4.3 Ongelijkheid in Arme en Rijke landen

Ongelijkheid in arme en rijke landen

4.3 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ongelijkheid in arme en rijke landen

4.3 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
  • Herhaling
  • Uitleg deel 1 van 4.3 
  • Opdrachten 

Slide 2 - Tekstslide

Is Peru een centrumland, een semi-periferie of een periferie
Centrumland
Semi-Periferie
Periferie

Slide 3 - Poll

Waarmee wordt aangegeven hoeveel mensen kunnen lezen en schrijven?

Slide 4 - Open vraag

Wat is het verschil tussen welvaart en welzijn?

Slide 5 - Open vraag

Leerdoelen
  • Je kent het verschil tussen sociale en regionale ongelijkheid en tussen de formele en informele sector.
  • Je begrijpt hoe je die begrippen kunt gebruiken bij het bepalen van de rijkdom van een gebied.
  • Je kunt met gegevens over de beroepsbevolking bepalen of een land arm of rijk is.

Slide 6 - Tekstslide

Wat voor werk kan je doen als je in de informele sector werkt?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

Kenmerken werken in de informele sector:
  • niets officieel genoteerd
  • wisselende inkomsten
  • geen uitkering bij ziekte

Slide 9 - Tekstslide

Kenmerken werken in de informele sector:
  • niets officieel genoteerd
  • wisselende inkomsten
  • geen uitkering bij ziekte

Groot verschil tussen mensen die werken in de informele en de formele sector

Slide 10 - Tekstslide

Groot verschil tussen mensen die werken in de informele en de formele sector
sociale ongelijkheid – Verschillen in welvaart tussen mensen. 

Slide 11 - Tekstslide

Arme mensen vaak aangewezen op liefdadigheid van rijkere mensen

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kent het verschil tussen sociale en regionale ongelijkheid en tussen de formele en informele sector.
  • Je begrijpt hoe je die begrippen kunt gebruiken bij het bepalen van de rijkdom van een gebied.
  • Je kunt met gegevens over de beroepsbevolking bepalen of een land arm of rijk is.

Slide 13 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
Maken opdracht 1,2,3 van 4.3
timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Ongelijkheid in arme en rijke landen

4.3 

Slide 15 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
  • Herhaling
  • Uitleg deel 2 van 4.3 
  • Opdrachten 

Slide 16 - Tekstslide

Als een land een grote informele sector is de sociale ongelijkheid
Klein
Groot

Slide 17 - Poll

Wat voor werk doen mensen in de informele sector?

Slide 18 - Open vraag

Leerdoelen
  • Je kent het verschil tussen sociale en regionale ongelijkheid en tussen de formele en informele sector.
  • Je begrijpt hoe je die begrippen kunt gebruiken bij het bepalen van de rijkdom van een gebied.
  • Je kunt met gegevens over de beroepsbevolking bepalen of een land arm of rijk is.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

  • verschillen tussen mensen in wijken van steden met hoog inkomen en wijken met mensen met laag inkomen
  • verschillen in inkomen tussen mensen in steden en platteland

regionale ongelijkheid

Slide 21 - Tekstslide

regionale ongelijkheid – Verschillen tussen rijke en arme gebieden binnen een land,
bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid, scholing en koopkracht. 

Slide 22 - Tekstslide

Regionale ongelijkheid NL
Regionale ongelijkheid Brazilië

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Beroepsbevolking van landen kun je verdelen in drie groepen:
  • landbouw
  • industrie
  • diensten

Slide 25 - Tekstslide

Veel mensen werken in de landbouw
Centrumland
Semi-Periferie
Periferie

Slide 26 - Poll

Veel mensen werken in de industrie
Centrumland
Semi-Periferie
Periferie

Slide 27 - Poll

Veel mensen werken in de diensten
Centrumland
Semi-Periferie
Periferie

Slide 28 - Poll

Leerdoelen
  • Je kent het verschil tussen sociale en regionale ongelijkheid en tussen de formele en informele sector.
  • Je begrijpt hoe je die begrippen kunt gebruiken bij het bepalen van de rijkdom van een gebied.
  • Je kunt met gegevens over de beroepsbevolking bepalen of een land arm of rijk is.

Slide 29 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
Opdrachten blad 
Klaar? Alle opdrachten van 4.3
timer
5:00

Slide 30 - Tekstslide