Gebruiksvoorwerpen bij beroepen

Voorwerpen bij beroepen.
Wie gebruikt het voorwerp?
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voorwerpen bij beroepen.
Wie gebruikt het voorwerp?

Slide 1 - Tekstslide

bakstenen

Slide 2 - Tekstslide

de boor

Slide 3 - Tekstslide

het broodmes

Slide 4 - Tekstslide

het cement

Slide 5 - Tekstslide

de ladder

Slide 6 - Tekstslide

de hamer

Slide 7 - Tekstslide

de hamer

Slide 8 - Tekstslide

de kwast

Slide 9 - Tekstslide

de zeem

Slide 10 - Tekstslide

de rekenmachine

Slide 11 - Tekstslide

het plamuurmes

Slide 12 - Tekstslide

de spijkers

Slide 13 - Tekstslide

de stethoscoop

Slide 14 - Tekstslide

de verfroller

Slide 15 - Tekstslide

de waterpomptang

Slide 16 - Tekstslide

de rolmaat

Slide 17 - Tekstslide

de schilder

de metselaar
de huisarts
de tandarts

Slide 18 - Sleepvraag

de glazenwasser
de timmerman
de rechter
de loodgieter

Slide 19 - Sleepvraag

Wat is dit?
A
de waterpomptang
B
de hamer
C
de kwast
D
de zeem

Slide 20 - Quizvraag

Wat is dit?
A
de boor
B
de stethoscoop
C
de hartklopper
D
de rolmaat

Slide 21 - Quizvraag

Wat is dit?
A
de bakstenen
B
de kwast
C
de verfroller
D
de ladder

Slide 22 - Quizvraag

Wat is dit?
A
het plamuurmes
B
de emmer
C
het cement
D
de bakstenen

Slide 23 - Quizvraag

Wat is dit?
A
de zeem
B
het mes
C
de waterpomptang
D
de rolmaat

Slide 24 - Quizvraag

Wat is dit?
A
de spijkers
B
de hamer
C
de ladder
D
de timmers

Slide 25 - Quizvraag

Wat is dit?
A
de rekening
B
de rolmaat
C
de kwast
D
de rekenmachine

Slide 26 - Quizvraag

Bij welke beroepen gebruik je een ladder?

Slide 27 - Open vraag

Maak een zin met het woord:
hamer

Slide 28 - Open vraag

Maak een zin met het woord:
cement

Slide 29 - Open vraag

Maak een zin met het woord:
stethoscoop

Slide 30 - Open vraag

Klaar!

Slide 31 - Tekstslide