Bevoegd en Bekwaam

BIG 
Bevoegd Bekwaam
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

BIG 
Bevoegd Bekwaam

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen 
  • Je weet wat de wet BIG inhoudt
  • Je weet wat een voorbehouden handeling inhoudt
  • Je weet aan welke voorwaarden je moet voldoen om een voorbehouden handeling uit te voeren 
  • Je weet het verschil tussen een voorbehouden en een risicovolle handeling  

Slide 2 - Tekstslide

Waar staat de wet BIG voor?
A
Beroep in de gezondheidszorg
B
Betrokkenen in de Individuele Gezondheidszorg
C
Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg

Slide 3 - Quizvraag

Waar denken jullie aan
bij de WET BIG?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Alle zorgverleners vallen
onder de wet BIG
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Artikel 3-beroepen: hebben een wettelijk beschermde beroepstitel; moeten zich registreren in het BIG-register; vallen onder het tuchtrecht. 

Apotheker 
Arts 
Fysiotherapeut 
Gezondheidszorgpsycholoog 
Orthopedagoog-generalist 
Physician assistant 
Psychotherapeut 
Tandarts 
Verloskundige 
Verpleegkundige

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Artikel 34-beroepen hebben een wettelijk beschermde opleidingstitel;        kunnen zich niet registreren in het BIG-register;  vallen niet onder het tuchtrecht. 
Apothekersassistent 
Diëtist 
Ergotherapeut 
Huidtherapeut 
Logopedist 
Mondhygiënist / Tandprotheticus 
Oefentherapeut /Optometrist 
Orthoptist /Podotherapeut 
Radiodiagnostisch laborant / Radiotherapeutisch laborant 
Verzorgende in de individuele gezondheidszorg (VIG’er)

Slide 9 - Tekstslide

Waar denken jullie aan bij voorbehouden handelingen?

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Video

I.M. injecteren is een
A
voorbehouden handeling
B
risicovolle handeling
C
voorbehouden en risicovolle handeling
D
een handeling

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn voorbehouden handelingen?
Voorbehouden handelingen vormen een specifieke groep binnen de risicovolle handelingen. Het betreft handelingen die door de individuele professionals beroepsmatig worden verricht. 
In de Wet BIG worden 14 risicovolle handelingen aangemerkt als voorbehouden handelingen. Een arts mag met inachtneming van bepaalde voorwaarden, aan een andere beroepsbeoefenaar (bijvoorbeeld verpleegkundige of verzorgende) opdracht geven via een uitvoeringsverzoek, een voorbehouden handeling te verrichten.

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn risicovolle handelingen?
Risicovolle handelingen zijn handelingen die bij de uitvoering van de handeling risico’s meebrengen voor de cliënt. 
Bijv. het toedienen van de sondevoeding. Deze handeling is niet voorbehouden, maar er zijn wel risico’s. 
Dat wil zeggen: handelingen die bij onbekwaam en onzorgvuldig handelen vrijwel zeker tot gezondheidsschade zullen leiden. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

De zorgverlener die medicijnen gereedmaakt moet hiervoor .... zijn
A
bevoegd
B
bekwaam
C
bevoegd en bekwaam
D
niet bevoegd en bekwaam

Slide 16 - Quizvraag

bevoegd en bekwaam
 Als zorgmedewerker moet je bekwaam en bevoegd zijn.
Bevoegd = formele toestemming( bv diploma)
Bekwaam = Vaardigheden en capaciteiten.
Dat is in het belang van de cliënt (veilige zorg), van de zorgmedewerker (veilig werken) én van de zorgorganisatie (verantwoordelijk voor veilige zorg en veilig werken).

Slide 17 - Tekstslide

De hoofdregels zijn:

Als je bekwaam bent, ben je bevoegd (je hebt niet persé een diploma nodig om iets te kunnen, je kunt ook iets geleerd hebben op een andere wijze, maar dan is dat wel lastiger aan te tonen).

En omgekeerd; als je onbekwaam bent, ben je onbevoegd (als je iets niet kunt, ben je onbevoegd; en ook: je kunt iets geleerd hebben in de opleiding, maar niet meer de vaardigheid hebben – dan ben je niet meer bekwaam en daarmee onbevoegd).

Slide 18 - Tekstslide

Wanneer ben je bevoegd en bekwaam?
A
als je je diploma verpleegkunde heb
B
als je denkt dat je het wel kan
C
als je geschoold bent in de handeling
D
als je de opdracht van een arts krijgt

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Wanneer ben je bevoegd om een handeling uit te voeren?
A
Als je scholing voor de handeling hebt gevolgd.
B
Als je de handeling meerdere keren zelfst. hebt uitgevoerd.
C
Je mag iemand anders een taak geven de handeling uit te voeren
D
Geen idee

Slide 21 - Quizvraag

Bekwaamheid
Kennis; 
o.a over de handeling, juiste techniek, actuele richtlijnen.

Vaardigheden; 
om handeling uit te voeren, in te schatten wanneer hulp nodig is, handelen bij complicaties.

Attitude;
zorgvrager gerust kunnen stellen, kunnen omgaan met stress, rustig bklijven bij tegenslag.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Injecteren
Je bent een verpleegkundige op een afdeling en je krijgt de opdracht om een intramusculaire injectie toe te dienen aan een patiënt. Je hebt de training gevolgd voor het toedienen van injecties, maar je voelt je niet zeker van jezelf omdat het een tijdje geleden is dat je deze handeling hebt uitgevoerd.

Slide 26 - Tekstslide

Anti biotica
Je werkt als verpleegkundige op een afdeling voor interne geneeskunde. Een arts heeft een opdracht geschreven om een intraveneuze (IV) antibiotica-infuus toe te dienen aan een patiënt die is opgenomen vanwege een ernstige infectie. De patiënt is al enige tijd op de afdeling en heeft eerder IV-medicatie ontvangen.
Terwijl je de opdracht leest, realiseer je je dat de voorgeschreven medicatie een nieuwe antibiotica is die je niet eerder hebt toegediend. Je hebt echter wel ervaring met het toedienen van IV-medicatie in het algemeen tijdens je opleiding en eerdere klinische praktijk

Slide 27 - Tekstslide

Reanimatie
Als verpleegkundige werk je op een afdeling waar plotselinge noodgevallen kunnen optreden. Je hebt Reanimatie-training gehad en je hebt het certificaat behaald, maar je hebt nog nooit in de praktijk gereanimeerd. Op een dag roept een collega om hulp omdat een patiënt een hartstilstand heeft. Hoe bepaal je of je bevoegd en bekwaam genoeg bent om te reanim

Slide 28 - Tekstslide