkerste lekkernij?

Slide 29 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Waarom halen we met een Kerst een boom in huis?
A
Om een nieuw begin te vieren
B
Jezus hield van groene bomen
C
Naast de stal stonden sparrenbomen
D
Omdat de lichtjes zo gezellig staan

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het rendier met de rode neus?
A
Rudolf
B
Hans
C
Heinrich
D
Sven

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel rendieren heeft de kerstman?
A
1
B
4
C
9
D
5

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het oorspronkelijke doel van de kerstballen in de kerstboom?
A
Om boze geesten te verjagen.
B
Om te laten zien dat je rijk bent.
C
Om fruit na te bootsen.
D
Om de kerstman te verrassen.

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke dieren horen thuis in de Kerststal ?
A
schapen, koeien, een paard en een ezel
B
een ezel, kippen, konijnen en een paard
C
schapen, lammeren, een os een ezel en een dromedaris
D
goudvissen

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie zijn de 3 koningen?
A
Caspar, Melchior en Balthasar
B
Calvin, Melchior en Belbin
C
Caspar, Michael en Barabas
D
Calvin, Michael en Badhil

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom viert men carnaval?
A
Het is een feest vóór de vastenperiode.
B
Het is de vastenperiode voor Pasen.
C
Het is om verboden dingen te mogen doen.
D
Het is een viering na de Kerst.

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat vieren we met carnaval?
A
De laatste kans om nog eens goed los te gaan voor de vastenperiode.
B
De verdrijving van keizer Carnivalus in het Romeinse tijdperk.
C
De viering van de elf apostelen van Jezus.
D
De overwinning van de Spaanse heerser in de 17e eeuw.

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel dagen duurt de vastenperiode?
A
20
B
30
C
40
D
50

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke dag hoort bij carnaval?
A
Aswoensdag
B
Witte donderdag
C
Paarse vrijdag
D
Stille zaterdag

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat het getal '11' voor?
A
Het gekkengetal
B
hoeveel mensen in een raad zitten
C
De oorspronkelijke datum van Carnaval
D
het getal 12 was al bezet

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
We gaan een collage maken.
Maak een collage van jouw feestdagen.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies