1.2: De Grote Oorlog

1.2 De Grote Oorlog
1914-1918
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

1.2 De Grote Oorlog
1914-1918

Slide 1 - Tekstslide

  1. Welke landen herken je?
2. Op wat voor manier is het begrip nationalisme verbonden met de afbeelding?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet wie elkaar bestreden in de Eerste Wereldoorlog en waardoor de oorlog ontstond
  • Je weet hoe de oorlog begon
  • Je weet hoe de oorlog verliep in het oosten
  • Je weet hoe de oorlog verliep in het westen

Slide 3 - Tekstslide

De Eerste Wereldoorlog 
1914-1918
Totale oorlog 



Slide 4 - Tekstslide

Tussen wie ging de strijd?
Geallieerden: Groot Brittanië, Frankrijk, Rusland (Later ook Italië en de VS)

Centralen: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije (Later ook het Ottomaanse Rijk)


Wereldoorlog omdat veel volken in een groot deel van de wereld meededen

Slide 5 - Tekstslide

Oorzaken WOI
  1. Frans-Duitse Oorlog
  2. Bondgenootschappen
  3. Nationalisme
  4. Militarisme
  5. Wapenwedloop
  6. modern Imperialisme

Slide 6 - Tekstslide

1. Frans-Duitse Oorlog
  • 1870-1871: Duitsland en Frankrijk in oorlog
  • Conflict over troonopvolging in Spanje
  • Echte reden: Bismarck zag een oorlog als een middel om Duitsland te verenigen
  • Duitsland werd in 1871 uitgeroepen in Parijs
  • Een nieuw land, wat het evenwicht in Europa verstoorden

Slide 7 - Tekstslide

Frankrijk wil wraak

Slide 8 - Tekstslide

2. Bondgenootschappen
Na de Frans Duitse oorlog werden er verbonden gesloten.
Beloften op elkaar te helpen wanneer er oorlog zou komen.
Frankrijk en Rusland zouden elkaar helpen als Duitsland 1 van de 2 aanviel.
Duitsland had een verbond met Oostenrijk-Hongarije.
Gevolg: Als 1 land de oorlog zou verklaren, zou er in heel Europa oorlog zijn

Slide 9 - Tekstslide

3. Nationalisme
Nationalisme is de trots op het eigen land en volk
In de 19e eeuw kwam daarbij dat landen andere volken als minder gingen afschilderen.
Het eigen volk moest verenigd worden in 1 land.
Spanningen over grenzen en uitbreidingen van landen.
Nationalisme is een trend die je in heel Europa zag.

Slide 10 - Tekstslide

4. Militarisme

Men zag oorlog als een middel om de eigen natie te versterken
Het leger werd verheerlijkt
Militaire waarden stonden hoog in het aanzien

Mensen hadden eigenlijk wel zin in een oorlog. Een korte oorlog dan wel

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

5. Wapenwedloop
Het militarisme en nationalisme leidde tot een wapenwedloop
Race om het sterkst bewapend te zijn
Nieuwe wapens geïntroduceerd als machinegeweren, tanks en gifgas
De oude manier van oorlogsvoering was afgelopen en de oorlog zou hierdoor ook lang gaan duren.

Slide 13 - Tekstslide

6. Modern imperialisme

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Aanleiding (directe oorzaak): Moord aanslag op Franz Ferdinand, kroonprins van Oostenrijk-Hongarije in Sarajevo 1914

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Aanslag
Gavrilo Princip
Servische separatisten
Aanleiding voor WOI

Hierna viel alles als een kaartenhuis in elkaar

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Von Schlieffenplan

Slide 20 - Tekstslide

Twee fronten
  • Von Schlieffenplan mislukte om twee redenen:

  1. Opmars in het westen liep vast. Kilometers lang front door België en Noord-Frankrijk
  2. Rusland mobiliseerde zijn leger sneller dan verwacht

Slide 21 - Tekstslide

Het front.

Slide 22 - Tekstslide

WO I
  • Van 1914 tot 1918 werd een van de bloedigste oorlogen ooit uitgevochten in Europa.
  • 20 miljoen mensen zijn gestorven.
  • Veel nieuwe wapens ( -->)
  • De oorlog is ook direct verantwoordelijk voor WO II.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Wapens werden Sterker
Wapens werden groter

Slide 25 - Tekstslide

Gifgassen en Chemische wapens
Gifgassen en Chemische wapens

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Nieuwe wapens
Nieuwe wapens

Slide 28 - Tekstslide

Westfront
Slag bij de Somme

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Keerpunt WOI 

  • Duikboten bestonden al, maar nu massaal ingezet.
  • De Duitsers probeerden met de Onbeperkte Duikbotenoorlog alle schepen tot zinken te brengen

Slide 31 - Tekstslide

Zinken Lusitania (onbeperkte duikbootoorlog)
Zimmermantelegram

Slide 32 - Tekstslide

1917
VS doet mee: 
1917: Zimmerman Telegram 

Rusland trekt zich terug:
Vrede van Brest-Litovsk


Slide 33 - Tekstslide

Gevolgen WO I
  • De nieuwe wapens en oorlogsvoering laten zichtbare en onzichtbare verwondingen achter

  • Van de mannen met de kapotgeslagen gezichten...

