Herhaling 4.1 en 4.2 + rendement

Verbrandings-producten
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verbrandings-producten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:

 Kenmerken van een verbrandingsreactie weten.

Reactieproducten bij een verbrandingsreactie aantonen.

Het rendement bij een energieomzetting berekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Welke kenmerken van een verbrandingsreactie ken je?

  • Vlammen: dat zijn brandende gassen
  • Vonken en rook
  • Er komt warmte vrij: een verbranding is altijd exotherm
  • Er is zuurstof nodig
  • Er is een brandstof

Slide 3 - Tekstslide

Demo: verbranding van koolstof

Slide 4 - Tekstslide

Waarom neem je bij deze proef koolstofpoeder ipv een stukje houtskool?
A
Je kan geen stukjes houtskool in de buis krijgen.
B
Koolstofpoeder reageert sneller met zuurstof dan een stukje houtskool omdat het een groter contact oppervlak heeft.
C
Houtskool bestaat niet uit koolstof.

Slide 5 - Quizvraag

Welke verandering zie je in de wasfles en
welke stof toon je aan met kalkwater?
A
Helder kalkwater wordt troebel wit, je toont zuurstof aan.
B
Geel kalkwater wordt kleurloos, je toont koolstof aan.
C
Helder kalkwater wordt troebel wit, je toont koolstofdioxide aan.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het reactieschema voor de verbrandingsreactie?
A
koolstof (s) -> koolstof (g)
B
koolstof (s) + kalkwater (l) -> koolstofdioxide (g)
C
koolstof (s) + zuurstof (g) -> koolstofdioxide (g)
D
koolstof (s) + zuurstof (g) -> kalkwater (l)

Slide 7 - Quizvraag

Demo: verbranding van zwavel

Slide 8 - Tekstslide

AANTONEN VAN ZWAVELDIOXIDE.
Herinner je de demo: verbranding van zwavel.
op het papiertje zat geel/bruine joodoplossing.
Welke verandering heb je waargenomen aan het papiertje en
welke stof toon je met de joodoplossing aan.
A
De geel-bruine joodoplossing wordt kleurloos, je toont zwavel aan.
B
De geel-bruine joodoplossing wordt kleurloos, je toont zwaveldioxide aan
C
De kleurloze joodoplossing wordt geel-bruin, je toont zuurstof aan
D
De kleurloze joodoplossing wordt troebel, je toont koolstofdioxide aan.

Slide 9 - Quizvraag

Als een niet-ontleedbare stof verbrandt, ontstaat er een oxide. 
C(s)+O2(g)>CO2(g)
S(s)+O2(g)>SO2(g)
2Mg(s)+O2(g)>2MgO(g)
Nieuw voorbeeld: 
Bij de verbranding van magnesium ontstaat magnesiumoxide
Deze ken je al:

Slide 10 - Tekstslide

Verbranding van aardgas (=methaan)
reactieschema in woorden:
methaan (g) + zuurstof (g) -> koolstofdioxide (g) + water (l)
reactieschema in symbolen en formules (niet kloppend gemaakt):
CH4 (g) + O2 (g) -> CO2 (g) + H2O (l)

Slide 11 - Tekstslide

Hiernaast staat de r.v. voor de verbranding van methaan.
Neem de r.v. over in je schrift en maak hem kloppend.
Wat zijn de juiste coëfficiënten?
...CH4(g)+...O2(g)>...CO2(l)+...H2O(g)
A
1 -1-1-1
B
1-2-1-1
C
1-2-1-2
D
2-3-2-2

Slide 12 - Quizvraag

Water aantonen
Als je zeker zou willen weten dat de condensdruppeltjes water zijn, dan gebruik je wit kopersulfaat als reagens.
Wit kopersulfaat kleurt met water blauw

Slide 13 - Tekstslide

Conclusie:
Als er een ontleedbare stof verbrandt, dan ontstaan de oxiden van de elementen van de brandstof. 
CH4(g)+2O2(g)>CO2(g)+2H2O(l)
Voorbeeld: 
Bij de verbranding van methaan ontstaan koolstofdioxide en water.

Slide 14 - Tekstslide

Welke stoffen zullen er ontstaan bij de verbranding van het gas diwaterstofsulfide?
H2S(g)+O2(g)>...
A
water en koolstofdioxide
B
water en zwaveldioxide
C
water, koolstofdioxide en zwaveldioxide

Slide 15 - Quizvraag

Hiernaast staat de r.v. voor de verbranding van diwaterstofsulfide. Neem de r.v. over in je schrift en maak hem kloppend.
Wat zijn de juiste coëfficiënten?
...H2S(g)+...O2(g)>...H2O(l)+...SO2(g)
A
1 -1-1-1
B
1-2-1-1
C
1-2-2-1
D
2-3-2-2

Slide 16 - Quizvraag

Rendement
Bij de verbranding van een brandstof in een auto wordt chemische energie van de brandstof omgezet in bewegingsenergie.
Het rendement voor deze omzetting is geen 100%, een deel van de chemische energie wordt omgezet in warmte.

Slide 17 - Tekstslide

Opgave Rendementsberekening
Hiernaast staat een afbeelding van een eenvoudige cv-installatie. Het belangrijkste gegeven wat hier is te zien, is dat er leidingen en radiatoren nodig zijn wil je een ruimte kunnen verwarmen. De leidingen en radiatoren zijn van metaal en moeten ook opgewarmd worden, voordat de lucht in de ruimte opwarmd. Dit kun je als verlies aan energie noemen.                            (lees verder)

Slide 18 - Tekstslide

De energie die vrijkomt bij de verbranding van aardgas wordt niet volledig voor je ruimte gebruikt. 
Voor de lucht in de bewuste ruimte is 18,3 mL aardgas nodig om op temperatuur te blijven.
Voor de leidingen en radiatoren is nog eens 5,6 mL aardgas nodig.

Bereken het rendement van deze installatie.

Dit is dan ook het rendement van de hoeveelheid aardgas.

Slide 19 - Tekstslide