SCHRIJVEN & FORMULEREN 4 / schrijven van een e-mail

Schrijven & Formuleren 

Zakelijke e-mail
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Schrijven & Formuleren 

Zakelijke e-mail

Slide 1 - Tekstslide

Vooraf:

  • Elke presentatie in Lessonup hoort bij een stukje lesstof uit NU Nederlands. 
  • Op de laatste slide van de presentatie vind je de bijbehorende opdrachten uit Nu Nederlands. 
  • Die opdrachten maak je in de digitale leeromgeving van Nu Nederlands.

Slide 2 - Tekstslide

Deze Lessonup hoort bij:

Onderdeel Schrijven, paragraaf 2.5

Slide 3 - Tekstslide

Wat leer je vandaag?

  • Je leert de indeling van een zakelijke e-mail.
  • Je leert welk taalgebruik je het beste kunt gebruiken bij een zakelijke e-mail

Maar eerst een stukje herhaling uit de vorige les!

Slide 4 - Tekstslide

Formeel / informeel taalgebruik.
Waar denk je aan?

Slide 5 - Woordweb

Wat hoort bij elkaar?
FORMEEL
INFORMEEL
Een e-mail afsluiten met 'groetjes'
Iemand aanspreken met 'geachte'
Het gebruik van emoji's
Iemand aanspreken met 'u'
Respectvol en netjes

Slide 6 - Sleepvraag

Ik vond het fijn dat je me meehielp.
A
Formeel
B
Informeel

Slide 7 - Quizvraag

Je schrijft een zakelijke e-mail aan Leonie Buiting.

Welke aanhef is dan goed?
A
Geachte Buiting,
B
Geachte Leonie Buiting,
C
Geachte mevrouw Buiting,
D
Geachte Leonie,

Slide 8 - Quizvraag

Ga nu mijn lokaal uit! = informeel.

Hoe kan ik hetzelfde op een formele manier zeggen?


A
Wil je nu het lokaal verlaten?
B
Wilt u nu mijn lokaal verlaten?

Slide 9 - Quizvraag

INFORMEEL
(vrienden, familie etc.)

  • Schatje 
  • Lieve 
  • Yo
  • Thnxs 
  • Groetjes 
  • See you!

FORMEEL
(instanties)

  • Geachte 
  • Beste 
  • Gebruik u / uw i.p.v. je of jullie 
  • Dank u wel 
  • Met vriendelijke groet 

Slide 10 - Tekstslide

Een zakelijke e-mail schrijven

Slide 11 - Tekstslide

Schrijf je bij een zakelijke e-mail formeel of informeel?
A
Formeel
B
Informeel

Slide 12 - Quizvraag




Indeling van een e-mail
  1. Aanhef  
  2. Inleiding  
  3. Middenstuk (kern)  
  4. Slot  
  5. Afsluiting 
  • Geachte…… of Beste……. 
  • Wie ben je en waarom schrijf je. 
  • Informatie. Boodschap. Vragen. Verwijzing naar bijlagen. 
  • Verwachting. Bedanken.
  • Met vriendelijke groet,
    Je naam

Slide 13 - Tekstslide

Goed voorbeeld!

Slide 14 - Tekstslide

Waar moet je nog op letten bij het schrijven van een zakelijke email?
- Hoofdletters, komma's, punten, vraagtekens.
- Spelling van samenstellingen (bv keukenkast, tuintafel).
- Werkwoordspelling.
- Algemene spelling van woorden.

Slide 15 - Tekstslide

Nog een voorbeeld!

Slide 16 - Tekstslide

Controle voor jezelf:

  • Je weet nu dat je formele taal moet gebruiken bij een zakelijke e-mail?
  • Je weet nu uit welke 5 onderdelen een zakelijke e-mail bestaat?

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht:

Je hebt morgen een cursus op je werk. Helaas ben je ziek en kun je niet komen.

Schrijf een e-mail aan de docent Teun Janssen die de cursus geeft. Leg uit dat je niet kunt komen en vraag hem of je de cursus online kunt volgen.

Houd rekening met de indeling van jouw e-mail!

Maak de opdracht in Word. Klaar? Lever de opdracht in: l.buiting@rijnijssel.nl
1. aanhef
2. inleiding
3. middenstuk
4. slot
5. afsluiting
timer
20:00

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk:

  • Ga zelfstandig aan de slag met de opdrachten in NU Nederlands:

Onderdeel Schrijven , paragraaf 2.5
Opdracht 2 - 3 - 4

Afronden vóór de volgende les.




Slide 19 - Tekstslide

Noem 3 dingen die je vandaag geleerd hebt.

Slide 20 - Woordweb

Waarover wil je graag meer uitleg?

Slide 21 - Woordweb

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll