1..5 De zon: motor van de luchtcirculatie

1.5 De zon: motor van de luchtcirculatie
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.5 De zon: motor van de luchtcirculatie

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • Uitleg 1.5 De wet van BB en het mondiale windsysteem.
  • Nakijken de opdrachten  examentraining van 1.4 via learnbeat
  • Werken aan de opdrachten 2, 3, 4 en opdrachten in deze lessonUp

Slide 2 - Tekstslide

Wet van Buys Ballot
De wet van Buys Ballot:
1. Wind waait van een hogedrukgebied (maximum) naar een lagedrukgebied (minimum).
2. Door de draaiing van de aarde krijgt de wind een afwijking. Op het noordelijk halfrond naar rechts en op het zuidelijk halfrond naar links.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Extra opdrachten 1.4:

Waterkringloop:
1 = ..verdampen..
2 = ..condenseren..
3 = ..neerslag..
4 = ..afstromen..
5 = ..infiltreren..
6 = ..bevriezen..
7 = ..smelten..

Slide 5 - Tekstslide

4 Bekijk bron 3.
Welke beschrijving hoort bij het weer in Nederland op 11 april 2007?
A Het was bewolkt en droog.
B Het was bewolkt en regenachtig.
C Het was onbewolkt en droog.
D Het was onbewolkt en regenachtig.
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 6 - Quizvraag

vraag
antwoord

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide


Bekijk bron 10 en bron 11.
Er worden vier uitspraken gedaan naar aanleiding van bron 10 en bron 11.
Welke uitspraak is juist?

A
De neerslag in Bilbao wordt stijgingsneerslag genoemd.
B
De overheersende windrichting in Bilbao is noordoostenwind.
C
Zaragoza ligt aan de loefzijde van het gebergte.
D
Zaragoza heeft een droger klimaat dan Bilbao.

Slide 13 - Quizvraag

Wind waait altijd van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied.
Door de draaiing van de aarde krijgt de wind op het noordelijk halfrond een afwijking naar rechs en op het zuidelijk halfrond een afwijking naar links.
BB
Veel zonne-energie. 
Gevolg: Lagedrukgebied doordat opgewarmde lucht opstijgt.
L
Minste zonne-energie
Gevolg: koude lucht. Koude lucht is zwaar en beweegt naar beneden waardoor er een hogedrukgebied ontstaat.
H
Opgestegen lucht bij evenaar stroomt als hoge lucht weg. Koelt hoog in de atmosfeer af en daalt rond 30 graden NB en ZB waardoor een hogedrukgebied ontstaat.
H
Lucht van 30 graden (warm) botst met lucht van 60 graden (koud). Warme lucht stijgt op. Gevolg er onstaat een lagedrukgebied.
L

Slide 14 - Tekstslide

Nu doen:
  • Zet de wet van Buys Ballot in je schrift. Zet in W15 aan de zijkant de L en de H. Teken de winden in. Denk aan de afwijking!
  • Maak de opdrachten 2, 3,4 en examentraining+ herhaling.

Slide 15 - Tekstslide