Herhaling les 1 tm 4

• Dierverzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Herhaling les 1 tm 4

- Gedragsonderzoek:

- leerprincipes 

- Operante en klassieke conditionering 

Wat is gedrag?

Wat is een Ethogram?

Wat zet je in het Protocol?

Opdracht:

- Jullie krijgen zo een filmpje te zien 2 honden die samen in het park lopen.

- Hiervoor maken jullie een protocol en een ethogram.

- Hierna gaan jullie deze gegevens verwerken in een tabel.  

Wat is sensitisatie?

1. dier wordt gevoelig gemaakt voor een prikkel
2. Dier went geleidelijk aan een prikkel.
3. Leren gebeurt ongemerkt.
4. leren door observeren en nadoen van gedrag.

Wat is imitatieleren?

1. dier wordt gevoelig gemaakt voor een prikkel
2. Dier went geleidelijk aan een prikkel.
3. Leren gebeurt ongemerkt.
4. leren door observeren en nadoen van gedrag.

Wat is latent leren?

1. dier wordt gevoelig gemaakt voor een prikkel
2. Dier went geleidelijk aan een prikkel.
3. Leren gebeurt ongemerkt.
4. leren door observeren en nadoen van gedrag.

Wat is Habituatie?

1. dier wordt gevoelig gemaakt voor een prikkel
2. Dier went geleidelijk aan een prikkel.
3. Leren gebeurt ongemerkt.
4. leren door observeren en nadoen van gedrag.

Een gentle leader is een vorm van....

1. positieve bekrachtiger
2. negatieve bekrachtiger
3. positieve correctie
4. negatieve correctie

Opdracht:

- Maak nu in 2 tallen de puzzel.

- Als het goed is blijft er 1 puzzelstukje over.

- Verzin bij het overgebleven puzzelstukje een voorbeeld. 

- Het 2 tal dat als eerste het juiste voorbeeld geeft krijgt een beloning. 

De hond bedelt om voedsel. Als reactie hierop geeft de eigenaar het dier voedsel. Het dier leert op deze manier dat bedelen om voedsel hem succes oplevert en zal dit vaker gaan doen

1. Positieve bekrachtiger
2. Positieve straf/ correctie
3. Negatieve bekrachtiger
4. Negatieve straf/correctie

Je wilt dat je paard naar links gaat, dus je trekt aan de teugels, dit is een aversieve stimulus. Als het dier het gewenste gedrag laat zien en naar links gaat, laat je de teugels los en verdwijnt de druk. Hierdoor verdwijnt de onaangename prikkel.

1. Positieve bekrachtiger
2. Positieve straf/ correctie
3. Negatieve bekrachtiger
4. Negatieve straf/correctie

De hond steelt eten van tafel. Vervolgens wordt de eigenaar heel erg boos en gooit een kussen richting de hond. De hond laat in het vervolg dit gedrag niet meer zien.

1. Positieve bekrachtiger
2. Positieve straf/ correctie
3. Negatieve bekrachtiger
4. Negatieve straf/correctie

De eigenaar heeft een koekje in de hand. Doordat de hond de gevraagde oefening niet correct uitvoert, stopt de eigenaar het koekje weg.

1. Positieve bekrachtiger
2. Positieve straf/ correctie
3. Negatieve bekrachtiger
4. Negatieve straf/correctie