spelling middenbouw achtervoegsel 6-7-8


Voor- en achtervoegsels
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les


Voor- en achtervoegsels

Slide 1 - Tekstslide

Meer achtervoegsels 

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

achtervoegsels
Het achtervoegsel -achtig betekent: een beetje als.


Het achtervoegsel -baar betekent: kan.
Het achtervoegsel -loos betekent: zonder.
Het achtervoegsel -vol betekent: met veel.
Het achtervoegsel -arm betekent: met weinig.
Het achtervoegsel -rijk betekent: met veel.

Slide 4 - Tekstslide

voorvoegsel

beantwoorden
gefietst
verkopen
achtervoegsel

hoekig
gruwelijk
schoonheid
puberteit
gierigaard
lieverd

Slide 5 - Tekstslide

Achtervoegsels
achtervoegsel
betekenis
voorbeeld
-achtig
een beetje als
kinderachtig
-baar
kan
vloeibaar
- loos
zonder
zoutloos
- vol
met veel
liefdevol
-arm
met weinig
caloriearm 
-rijk
met veel
vezelrijk

Slide 6 - Tekstslide

Woorden met voorvoegsel
Woorden met achtervoegsel
waardevol
eindeloos
herexamen
herinneren
onnodig

Slide 7 - Sleepvraag

Sleep de juiste betekenis naar het voor/achtervoegsel.
vol
on
loos
her
met veel
niet
zonder
nog een keer

Slide 8 - Sleepvraag

Woord met achtervoegsel
Woord zonder achtervoegsel
bruikbaar
tafelkleed
waardeloos
pindasaus
smaakvol
kritisch
moedig
wangedrag

Slide 9 - Sleepvraag

Sleep de betekenissen van voor- of achtervoegsels naar de de juiste plek.
-arm
- rijk / - vol
met veel 
met weinig

Slide 10 - Sleepvraag

Voorvoegsel
Achtervoegsel
oneerlijk
smaakloos
herkauwen
stijlvol

Slide 11 - Sleepvraag

voorvoegsel
achtervoegsel
hergebruiken
internationaal
wanorde
jaarlijks
zinloos
bruikbaar

Slide 12 - Sleepvraag

Sleep de tekst naar het goede achtervoegsel
heid
ig
lijk
zaam
loos
baar
spaar
breek
waarde
vrij
zorge
aard

Slide 13 - Sleepvraag

Verbind de grondwoorden met het passende voor- of achtervoegsel
a
her
vol
on
aller
liefde
kennen
beste
eerlijk
sociaal

Slide 14 - Sleepvraag

Hoe kun je een bekend woorddeel herkennen?
A
Door een achtervoegsel
B
Door de klemtoon
C
Door een ander woord in het hele woord te zien
D
Door een voorvoegsel

Slide 15 - Quizvraag

Wat zijn voorvoegsels?
A
on
B
des
C
loos
D
baar

Slide 16 - Quizvraag

Kun jij voorbeelden noemen van woorden die beginnen met een voorvoegsel?
Kun jij 3 voorbeelden noemen van woorden met een achtervoegsel?

Slide 17 - Tekstslide