Spelling 8a, bijvoeglijk voltooide naamwoorden

Schrijf zoveel mogelijk werkwoorden op
timer
1:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Schrijf zoveel mogelijk werkwoorden op
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Schrijf zoveel mogelijk voltooide werkwoorden op
Niet: gebakken.
Wel: Ik heb gebakken.
timer
2:00

Slide 2 - Tekstslide

Voltooide deelwoorden kunnen ook bijvoeglijk naamwoorden zijn.
Voltooide deelwoorden kunnen ook voltooide deelwoorden zijn
De gebroken ruit
De gedekte tafel
Het verbrande hout
De verrotte appel

Slide 3 - Tekstslide

Maar wanneer schrijf je -en of -e achter een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord?
Het  gebraden gehakt 
De gedekte tafel


Eindigt het voltooid deelwoord op -en? 
Ja? Schijf hetzelfde
Nee? Schrijf -e op.

De (dragen) jas
De (dicht klappen) laptop

Slide 4 - Tekstslide

De (verven) kast
A
geverfde
B
geverfden

Slide 5 - Quizvraag

De (ontdooien) maaltijd
A
De ontdooiden
B
De ontdooide

Slide 6 - Quizvraag

De (schrijven) brief
A
De geschreven
B
De geschreve

Slide 7 - Quizvraag

Het (verwoesten) huis.
A
verwoeste
B
verwoesten

Slide 8 - Quizvraag

De goed (maken) oefening.
A
gemaakten
B
gemaakte

Slide 9 - Quizvraag

De (vinden) sleutel
A
gevonde
B
gevonden

Slide 10 - Quizvraag

Denk je dat je klaar bent om aan de slag te gaan?
A
JA!!!!!!!!!
B
Wat is het voltooid deelwoord?
C
Welke les doen we?
D
Misschien

Slide 11 - Quizvraag

Spelling, les 8.
Maak de plusjes van deze les. Je maakt zo veel mogelijk plusjes (minstens 30 plusjes)
De eerste 10 minuten in stilte, daarna mag je fluisteren.
Ben je klaar? Werk aan je weektaak.

Slide 12 - Tekstslide

Wanneer schrijf je het bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord met -en?

Slide 13 - Open vraag

Wanneer gebruik je het bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord met -e?

Slide 14 - Open vraag