5.3 Brand!

Brand!!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Brand!!

Slide 1 - Tekstslide

Doelen 

Jij kan na de les vertellen wat de drie voorwaarden zijn voor brand. 
Jij weet hoe jij een oliebrand kan blussen. 


Slide 2 - Tekstslide

Spoorboekje
Voorkennis
3 Voorwaarden voor brand: branddriehoek
Vuur blussen
Terugkoppeling
Opdrachten 5.3

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis: chemische reactie
                            volledige reactie      onvolledige reactie
Kleur vlam

Beginstoffen


Eindstoffen

Slide 4 - Tekstslide

Branddriehoek
1.    Er moet een brandstof aanwezig zijn.
2.   De temperatuur van de brandstof moet hoger 
       zijn dan de ontbrandingstemperatuur.
3.   Er moet voldoende zuurstof aanwezig zijn. 

Brand moet voldoen aan deze drie 
voorwaarden.

Slide 5 - Tekstslide

Noem zo veel mogelijk manieren om een brand te blussen.

Slide 6 - Open vraag

Brand blussen: Blusdeken.





Blusdeken

Slide 7 - Tekstslide

Brand blussen
Wat: Practica een oliebrand blussen. 
Hoe: In tweetallen.
Nodig: Schaaltje, lucifers, een natte doek, spuitbus met water, spuitbus met schuim. 
De olie doen wij in het schaaltje.
Uitvoering:
1. Labjas aan en bril op, en de benodigdheden pakken. 
2.  Steek het schaaltje gevuld met benzine aan met de lucifers. Blus het vervolgens met water. 
3. Blus de brand met de natte doek. Altijd van je af, niet naar je toe!
4. Vul het schaaltje opnieuw, en blus deze nu met schuim. 

Klaar: Tafel opruimen en ga daarna verder met de opdrachten uit 5.3.

Slide 8 - Tekstslide

Wat: Practica een oliebrand blussen.
Hoe: In tweetallen.
Nodig: Schaaltje, lucifers, een natte doek, spuitbus met water, spuitbus met schuim.
De olie doen wij in het schaaltje.
Uitvoering:
1. Labjas aan en bril op, en de benodigdheden pakken.
2. Steek het schaaltje gevuld met benzine aan met de lucifers. Blus het vervolgens met water.
3. Blus de brand met de natte doek. Altijd van je af, niet naar je toe!
4. Vul het schaaltje opnieuw, en blus deze nu met schuim.

Klaar: Tafel opruimen en ga verder met de opdrachten uit 5.3.

Slide 9 - Tekstslide

Wat gebeurt er als je een oliebrand blust met water?
A
Het vuur wordt geblust
B
Het vuur brandt door

Slide 10 - Quizvraag

Welk onderdeel uit de branddriehoek probeerde je met behulp van water weg te halen.
A
Warmte
B
Brandstof
C
Zuurstof

Slide 11 - Quizvraag

Welk onderdeel uit de branddriehoek probeerde je met behulp van schuim weg te halen?
A
Warmte
B
Brandstof
C
Zuurstof

Slide 12 - Quizvraag

Wat is nodig voor een verbranding?
A
Brandstof, water, vuur
B
Warmte, brandstof, zuurstof
C
Zuurstof, Stikstof en waterstof
D
Warmte, lucht en zuurstof

Slide 13 - Quizvraag

Wat is onvolledige verbranding?
Een verbranding met ........
zuurstof
A
Te veel
B
Te weinig
C
Geen
D
Geen idee

Slide 14 - Quizvraag

Welke stof is gevaarlijk bij een ONVOLLEDIGE verbranding4
A
aardgas
B
zuurstof
C
koolstofmono-oxide
D
waterdamp

Slide 15 - Quizvraag

Voor een goede verbranding heb je altijd ...... nodig?
A
Ontbrandings- temperatuur, Zuurstof, Brandstof
B
Zuurstof en ontbrandings-temperatuur
C
Brandbare stof, Ontbrandings-temperatuur Koolstofdioxide
D
Zuurstof, Stikstof Koolstofdioxide

Slide 16 - Quizvraag

Een olie brand kun je NIET blussen met...?
A
Zand
B
Schuim
C
Blusdeken
D
Water

Slide 17 - Quizvraag

Een mobiel maakt gebruik van .... energie.
A
chemische
B
zonne-
C
elektrische

Slide 18 - Quizvraag

Hoe heet de opgeslagen energie in een brandstof?
A
Chemische energie
B
Verbrandingsenergie
C
Brandstof energie
D
Elektrische energie

Slide 19 - Quizvraag

Bij een onvolledige reactie ontstaat koolstofmonoxide en waterdamp en roet.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Terugkoppeling
Doelen:
Wat zijn de 3 voorwaarden voor brand?
Hoe blus je een oliebrand?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide