Thema 5 basisstof 6+7+8

Verzorging
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Verzorging

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Huiswerk bespreken
Hoofdstuk 5 basisstof 6
Vragen beantwoorden
Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Huiswerk bespreken
Hoofdstuk 5 basisstof 6
Aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk voor 20 juni
Maken basisstof (2+3+4+) 5
Leren basisstof 1+2+3+4+5

27 juni toets Hoofdstuk 5 basisstof 1 tm 6


Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk voor 20 juni
Maken basisstof (2+3+4+) 5 + 6
Leren basisstof 1+2+3+4+5+6

27 juni toets Hoofdstuk 5


Slide 5 - Tekstslide

Aan de slag
Reflecteren op basisstof 1 tm 5
Maken vragen basisstof 6
Maken Test jezelf Hoofdstuk 5




Slide 6 - Tekstslide

Thema 5
Basisstof 6
Uitgaven in je dagelijks leven

Slide 7 - Tekstslide

Doel
  • Je kunt de uitgaven van een gezin in groepen verdelen.
  • Je kunt aangeven welke redenen een rol kunnen spelen bij aankoop van kleding.
  • Je kunt aangeven hoe je informatie voor consumenten kunt krijgen.
  • Je kunt uitleggen hoe een vergelijkend warenonderzoek in elkaar zit.
  • Je kunt rechten en plichten van een consument beschrijven.

Slide 8 - Tekstslide

Uitgaven
= Geld dat je aan iets uitgeeft
Gezinsuitgaven:
  • Huishoudelijke uitgaven
  • Persoonlijke uitgaven bv. kleding

Reserveringsuitgaven = uitgaven die maar af en toe voorkomen (bijvoorbeeld een auto of een wasmachine)


Slide 9 - Tekstslide

Functies van kleding
  • bescherming en veiligheid
  • steun of ondersteuning 
  • hygiëne
  • herkenning
  • uiterlijk
  • kledinguiting

Slide 10 - Tekstslide

Consument
Iemand die iets koopt. bv een product.

Koopovereenkomst: bewijs is de kassabon

Slide 11 - Tekstslide

recht - plicht
Je hebt recht op een deugdelijk product

Je plicht is om te betalen


Slide 12 - Tekstslide

ondeugdelijk product
Als iets niet goed werkt, of kapot is binnen een tijd waarin je dat niet zou verwachten, kun je teruggaan.
De verkoper moet het product repareren, vervangen of geld teruggeven.

Slide 13 - Tekstslide

Garantie
Als het product stuk gaat binnen de termijn, hoef je daar niet voor te betalen.

Garantiebewijs: Hierop staat dat je garantie hebt.
Garantietermijn: De tijd waarin de garantie geldt.

Let op: Je moet wel goed voor het product gezorgd hebben!

Slide 14 - Tekstslide

Consumentenbond
Onafhankelijk orgaan die advies geeft over producten. Door bijvoorbeeld een vergelijkend warenonderzoek.

Consumentengids: tijdschrift van de consumentenbond

Slide 15 - Tekstslide

Vergelijkend WarenOnderzoek

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag

Maken vragen basisstof 6



Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk voor 20 juni
Maken basisstof (2+3+4+) 5 + 6
Leren basisstof 1+2+3+4+5+6

27 juni toets Hoofdstuk 5


Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk voor 
Leren en maken thema 5 basisstof 6


Slide 19 - Tekstslide

Cijfers uitdelen
invoeren

Slide 20 - Tekstslide

Recensie
Waarop moet je letten als je op websites zoekt naar meningen van anderen over een product?

Slide 21 - Tekstslide

Thema 5
Basisstof 7
Omgaan met geld

Slide 22 - Tekstslide

Impulsaankoop
Iets kopen wat je niet van plan was

Slide 23 - Tekstslide

Budget
Het geld dat je kunt uitgeven

Slide 24 - Tekstslide

Nibud
Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting

Geeft advies over allerlei geldzaken


Slide 25 - Tekstslide

Redenen om kleding te dragen

Slide 26 - Woordweb

Redenen om kleding te dragen
Je beschermen
Je mooi maken
Mensen herkennen
Je cultuur
Bij een groep horen
Je godsdienst

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag

Maken vragen basisstof 7

Slide 28 - Tekstslide

Thema 5
Basisstof 8
Mantelzorg

Slide 29 - Tekstslide

Mantelzorg
Zorgen voor iemand uit je omgeving. 
(in je vrije tijd, zonder betaling)

Je zorgt bijvoorbeeld voor je broertje, je oma of je buurvrouw.
Als je dit minimaal 8 uur per week doet, ben je mantelzorger.

Slide 30 - Tekstslide

Zelfzorg, mantelzorg en prosessionele zorg
• Zelfzorg: Is zorgen voor jezelf.
Bijvoorbeeld: je wast jezelf, je zorgt voor je eten.
• Mantelzorg: Is zorgen voor elkaar.
Je zorgt bijvoorbeeld voor je broertje, je vader helpt je met je huiswerk.
• Professionele zorg: Is zorgen als beroep.
Als je naar de huisarts gaat, de huisarts wordt betaald voor zijn werk.

Slide 31 - Tekstslide

Zelfzorg als je ziek bent
Je kunt zelf veel doen om beter te worden. Je kunt kiezen voor een gezondere manier van leven. Je kunt bijvoorbeeld meer fruit eten of meer bewegen.
Je kunt een huismiddeltje gebruiken voor de klacht, bijvoorbeeld warme melk met honing drinken tegen de keelpijn.
Je kunt ook een geneesmiddel gebruiken. Bijvoorbeeld een pijnstiller.

Als de klacht heel ernstig is, is het beter om naar de huisarts te gaan.

Slide 32 - Tekstslide

Mantelzorg als je ziek bent
Ook de mensen om je heen kunnen voor je zorgen. De familie of vrienden zorgen voor je eten en drinken. Je familie en vrienden houden je gezelschap. Door hun gezelschap kun je je vrolijker voelen.
Je kunt misschien even de pijn vergeten.

Als het nodig is, waarschuwen ze de huisarts. Je familie en vrienden helpen je om de raad van de huisarts op te volgen.

Slide 33 - Tekstslide

0

Slide 34 - Video

Huiswerk voor 4 februari: 

Maken basisstof 6 + 7 + 8
Leren basisstof 1 + 2 + 6 + 7 + 8

Invullen werkhouding



Slide 35 - Tekstslide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 36 - Tekstslide