D5 H0: Introductie

Welkom
Domein 5
Omgaan met kwantitatieve informatie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 16 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Domein 5
Omgaan met kwantitatieve informatie

Slide 1 - Tekstslide

Domein 5
Omgaan met kwantitatieve informatie

Domein 1: Grootheden en eenheden
Domein 2: Oriëntatie in de 2D- en 3D wereld
Domein 3: Verhoudingen herkennen en gebruiken
Domein 4: Procenten gebruiken
Domein 5: Omgaan met kwantitatieve informatie

Slide 2 - Tekstslide

Hoe voel je je vandaag?

Slide 3 - Open vraag

Hoe voel je je vandaag?
0100

Slide 4 - Poll

Hoe voel je je vandaag?

Slide 5 - Poll

48 x 56 = .....
timer
0:15

Slide 6 - Open vraag

78 x 21 = .....
timer
0:10

Slide 7 - Open vraag

48 x 5 = .....
timer
0:05

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Wat betekent 'kwantitatieve informatie'?
kwalitatief - met woorden (beschrijvingen)
kwantitatief - met getallen (aantallen, hoeveelheden)


Hoe krijg je bij 
kwantitatieve 
informatie
snel overzicht?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Welke beoordeling geef je aan deze songfestival-inzending?

Slide 12 - Open vraag

Welke beoordeling geef je deze songfestival-inzending?
_
+

Slide 13 - Poll

Welke beoordeling geef je deze songfestival-inzending?
0100

Slide 14 - Poll

Welke beoordeling geef je deze songfestival-inzending?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Verschillende soorten diagrammen en grafieken
Cirkeldiagram
Staafdiagram
Lijndiagram
Tabel

Slide 16 - Tekstslide

Stap 1: Lees eerst de titel (dan weet je waar de info over gaat)

Stap 2: Lees wat er staat op de assen (en in welke eenheid)

Stap 3: Bepaal welke gegevens je nodig hebt
Vooral goed lezen!
Ga stap-voor-stap te werk:

Slide 17 - Tekstslide

relatief en absoluut
Ellen is 58 jaar.
Ellen is oud.

Slide 18 - Tekstslide

Relatieve waarden 
zijn afhankelijk van 
andere absolute getallen
Het ene potje is voor 50% vol en het andere potje is voor 75% vol.

In welk potje zit het meest?

Slide 19 - Tekstslide