13.09.2022 - Personalpronomen

Lernziel
  • Je maakt kennis (of herhaalt) de persoonlijke naamwoorden in het Duits 

  • Minimumdoel: aan het einde van de les ken jij het rijtje van IDEWIS uit het hoofd
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lernziel
  • Je maakt kennis (of herhaalt) de persoonlijke naamwoorden in het Duits 

  • Minimumdoel: aan het einde van de les ken jij het rijtje van IDEWIS uit het hoofd

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personal Pronomen 

ik 
jij 
hij/zij/het
wij
jullie 
zij/u 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welches Wort ist ein Personalpronom?
A
Ein
B
Der
C
Ich
D
Mein

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Personalpronomen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IDEWIS
Ich
Du
Er/sie/es
Wir
Ihr
Sie
Sie (U)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pers. vnw. 1e naamval (het onderwerp)
  • Mein Sohn heißt Mert ->  ....... heißt Mert
  • Die Studenten haben Pause -> ....... haben Pause
  • Karin bestellt ein Glas Cola -> ....... bestellt ein Glas Cola
  • Die Speisekarte ist erneut worden ->
    ......... ist erneut worden
X
X

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pers. vnw. 4e naamval (Lijdend voorwerp)
  • Wie/wat + gezegde + onderwerp
  • Beispiel: Ich habe dich nicht gesehen

  • Wo bist du jetzt? Ich kann ..... nicht sehen
  • Die Studenten sind frei. Ich werde  .....  persönlich benachrichtigen
  • Deine Kollegin ist nicht da. Sollen wir ....... anrufen?
X
X

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord
ik
jij
hij
zij e.v.
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie e.v
Sie
sie

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt de vorm van het persoonlijk voornaamwoord in de 4e naamval? Sleep het juiste antwoord.
ich
du
es
wir
ihr
sie/Sie
er
sie
euch
mich
dich
es
uns
sie/Sie
ihn
sie

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jetzt an die Arbeit!
  • Arbeitsblätter Teil 
  • Bist du fertig? Bitte sei leise!!

timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

kaartjes met werkwoorden maken
Aufgabe A6b 
Nächste Woche
Het zwakke werkwoord 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies