Deviant op weg naar 1F Thema 3 Spelling en Grammatica

Nederlands
Thema 3 hoofdstuk 2

Spelling & Grammatica
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Thema 3 hoofdstuk 2

Spelling & Grammatica

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Aan het einde van deze les:

Weet jij wat een werkwoord is.

Herhaling lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord.

Slide 2 - Tekstslide

Terug naar thema 2
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Tekstslide

Lidwoorden
De 
Het
Een

                                                   Welk van deze 3 kun je altijd gebruiken?

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn lidwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 5 - Quizvraag

zelfstandig naamwoord
Aanraken

Doorheen lopen:
- centrum
- lucht

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 7 - Quizvraag

Zelfstandige naamwoord
Bijvoeglijke naamwoorden

Slide 8 - Tekstslide

wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 9 - Quizvraag

Het werkwoord
Blz 83:

We lezen samen de theorie.

Slide 10 - Tekstslide

Werkwoorden
Doewoord,
deze woorden kunnen veranderen afhankelijk over wie het gaat.
Je kan er "ik, hij, wij, zij, jullie" voor zetten.
bekendste vorm: persoonsvorm.
Die vind je door de zin vragend te maken.

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn werkwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 12 - Quizvraag

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het lidwoord?
A
de
B
slimme
C
het
D
leerling

Slide 13 - Quizvraag

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het zelfstandig naamwoord?
A
slimme
B
leerling
C
snapt
D
de

Slide 14 - Quizvraag

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?
A
de
B
leerling
C
snapt
D
slimme

Slide 15 - Quizvraag

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het werkwoord?
A
snapt
B
de
C
leerling
D
slimme

Slide 16 - Quizvraag

Maken
Blz 84 opdracht 2:
Schrijf het werkwoord in je schrift.

Blz 85 opdracht 4 en 5:
Schrijf de lidwoorden, zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden in je schrift.

Slide 17 - Tekstslide

Nakijken
Opdracht 2, 4 en 5 samen bespreken.

Slide 18 - Tekstslide

Studiemeter
www.studiemeter.nl 
Log in met je naam en wachtwoord

1. klik op Nederlands 
2. klik op via start taal online
3. klik op via-vooraf op weg naar 1F
4. klik op thema 3 spelling en grammatica.

Slide 19 - Tekstslide