GHZ les 2

 Gehandicaptenzorg
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GehandicaptenzorgMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

 Gehandicaptenzorg

Slide 1 - Tekstslide

Les 2
- Terugblik vorige les
Te behandelen onderwerpen: 
Geschiedenis in de Gehandicaptenzorg; 
Diagnose; 
Oorzaken van een verstandelijke beperking. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het begrip van een verstandelijke beperking?

Slide 3 - Woordweb

Het begrip verstandelijke beperking
= duidelijke beperking in zowel het intellectuele functioneren als het aanpassingsvermogen. Bij een beperking in het aanpassingsvermogen kan iemand niet handelen naar de normen die horen bij zijn leeftijd. Het gaat om normen op het gebied van sociale vaardigheden, verantwoordelijkheden, communicatie, onafhankelijkheid en zelfredzaamheid. De beperking treedt op vóór de leeftijd van 18 jaar

Slide 4 - Tekstslide

Vorige week zagen we de grafiek van de IQ indeling.
Er zijn 3 verschillende delingen (LVB, MVB en EVB) in IQ waarin je mensen met een verstandelijke beperking kunt 'plaatsen'.
Is dit waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

We spraken over de begrippen stoornis, beperking en handicap.
Bij een stoornis gaat het over het defect of het ontbreken van een orgaan of een orgaanfunctie, rekening houdend met de leeftijd van de betrokkenen.
Is dit waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Een stoornis is subjectief te checken.
Is dit waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer ervaar je een handicap?

Slide 9 - Woordweb

Handicap
Een handicap is een participatieprobleem. Het gaat om de nadelige positie van iemand met een beperking in de maatschappij. Mensen voelen zich gehandicapt als ze problemen ervaren bij deelname aan de samenleving.

Participatieproblemen: 
- Scholing; 
- Arbeid; 
- Het sociale leven; 
- Vrijetijdsbesteding. 

Slide 10 - Tekstslide

Niet iedereen met een beperking ervaart een handicap. Geef aan welke zorgvragers op basis van het werk dat ze doen waarschijnlijk een handicap ervaren?

--> Lisa is concertpianist en is door klussen in huis 2 vingers kwijtgeraakt
A
ervaart hierbij wel een handicap
B
ervaart hierbij geen handicap

Slide 11 - Quizvraag

Geschiedenis in de gehandicaptenzorg

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht
Maak 3 groepen en verdiep je in de geschiedenis van de GHZ
Groep 1: Vóór 1900
Groep 2: van 1900 tot 1955
Groep 3: van 1955 tot 1990


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Geschiedenis vóór 1900
  • 1569 eerste 'Dolhuis' in Amsterdam. Ongewenste mensen worden hier geplaatst en ' weggestopt'.  Tijdens kermissen worden ze tentoongesteld. Ze worden soms aan kettingen vastgelegd en er is geen medische zorg.                                                                          

  • In 1800 Frans Arts Pinel is de grondlegger van het medische model --> wie ziek is heeft zorg nodig. Hij stelt diagnoses en bepaalt welke behandeling nodig is. 

  • 1841 eerste krankzinnigenwet: In deze wet staat dat 'krankzinnigen' recht hebben op verpleging en genezen moeten worden. 

Slide 15 - Tekstslide

Van 1900 tot 1955
  • Vanaf 1900 is er een grote vooruitgang in medische kennis en kunde, vooral orthopedische zorg (beugels, prothesen e.d.) 
  • Er komt een verschil in ' geesteszieken' en ' zwakzinnigen'. 
  • Na de tweede wereldoorlog kregen LVB (debielen) en MVB (imbecielen) kinderen eigen scholen. 
  • Het Ontwikkelingsmodel neemt zijn intrede. Mensen met een  beperking zijn kwetsbaar en kunnen zich niet op eigen kracht in de samenleving handhaven. 
  • Grote instelling waar soms 60 tot 100 mensen leven per afdeling, 2 zusters, mannen en vrouwen gescheiden, wie kan werken moet werken.

 

Slide 16 - Tekstslide

Van 1955 tot 1990
  •  Vanaf 1955 vernieuwingen in de zorg. Men komt erachter dat het niet te maken heeft met afkomst of milieu. Hierdoor is er minder schaamte over kinderen met een VB. 

  • Vanaf 1960 veel aandacht voor onderzoek, diagnoses  en behandeling. Met straffen en belonen wordt ongewenst gedrag geprobeerd af te leren (stroomschokjes). De instellingen liggen nog achteraf en ouders zijn nog nauwelijks betrokken. 

  • 1970-1974: de Dennendal affaire. Paviljoen voor mensen met een VB. Directie en groepsleiders wilden een gemeenschap waar werkers, bewoners en buitenstaanders werken, en wonen.  Nieuw dennendal werd nooit opgericht. De politie ontruimde het pand in 1974 na een ongeluk met een bewoner. 

Slide 17 - Tekstslide

Vanaf 1990
 Hoe wordt er nu gekeken naar mensen met een VB, op het gebied van integratie, arbeid, zorg? 

Slide 18 - Tekstslide

Vanaf 1990
  • Steeds meer aandacht voor zelfbeschikking en zorg op maat.
  • Van aanbodgerichte zorg naar vraaggerichte zorg
  • Integratie is het uitgangspunt
  • Nadruk op mogelijkheden i.p.v. beperkingen

Slide 19 - Tekstslide

Wat is een diagnose?

Slide 20 - Woordweb

Diagnostiek
Diagnose is het oordeel van de arts over de aard van de ziekte waar de patiënt aan lijdt. 

Ethiologische diagnostiek: 
Dit gaat over de oorzaken van de verstandelijke beperking
Het is een brede aanpak, er wordt gekeken naar fysiologische en organische oorzaken naar de VB. 

Slide 21 - Tekstslide

3 factoren als oorzaak
Grofweg 3 factoren als oorzaak: 

- Genetische oorzaken: syndroom van down
- Neurologische factoren: epilepsie
- Psychische factoren: bv verwaarlozing

                                                  Wie kan er nog een benoemen? 

Slide 22 - Tekstslide


Bedankt voor de aandacht!!

- Zijn er vragen?
- Feedback over de les. 

Slide 23 - Tekstslide