Realisme1 - V5

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Realisme

1840 - 1880

Slide 2 - Tekstslide

Vorige week hebben gekeken naar de Romantiek. In de Romantiek gingen de kunstenaars zich afzetten tegen de drukte en de ratio van de industriële Revolutie , om zo te vluchten in de natuur en andere werelden. Nu zijn we weer een stapje verder in de tijd en willen de kunstenaars juist het leven van alledag weergeven. Niks wegdromen naar verre oorden, maar de arbeider en het gewone leven, laten zien. Hierover later meer. 
Hoe zat het ook al weer?
Rococo 
Neoclassicisme
Romantiek
Realisme
Het een ontstaat steeds als een reactie op het andere, maar kan ook naast elkaar bestaan

Slide 3 - Tekstslide

Overzichtje van de stromingen behandeld tot nu toe. Meestal ontstaat een stroming altijd als reactie op het andere. Het is niet zo dat de andere stroming dan meteen zal verdwijnen en kunnen dus ook wel naast elkaar staan, maar een nieuwe stroming ontstaat altijd omdat er iets van onvrede is met de huidige stroming. We zijn nu aangekomen bij het realisme, deze stroming bestaat naast het romantiek. 
Welke kunst hoort bij welke stroming? Sleep de plaatjes naar de goede stroming. 
Rococo
Neoclassicisme
Romantiek
Realisme

Slide 4 - Sleepvraag

Sleepoefening. De leerlingen kunnen hier de goede plaatjes naar de goede stroming slepen. Er zijn drie plaatjes per stroming. Ook hier realisme wordt hier in al vermeld, maar de andere stromingen zijn goed te doen dus dan blijven die van het realisme over. 
LEERDOELEN VAN VANDAAG
- Je kan de schilderkunst uit het Realisme herkennen
- Je weet wat de onderlinge strijd was tussen de architect en de ingenieur
- Je weet welke nieuwe materialen er gebruikt werden in de architectuur
- Je weet wat een Wereldtentoonstelling is en wat hier werd laten zien 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Type hier een titelSchi
Romantiek <> Realisme
1800 - 1870
1840 - 1880
Wegvluchten uit het alledaagse
Focus op het alledaagse

Slide 6 - Tekstslide

Romantiek en realisme bestaan naast elkaar. Het tijdspad is dus hetzelfde alleen het onderwerp is grotendeels anders. De romantiek vlucht weg uit het alledaagse, terwijl het realisme zich juist focust op die harde realiteit. Toch tonen ze soms overeenkomsten. 
Reactie
Reactie op voorgaande stromingen:

Classicisme (academische, École des Beaux-Arts) en Romantiek (overdreven sentiment)

Reactie op omstandigheden in maatschappij:
- Industrialisatie
- Nieuwe elite / opdrachtgever




Slide 7 - Tekstslide

Ondanks dat het realisme tegelijk bestaat als de romantiek is het realisme wel een reactie op de romantiek en het classicisme. In beide stromingen keken ze terug naar een eerdere stroming (de klassieken) of vluchten ze weg uit de werkelijkheid. Bij het Realisme doen ze dat beide niet en kijken ze naar het alledaagse. 

Ook speelt altijd de maatschappij een rol in de kunst. Als er iets gebeurt in de samenleving reageert de kunst daarop. Zo reageren ze bij deze stroming juist op alle nieuwe machines en ontwikkelingen. 


SCHILDERKUNST

Slide 8 - Tekstslide

Laten we beginnen met de schilderkunst. Eerst kijken we even waar we ook al weer waren gebleven met de schilderkunst en vervolgens gaan we door met de schilderkunst van het realisme. 
Schilderkunst in neoclassicisme en romantiek

Slide 9 - Tekstslide

We hebben zojuist al even teruggekeken naar de schilderkunst van de romantiek en het neoclassicisme. Ook deze beelden horen bij deze twee stromingen. In deze tijd waren de schilderstijlen lineair of juist picturaal. De onderwerpen daarbij, hadden die iets te maken met de werkelijkheid? 

Is de Venus die daar zo ligt over een steen, iets wat je tegen zou komen? 


