Soorten zinnen

Lynn, wil jij eens rechtstaan?



Wat voor soort zin is dit?
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lynn, wil jij eens rechtstaan?



Wat voor soort zin is dit?

Slide 1 - Tekstslide

Stig, sta recht!



Wat voor soort zin is dit?

Slide 2 - Tekstslide

Meester David staat aan het raam.



Wat voor soort zin is dit?

Slide 3 - Tekstslide

Amai, is me dat schrikken!



Wat voor soort zin is dit?

Slide 4 - Tekstslide

Wij kunnen soorten zinnen herkennen.


Wij kunnen een voorbeeld en een passende situatie bij elk soort zin bedenken.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Waar staat een mededeling?
A
Ik ga kamperen met opa.
B
Ga weg!
C
Wil je bij mij spelen?

Slide 9 - Quizvraag

Waar staat een vraagzin?
A
Ik ga buiten lopen met mijn hondje.
B
Wil je met mij voetballen?
C
Kom hier!

Slide 10 - Quizvraag

Waar staat een bevel?
A
Wil je mijn paard zien?
B
Ik ga naar mijn slaapkamer.
C
Kom hier!
D
Aaah! Wat is dat?

Slide 11 - Quizvraag

Waar staat een uitroep?
A
Is het morgen geen school?
B
Morgen is het geen school.
C
Jij gaat morgen naar school!
D
Joepie, morgen is er geen school!

Slide 12 - Quizvraag

vraagzinnen
een bevel
mededeling
uitroep
Ga je mee kamperen?
We slapen in een tent.
Het is vlak bij het strand.
Wie gaan er mee?
Ga je spullen pakken!
We gaan nu weg!
Ja! Goal!
Kijk daar! Een olifant.

Slide 13 - Sleepvraag

Maak de zin af:

Schiet op
A
!
B
.
C
?

Slide 14 - Quizvraag

Maak de zin af:

Hoe laat begint de film
A
!
B
.
C
?

Slide 15 - Quizvraag

Maak de zin af:

Morgen kom ik bij jou spelen
A
!
B
.
C
?

Slide 16 - Quizvraag

Maak de zin af:

Kun je me helpen
A
?
B
!
C
.

Slide 17 - Quizvraag

Maak de zin af:

Hou daarmee op
A
?
B
.
C
!

Slide 18 - Quizvraag

Maak de zin af:

Goed gedaan allemaal
A
?
B
.
C
!

Slide 19 - Quizvraag

Ik kan de 4 soorten zinnen herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Wat vond je makkelijk/moeilijk aan deze les?

Slide 21 - Open vraag