  • ...tot zware psychische klachten, vaak omschreven als Shellshock

Slide 34 - Tekstslide

En aan het oostfront?

Daar is de oorlog dynamisch.

De Russen verliezen deze oorlog

Slide 35 - Tekstslide

Kenmerken WO I:
  • 1.  aanvankelijk optimisme
  • 2. nieuwe wapens ingezet:
  •     - vliegtuigen
  •     - gifgassen
  •     - duikboot
  •     - vlammenwerper
  •     - mitrailleur
  • 3. vele slachtoffers 
  •      o.a. 'shellshocks'

Slide 36 - Tekstslide

oefen vragen:

Slide 37 - Tekstslide

Wat waren oorzaken en wat was de aanleiding van WO 1?
Oorzaken
Aanleiding
Militarisme
Nationalisme
Moord op Franz Ferdinand
Modern Imperialisme
Wapenwedloop
Bondgenootschappen

Slide 38 - Sleepvraag

Zet in Chronologische volgorde.
Vrede van Versailles
Westfront wordt loopgraafoorlog.
Vrede Rusland en Duitsland
De
Lusitania zinkt
Zimmermanntelegram
Amerika doet mee aan WO I
Start 
WO I
Moord Frans- Ferdiand

Slide 39 - Sleepvraag

De Eerste Wereldoorlog was van... tot...
A
1914-1917
B
1940-1945
C
1914-1918
D
1914-1919

Slide 40 - Quizvraag

Indirecte oorzaken Eerste Wereldoorlog 
Aanleiding (directe oorzaak) Eerste Wereldoorlog
Nationalisme 
Wapenwedloop
Militarisme 
Moord op kroonprins Frans-Ferdinand 
Bondgenootschappen
Frans-Duitse oorlog 

Slide 41 - Sleepvraag

Waarom was de moordaanslag op Franz Ferdinand de aanleiding?

Slide 42 - Open vraag

Welke landen waren de Centralen Mogendheden?
A
Frankrijk en Rusland
B
Verenigde Staten en Groot-Brittannië
C
Duitsland en Oostenrijk-Hongarije
D
Italië en Japan

Slide 43 - Quizvraag

Welke land begon de 1ste wereld oorlog?
A
Oosterijk
B
Duitlsand
C
China
D
Luxemburg

Slide 44 - Quizvraag

Wat is geen bijnaam van WO I?
A
Oorlog van de uitvindingen
B
Duikbotenoorlog
C
Vliegtuigenoorlog
D
Loopgravenoorlog

Slide 45 - Quizvraag

De tank werd tijdens de Eerste Wereldoorlog voor het eerst als wapen ingezet. Voor welke wapens geldt hetzelfde?
A
De atoombom, de auto, de duikboot
B
Straaljager, de auto, de duikboot
C
Het gifgas, het vliegtuig, de duikboot
D
De atoombom, het gifgas, de duikboot

Slide 46 - Quizvraag

Een wapenfabriek uit de Eerste Wereldoorlog.
Van welke oorzaak van de Eerste Wereldoorlog is dit een voorbeeld?
A
Bondgenootschappen
B
Nationalisme
C
Modern imperialisme
D
Wapenwedloop

Slide 47 - Quizvraag

Een briefkaart uit de Eerste Wereldoorlog.

Van welke oorzaak van de Eerste Wereldoorlog
is dit een voorbeeld?
A
Modern imperialisme
B
Nationalisme
C
Bondgenootschappen
D
Wapenwedloop

Slide 48 - Quizvraag

Voor de Eerste Wereldoorlog hadden de mensen behoefte aan een oorlog. Dit is een ... voor de Eerste Wereldoorlog
T3
A
Directe oorzaak
B
Indirecte oorzaak
C
Direct gevolg
D
Indirect gevolg

Slide 49 - Quizvraag

Nederland deed niet mee aan de Eerste Wereldoorlog. Nederland was in de Eerste Wereldoorlog.... (R)
A
in wapenstilstand met Duitsland.
B
Nederland bestond nog niet tijdens de Eerste Wereldoorlog.
C
neutraal.
D
bezet door Duitsland.

Slide 50 - Quizvraag

Huiswerk 
1.2 De Eerste Wereldoorlog

maken 1 t/m 7 

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Video