Waar komt het realisme vandaan?
Als je wilde leren tekenen in de 19e eeuw, begon je op een kunstacademie met het na tekenen van menselijk naakt van beelden uit de Klassieke Oudheid. Als ze dit konden, mochten ze aan de slag met een levend model. Deze aspirant kunstenaars waren trouwens alleen man, want de vrouwen werden niet toegelaten. 

Rond 1830: jonge kunstenaars verzetten zich tegen de lesmethoden op de Académies.

O.a. door de fotografie (=nieuw!) willen ze vastleggen wat ze zien en zich niet richten op een ideaal. Dus geen mythologische idyllische voorstellingen maar échte mensen: boeren, arbeiders etc.

Slide 10 - Tekstslide

Als je wilde leren tekenen in de 19e eeuw, begon je op een kunstacademie met het na tekenen van menselijk naakt. Geïnspireerd op de klassieke oudheid en als ze dit konden, mochten ze aan de slag met een levend model. Deze aspirant kunstenaars waren trouwens alleen man, want de vrouwen werden niet toegelaten. 

Rond 1830: jonge kunstenaars verzetten zich tegen de lesmethoden op de Académies.

O.a. door de fotografie (=nieuw!) willen ze vastleggen wat ze zien en zich niet richten op een ideaal. Dus geen mythologische idyllische voorstellingen maar échte mensen: boeren, arbeiders etc.




 
Leerlingen beginnen met het kopiëren van beelden uit de klassieke oudheid, want daaraan is het schoonheidsideaal volledig ontleend. Pas als ze bewijzen dat ze deze vaardigheden beheersen mogen ze naar levend model tekenen, in die tijd op de academie altijd een man. Vrouwelijke modellen werden, evenals vrouwelijke leerlingen, op de École des Beaux-Arts niet toegelaten.

Gustave Courbet
1819 - 1877

Slide 11 - Tekstslide

Een van de allergrootste namen van de schilders in het realisme is Gustave Courbet.
      De Salon
Gustave Courbet veroorzaakte veel opschudding met zijn realistische stijl in een tijd, waarin het classicisme en de romantiek de belangrijkste kunststromingen waren. Men vond zijn schilderijen met onbeduidende onderwerpen, zoals een boer op het land, ronduit stuitend. Courbet beeldde zijn onbelangrijke onderwerpen af op zeer groot formaat.

Slide 12 - Tekstslide

De salon was de plek in o.a. Parijs waar je het kon maken als kunstenaar als je daar te hangen kwam met je kunst. Kunstenaars konden bekendheid werven en schilderijen verkopen. Bezoekers kunnen kunst van dat moment bekijken. Alleen schilderijen, die voldeden aan het de academische regels werden getoond. De salon was al in gebruik sinds halverwege de 17e eeuw, maar wordt vanaf 1789 openbaar en is toonaangevend voor de kunstwereld. 

Courtbet begon met een aantal meer romantischere werken, en kwam uiteindelijk op een meer persoonlijkere stijl: het realisme. Deze Franse Schilder was woedend dat een aantal van zijn werken meerdere keren waren afgewezen door de Salon. 

Elf werken waren wel toegelaten tot de Salon, maar hij besluit in 1855 een eigen Salon op te richten, die hij Salon van het Realisme noemt. De tentoonstelling bestaat uit veertig werken en een manifest, waarin hij zegt dat kunst een spiegel moet zijn van de eigen tijd. In de Salon tot dusver was voornamelijk Academische kunst en dat was natuurlijk niet echt realistisch. 
Courbet: “Begrafenis in Ornans” 1849-50 (314 x 663 cm) Musee d'Orsay, Paris “levensgroot” // Schilderij van menselijke figuren, historisch verslag.

Slide 13 - Tekstslide

 Dit schilderij is een van de werken die Courbet tentoonstelde in Le Pavillon du Réalisme (salon van het realisme). De critici waren geschokt door de Begrafenis waarvoor allerlei mensen uit Courbets geboortestad Ornans model hadden gestaan. Het leven van de 'gewone mens' was geen onderwerp voor kunst, vond men. Bovendien stond hun onverbloemde lelijkheid en de aanwezigheid van een hond in schril contrast met de heersende academische opvatting van ideale schoonheid en plechtigheid.

