Periode 3, Week 5: Bewustzijn meten

Vitale functies: Bewustzijn controleren
Periode 3, week 5
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vitale functies: Bewustzijn controleren
Periode 3, week 5

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Na deze les kun je het bewustzijn van de zorgvrager:
  • Meten
  • Interpreteren en actie ondernemen bij afwijkende waarden.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mijn Thieme 
Thieme Meulenhoff: Basiszorg en palliatieve zorg
Module 7: Observeren vitale functies
Kop 2 : Meten van vitale functies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent hypotensie?

Slide 4 - Woordweb

Lage bloeddruk 
Hoe wordt de onderdruk ook wel genoemd?

Slide 5 - Woordweb

Diastolische druk:
onderdruk (diastolische druk): heerst in de slagaders als het hart zich in de ontspanningsfase bevindt.
Noem klachten bij hypertensie

Slide 6 - Woordweb

Hoofdpijn
Vermoeidheid
Misselijkheid
Kortademigheid
Rusteloosheid
Opdracht 1
Zoek in 2 tallen op wat de gradaties zijn van een verstoord bewustzijn. (10 min)


Dit wordt klassikaal nabesproken.

Slide 7 - Tekstslide

Een (licht) verminderd bewustzijn: niet bewusteloos, maar bepaalde zintuiglijke waarnemingen worden niet goed verwerkt.
Lichte bewusteloosheid: niet bij bewustzijn, er wordt op aanspreken niet gereageerd, maar wel na het toedienen van pijnprikkel d.m.v. kreunen, bewegen
Bewusteloosheid / coma: niet bij bewustzijn, er wordt nergens op gereageerd

EMV
EMV= Eyes Movement Verbal score
Als verpleegkundige controleer je het bewustzijn bij een zorgvrager, die niet of onvoldoende reageert op normaal aanspreken of aanraken. Dit doe je ook als het bewustzijn bij een zorgvrager duidelijk gestoord is, zoals bij een neurologisch aandoening of een hoofdtrauma.
De EMV score is een eenduidige scorelijst om het bewustzijnsniveau te bepalen. Deze score is universeel en wordt wereldwijd afgenomen.

Slide 8 - Tekstslide

Bewustzijn: de mate waarin iemand kan reageren op prikkels uit de omgeving. Vitale parameter “bewustzijn” zegt iets over het functioneren van de hersenen.
(Slaap = verminderd bewustzijn)
Stoornissen in het bewustzijn kunnen het leven bedreigen, vooral omdat ook de vitale lichaamsfuncties circulatie en ademhaling ernstig bedreigd kunnen worden (of zijn). Wanneer een cliënt plotseling buiten bewustzijn raakt, dient eerst het bewustzijn snel en adequaat gecontroleerd te worden. Veranderingen in de EMV dienen direct te worden gemeld bij de arts. Als er een acute verandering in het bewustzijn optreedt, kan het zijn dat de arts een CT-scan wil laten maken. Ook kan een cliënt medicatie toegediend krijgen die de zwelling in de hersenen doet afnemen
Verminderd bewustzijn door:
- Hersenletsel na ongeluk
- herseninfarct/-bloeding
- Zuurstof tekort. Problemen met de ademhaling, geeft een langdurig gebrek aan zuurstof in de hersenen
- Hartinfarct; circulatie is niet adequaat, hierdoor problemen met de zuurstofvoorziening in de hersenen
- Medicatie-intoxicatie
- Hypo- / hyperglykemie
- Koorts (hyperthermie)
- Delier en epileptisch insult

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

EMV berekenen

Slide 10 - Tekstslide

Meten van het bewustzijn
Het bewustzijn kan met verschillende hulpmiddelen worden gemeten. Een veelgebruikte methode is de Glasgow Coma Scale, waarmee de EMV-score wordt afgenomen. Door middel van een scorelijst wordt in kaart gebracht hoe iemand motorisch, verbaal en met de ogen reageert op vragen of op een pijnprikkel.
De minimale score bedraagt 3 punten, de maximale score 15.
Aan de hand van de score bepaalt de arts het bewustzijnsniveau van de zorgvrager. De arts let daarbij op de verhouding tussen de afzonderlijke scores van E, M en V.
maximale score van 8 punten: in coma
9-12 punten: bij ongevallen (matig / ernstig letsel)
13-15 punten: bij ongevallen licht hersenletsel

Pupil controle
Pupillen controleer je op:
  1. Vorm
  2. Diameter
  3. Lichtreactie van beide pupillen
  4. Symmetrie
  5. Oogbewegingen

Slide 11 - Tekstslide

Naast het afnemen van de EMV, is het beoordelen van de pupillen ook een belangrijke informatiebron over de toestand van de cliënt.
Bij neurologische aandoeningen is het van groot belang om beide pupillen te controleren. Bij een verhoging van de intracraniële druk kunnen namelijk pupilveranderingen optreden.
De pupillen controleer je op:
Vorm. Normaal rond. Niet rond, dan doorgeven aan arts
diameter (afzonderlijk en in relatie tot elkaar): bij veschillen in mm meteen doorgeven aan arts = ernstig
lichtreactie van beide pupillen,
Symmetrie
oogbewegingen.
Pupil wordt kleiner als er licht in schijnt.

Huiswerk
Thieme Meulenhoff: Basiszorg en palliatieve zorg
Module 7: Observeren vitale functies
Kop 2 : Meten van vitale functies
Maak de verwerkingsopdrachten en begrijp je de theorie

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies