Thema 5.3: Horen en zien

Een zintuig is een orgaan dat impulsen opvangt
A
Juist
B
Onjuist
1 / 26
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Een zintuig is een orgaan dat impulsen opvangt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 1 - Quizvraag

De cellen in de hoornlaag zijn...
A
Levend
B
Dood

Slide 2 - Quizvraag

Annette pakt haar pen op.
Zij voelt haar pen, doordat in de tastzintuigen impulsen ontstaan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

In welke laag zitten de tastzintuigen?
A
Kiemlaag
B
Opperhuid
C
Hoornlaag
D
Lederhuid

Slide 4 - Quizvraag

B3: Horen en zien
Leerdoelen
  • Ik kan de delen van het oor benoemen met hun functie 
  • Ik kan de bouw en werking van het oog beschrijven

Slide 5 - Tekstslide

B3: Horen en zien

Slide 6 - Tekstslide

B3: Horen en zien
De bouw van de oren
Evenwichtsorgaan en gehoororgaan

Trommelvlies wordt in trilling gebracht door geluid

Slide 7 - Tekstslide

B3: Horen en zien
De bouw van de oren
Trommelvlies geeft trilling door aan gehoorbeentjes - vloeistof in slakkenhuis

In slakkenhuis zitten de zintuigcellen!

Slide 8 - Tekstslide

B3: Horen en zien
De bouw van de oren
Buis van eustachius is verbonden met keelholte

Dit zorgt ervoor dat de trommelvlies goed kan blijven trillen

Slide 9 - Tekstslide

B3: Horen en zien
De bouw van de ogen
Door de pupil komt licht het oog binnen

Achter de pupil ligt de lens: zorgt ervoor dat je scherp kunt zien

Slide 10 - Tekstslide

B3: Horen en zien
De bouw van de ogen
Het oog bestaat uit drie lagen: 
  • harde oogvlies
  • vaatvlies
  • netvlies

Slide 11 - Tekstslide

Hoe heet onderdeel 4?

Slide 12 - Open vraag

Barbara heeft bruine ogen.
Dat komt doordat haar pupillen bruingekleurd zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

B3: Horen en zien
De bouw van de ogen
In het netvlies ligt de gele vlek: hiermee kun je het scherpst zien

De plek waar de oogzenuw het oog verlaat is de blinde vlek

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

B3: Horen en zien
De pupilrelfex
Regelt de hoeveelheid licht die het oog binnen valt

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Bij fel licht is de pupil...
A
klein
B
groot

Slide 21 - Quizvraag

B3: Horen en zien
De werking van de ogen
De lens kan boller en platter worden, zodat het licht precies op het netvlies valt

Slide 22 - Tekstslide

B3: Horen en zien
De werking van de ogen
Bijziend: ziet dichtbij scherp. De lens is te bol

Verziend: ziet in de verte scherp. De lens is te plat 

Slide 23 - Tekstslide

Als je bijziend bent heb je dan een + of - bril nodig?
A
+
B
-

Slide 24 - Quizvraag

B3: Horen en zien
De werking van de ogen
Bijziend: ziet dichtbij scherp
  • negatieve bril nodig

Verziend: ziet in de verte scherp
  • positieve bril nodig

Slide 25 - Tekstslide

B3: Horen en zien
Leerdoelen
  • Ik kan de delen van het oor benoemen met hun functie 
  • Ik kan de bouw en werking van het oog beschrijven

B3: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8,

verdieping: 9, 10

Slide 26 - Tekstslide