Het schilderij is volgens Courbet eigenlijk ‘de begrafenis van de Romantiek”

Je ziet de bewoners van Omans bij een begrafenis. Het lijkt een sociale gelegenheid en zo heb je dus ook allerlei soorten mensen op het doek. 





Waarom onacceptabel voor de Salon?
Het schilderij is 3 bij bijna 7 meter. Deze afmetingen waren alleen bedoeld voor religieuze taferelen en historiestukken. 

Gewone mensen levensgroot en levensecht, boers en niet geïdealiseerd, valt niet in de smaak bij de Salon. Ook gebruikt hij een toetsmatige uitwerking en donkere sombere kleuren. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Courbet: “Het atelier van de kunstenaar” een reële allegorie 1855 (361 x 598 cm) Musee d'Orsay, Paris 33 figuren, levensgroot.

Slide 15 - Tekstslide

Courbet zegt over dit schilderij het volgende: “Een reële allegorie die zeven jaar van mijn leven als schilder samenvat”

Dit schilderij is bijna 4 bij 7 meter. Dus ongeveer de grootte van de achterkant van het lokaal. Het toont een blik in het atelier van de kunstschilder, die zelf in het midden te zien is. Dit doek is een kenmerkend schilderij in de ommekeer van academisch naar realisme. 

In de eerste helft van de 19e eeuw werd er nog veel geïdealiseerd en moest altijd alles er mooier uitzien dan dat het in werkelijkheid was. Na 1848 kwam daarin eens verandering in. Courbet was van goede komaf, maar voelde zich meer aangetrokken tot het revolutionaire vuur en streefde een realistische weergave na

De compositie is opgezet in een afzonderlijk uitgewerkte linker- en rechterhelft, met centraal in het midden, aan de ezel, de kunstschilder zelf. Het atelier als weergegeven is grotendeels fictief, alsook de schetsachtig en uiterst wazig weergegeven achtergrond, die de contouren van klassieke bouwwerken lijkt weer te geven.. 
De wereld om ons heen is belangrijker dan de wereld van de kunst

Slide 16 - Tekstslide

Het atelier van de schilder toont de kunstenaar aan het werk in zijn studio. Meteen vallen twee naakten op. De ene achter de schilder in het midden, volledig weergegeven naar de werkelijkheid. De andere achter de schilder. Dit naakt is in een gekke pose, net zoals gebruikt wordt op de academies om na te tekenen. Dit is door Courbet bewust gedaan, want hij vond de wereld om hem heen belangrijker als de wereld van de kunst. 

Slide 17 - Tekstslide

Hij beeldde werklieden af, bedelende veteranen, een vrouw die haar kind wiegt. het zijn gewonen mensen, maar hij tekent ook vrienden en bekende van belangrijke mensen. Hij laat veel verschillende mensen door elkaar zien en dat is een politiek statement. Het werk is een allegorie omdat alle figuren en voorwerpen op het doek een eigen betekenis in zich dragen.

De hond refereert naar Courbets passie voor de jacht. Achter staat een man met een hoge hoed, voor wie Courbets grootvader model stond. Zo zien we dus dat veel van deze personages symbool stonden voor iets of iemand. 

Slide 18 - Tekstslide

Aan de rechterkant zijn onder andere een Proudhon, een kunstverzamelaar en mecenas en de dichter Baudelaire te zien. 

Slide 19 - Tekstslide

Opvallend is dat Courbet, ondanks zijn pleidooi voor het realisme, het niet kan laten zichzelf achter de ezel met enig gevoel voor zelfverheerlijking af te beelden. Hij plaatst zichzelf volledig centraal, als een meesterschilder, met een grote hoeveelheid lieden om hem heen die zijn glorie extra onderstrepen. Hij geeft zichzelf flatteus weer, en profil en niet, wat logisch zou zijn geweest, van op de rug. De wijze waarop hij zijn penseel hanteert is bijna majestueus. Het past bij het beeld dat van Courbet bestaat als een man die ondanks zijn sympathie voor het gewone volk en zijn afkeer van opsmuk, toch behoorlijk eerzuchtig was.


