2V - Nederland in 1848

Wat gebeurde er met Nederland nadat Napoleon werd verslagen?
1 / 14
volgende
Slide 1: Open vraag
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gebeurde er met Nederland nadat Napoleon werd verslagen?

Slide 1 - Open vraag

Leerdoelen
  • Je kunt enkele belangrijke kenmerken noemen van het Koninkrijk der Nederlanden tussen 1815 en 1848.
  • Je kunt uitleggen welke idealen de liberalen hadden op politiek en economisch gebied.
  • Je kunt uitleggen waarom er in 1848 een nieuwe grondwet kwam.

Slide 2 - Tekstslide

Na 1815
  • Koning Willem I
  • Wel parlement, geen democratie
  • Grondwet en Censuskiesrecht 

Slide 3 - Tekstslide

Politieke stromingen
Conservatisme = Willen dat het zo blijft zoals het is.
In 1815 > De koning bepaald bijna alles, en dat is prima.

Liberalisme = Hoe meer vrijheid, hoe beter 
In 1815 > Meer inspraak voor het parlement, minder regels voor bedrijven en ondernemers

Slide 4 - Tekstslide

Belgische Revolutie

Slide 5 - Tekstslide

De Revoluties van 1848
  •  In 1848 braken er in allerlei Europese staten revoluties uit.
  • Burgers wilden een beter bestaan en meer inspraak.
  • Begin van de 'democratisering' van Europa.

Slide 6 - Tekstslide

De 5 Dagen van Milan

Slide 7 - Tekstslide

Denemarken

Slide 8 - Tekstslide

Berlijn

Slide 9 - Tekstslide

Hongarije

Slide 10 - Tekstslide

Nederland in 1848
  • Koning Willem III erg bang voor al die opstanden.
  • Vroeg Thorbecke om een nieuwe grondwet te maken.
  • Koning nu bijna geen macht meer, maar mocht al zijn rijkdom houden. 

Slide 11 - Tekstslide

In 1815 werd Nederland een...
A
Absolute Monarchie
B
Republiek
C
Constitutionele Monarchie
D
Democratie

Slide 12 - Quizvraag

Welke hoort NIET bij de ideeën van de liberalen?
A
Vrijheid van meningsuiting
B
Weinig regels voor bedrijven
C
Inspraak voor iedereen
D
Een sterke koning

Slide 13 - Quizvraag

Leg in je eigen woorden uit waarom er in 1848 een nieuwe grondwet kwam.

Slide 14 - Open vraag