3.3 De sociale kwestie

3.3
De sociale kwestie
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.3
De sociale kwestie

Slide 1 - Tekstslide

Lesvolgorde
  1. Herhaling
  2. Sociale kwestie 3.3 bespreken
  3. Wat weet je van 3.3?
  4. Opdracht maken

Slide 2 - Tekstslide

Wat past bij Willem I
A
macht bij parlement
B
minister dienaar van de koning
C
parlementaire democratie
D
Absolutisme

Slide 3 - Quizvraag

Welke koning gaf opdracht de nieuwe grondwet van 1848 te schrijven?

Slide 4 - Open vraag

Wie schreef de grondwet
van 1848?

Slide 5 - Open vraag

Welke politieke stroming werd na 1848 het belangrijkst?
A
Socialisten
B
katholieken
C
Liberalen
D
protestanten

Slide 6 - Quizvraag

Lesdoelen 3.3
  • Arbeid en ellende aan het begin van de industrialisatie
  • De sociale kwestie
  • Arbeiders komen voor zichzelf op --> vakbonden
  • Begin van sociale wetten

Slide 7 - Tekstslide

Sociale kwestie
Slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders
Het armoedeprobleem

Slide 8 - Tekstslide

Arbeid en ellende begin industrialisatie
  • Rijke burgerij profiteerde het meest van de industrialisatie (bourgeoisie)
  • Arbeiders slechte werkomstandigheden (lange werkdagen, werken met gevaarlijke machines)
  • Lage lonen
  • Geen rechten voor arbeiders, kon gemakkelijk ontslagen worden
  • Geen werk -->geen loon
  • Onzekerheid of er wel, geen werk was

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Kinderarbeid is heel gewoon

Slide 11 - Tekstslide

Geen uitkering
  • Zieken, bejaarden en invaliden waren aangewezen op de liefdadigheid van de kerkelijke armenzorg
  • Ze kregen eten, kleding en brandstof van de kerk (maar dat was weinig)

Slide 12 - Tekstslide

Oprichting van vakbonden
  • Arbeider machteloos, je kon zomaar ontslagen worden
  • Ze gingen vakbonden oprichten om voor hun belangen op te komen (meer loon, kortere werkdagen, betere arbeidsomstandigheden)
  • Vakbonden gingen voor werknemers onderhandelen (ze konden dreigen met staken)

Slide 13 - Tekstslide

Vakbonden
  • Vakbonden onderhandelden namens werknemers (arbeiders) met werkgevers (de fabrieksdirecteuren, de ondernemers)

Slide 14 - Tekstslide

Invoering Sociale wetten
  • Zeer slechte woon- werkomstandigheden arbeider
  • Regering zag dat ze hier iets aan moesten doen
  • 1874 Invoering eerste sociale wet (kinderwetje Van Houten --> kinderarbeid onder de 12 jaar in fabrieken verboden)
  • Van Houten liberaal (bijzonder dat hij het kinderwetje maakte)
  • Invoering meer sociale wetten

Slide 15 - Tekstslide

Samuel 
van
Houten

Slide 16 - Tekstslide

Liberalen
  • Samuel van Houten: bedenker van het kinderwetje
  • Van Houten was liberaal
  • Liberalen willen vrijheid, ook economische vrijheid
  • Liberalen, de rijke burgerij (bourgeoisie)
  • Liberalen wilden niet dat de overheid zich bemoeide met de arbeidsomstandigheden
  • Maar Van Houten greep in met de kinderwet. De overheid ging zich bemoeien met de arbeidsomstandigheden.

Slide 17 - Tekstslide

Arbeiders gaan (klein beetje mee) profiteren van industrialisatie
  • Kinderarbeid mocht niet meer in de fabrieken (maar wel op het platteland op de boerderijen)
  • Na 1900 --> arbeiders gingen meer verdienen, zodat ze gezin konden onderhouden
  • 1901 leerplichtwet, kinderarbeid verdween!

Slide 18 - Tekstslide

Hoe wordt de fabriek afgebeeld?

Slide 19 - Open vraag

Wat is de sociale kwestie?

Slide 20 - Open vraag

Waarom was het bijzonder dat Samuel van Houten met het kinderwetje kwam?
A
Hij was socialist
B
Hij was een fabrieksdirecteur
C
Hij was katholiek
D
Hij was liberaal

Slide 21 - Quizvraag

Waarom werden er vakbonden opgericht door de arbeiders?

Slide 22 - Open vraag

Ander woord voor bourgeoisie.

Slide 23 - Open vraag

Wat heb je geleerd over paragraaf 3.3?

Slide 24 - Woordweb