Slide 20 - Tekstslide

Hier nog een overzichtje van allerlei dingen die te vinden zijn in het schilderij. Het is dus een schilderij met veel kanten. Het werd afgewezen door de toelatingscommissie van de wereldtentoonstelling in 1855 te Parijs, maar exposeerde het uiteindelijk samen met de begrafenis en nog andere veertig schilderijen tentoongesteld in een nabij gelegen expositieruimte. Het werd bij het kunstzinnige publiek niet goed ontvangen. De aandacht voor de gewonen en zelfs armoedige man viel niet in de smaak. 
De school van Barbizon
De school van Barbizon was een groep landschapschilders in de omgeving van het Franse stadje Barbizon ten zuiden van Parijs 
 
Ze verzetten zich tegen de academische traditie van geïdealiseerde landschappen en streefden naar een eerlijke en realistische weergave van het plattelandsleven. Ze vormden een onderdeel van de stroming van het realisme. 

 Ze worden gezien als voorlopers van het impressionisme 

Buiten schilderen (plein-air)
Verftube

Slide 21 - Tekstslide

Het landschap werd tot dusver eigenlijk altijd geschilderd vanuit een atelier. Je kan dus geen echte landschappen erin herkennen. Het zullen samenraapsels zijn van landschappen, 

Deze groep begint met buiten schilderen. Dankzij de verftube konden de schilders erop uit trekken en gaven ze het landschap weer zoals ze het was. Buiten maakten ze schetsen en studies om deze vervolgens in het atelier af te maken. 
Landschappen - Realisme
Landschappen - Romantiek

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jean Francois Millet
1814 - 1875

Slide 23 - Tekstslide

Een andere grote naam is Jean Francois Millet. Hij is vooral bekend van het schilderen van boeren en landschap taferelen. 

De boer: “Zijn gezicht heeft geen identiteit, nooit schildert of tekent Millet licht in de ogen van zijn boeren. Leegheid is alles wat zij uitstralen. Ze gaan volledig op in hun werk of rusten even uit na hard gewerkt te hebben. Het zijn iconen van landarbeiders, meer dan dat het individuen zijn. Buiten het landschap waarin zij diep geworteld zijn heeft hun leven geen betekenis. Zij maken deel uit van het land, net als de koeien, die de kunstenaar overigens vaak met meer liefde tekent dan de boerinnen die ze laten grazen.”​

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Dit werk is zowel realistisch als romantiek. In de volgende dia, kijken we hier naar. 
Noem een aspect van de voorstelling die kenmerkend is voor het realisme

Slide 26 - Open vraag

Er zijn werkende mensen te zien
Noem een aspect die nog aansluit bij de Romantiek

Slide 27 - Open vraag

Mensen zijn in zichzelf gekeerd, het gaat om hoe zij werken. Dus weer emotie en gevoel. 
Honoré Daumier
1808 - 1879

Slide 28 - Tekstslide

Daumier is ook nog een goede om te benoemen. Hij benadrukt in zijn schilderijen voornamelijk de klasse verschillen en sociale ongelijkheid in de tijd, waarin veel nieuwe moderne technologieën. 

Waar Millet voornamelijk plattelands voorstellingen heeft gemaakt, focust Daumier zich voornamelijk op stedelijke voorstellingen en op de mensen, en de verschillen tussen deze mensen. Hij is voornamelijk bekend als politicus en geeft veel kritiek of heeft een scherpe kijk op de samenleving. 

Dit schilderij is geïnspireerd op de revolutie. 
Daumier, De eerste klas coupe
Daumier, De derde klas coupe

Slide 29 - Tekstslide

Daumier maakte ook weer realistische schilderijen. 

Daumier benadrukte sociaal-economische verschillen in de onlangs gemoderniseerde stedelijke omgeving.  De ervaring illustreren van modern treinreizen in treincoupés van de eerste, tweede en derde klas. In The First-Class Carriage (Walters Art Museum, Baltimore) is er vrijwel geen fysiek of psychologisch contact tussen de vier goedgeklede figuren, terwijl The Third-Class Carriage (29.100.129) dicht opeengepakt zit met een anonieme schare werkende mensen. -klasse mannen en vrouwen. 

Op de voorgrond isoleert Daumier drie generaties van een ogenschijnlijk vaderloze familie, waarbij hij de ontberingen van hun dagelijks bestaan overbrengt via de vermoeide houdingen van de jonge moeder en de slapende jongen. Hoewel ze duidelijk van bescheiden middelen zijn, worden hun houdingen, kleding en gelaatstrekken even gedetailleerd weergegeven als die van de eersteklas reizigers.

Slide 30 - Tekstslide

Daumier was ook een realist. Hij maakt onder andere spotprenten die kritiek geven op de sociale verhoudingen. Zo ook op deze prent. Alle bezittingen van de Parijzenaars worden in de mond van de koning gedragen en hij poept ze uit als adelsbrieven. Dit geeft weer kritiek. 

Slide 31 - Tekstslide

Door de opkomst van de fotografie willen mensen steeds meer richten op wat ze zien en niet de ideale verhoudingen. Zo zie je ook weer in bijvoorbeeld het schilderij van het atelier invloeden hiervan. 

Slide 32 - Tekstslide

In deze tijd komt ook de fotografie op. In deze allereerste foto's hebben de camera's nog zo'n lange belichtingstijd dat er geen auto's of mensen op zullen staan, want deze staan niet lang genoeg stil. Door de opkomst van de fotografie, kunnen er ook studies zoals deze gemaakt worden, die weer gebruikt kunnen worden voor o.a. schilderijen. 





Beeldhouwkunst

Slide 33 - Tekstslide

Ook in het realisme werd beeldhouwkunst gemaakt. 

Slide 34 - Tekstslide

De beeldhouwkunst laat net als de schilderkunst de hardwerkende onderklasse zien. Hun kunstwerken verbeelden boeren ploegend en zaaiend of fabrieksarbeiders of mannen die stenen hakken. Voor het eerst veel aandacht aan de normale man, de werkende man. 

Door arbeiders op een voetstuk te plaatsen worden ze een soort helden. 

Slide 35 - Tekstslide

Dit standbeeld is symbool voor de havenwerkers. 

Het is de figuur van een jonge arbeider, in een pauzerende houding met de linkerhand op de heup, de rechterarm en -hand in de zij gestut, tot steun van de last die op het bovenlichaam moet rusten
ARCHITECTUUR EN DE WERELDTENTOONSTELLING

Slide 36 - Tekstslide

In deze tijd was er natuurlijk ook architectuur. Er waren nieuwe materialen door de industriële revolutie zoals bijvoorbeeld gietijzer en glas. Deze werden steeds meer gebruikt. 
ARCHITECT VS DE INGENIEUR
ARCHITECT VS DE INGENIEUR

Slide 37 - Tekstslide

In deze periode kwam de strijd tussen de architect en de ingenieur op. Allebei een ander beroep die graag iets anders wilde in een gebouw. De architect is iemand die een gebouw ontwerp en de ingenieur is iemand die ervoor zorgt dat het gebouw niet instort. 
- Elke gewenste vorm is mogelijk (eerst model maken, boetseren of anders, daarna een mal maken)
-  Vervolgens uit de mal produceren
- STERK !!


- produceren op een plek           de fabriek
- installatie door (ongeschoolde) goedkope arbeider
- gebouw kan willekeurig groter/kleiner worden ontworpen door toepassing van deze basiselementen

Gietijzer
Prefab

Slide 38 - Tekstslide

Wat zijn de voordelen van bijvoorbeeld gietijzer. 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Het wordt steeds populairder om juist wel de constructie te zien in plaats van deze weg te stoppen achter versiersels of muren. 
Crystal Palace 

Slide 42 - Tekstslide

Een voorbeeld van een gebouw, die juist al die nieuwe materialen laat zien is Crystal Palace. Je ziet de gietijzeren constructie en daartussen is het opgevuld met glas. Dit gebouw was speciaal gebouw voor de allereerste wereldtentoonstelling in Londen. 

Slide 43 - Tekstslide

Zo zag het er van binnen uit. De wereldtentoonstelling is een tentoonstelling, waar alle nieuwe technische ontwikkelingen werden laten zien uit allerlei landen. Dus alle top innovaties en ontwikkelingen uit elk land. Zo kon je eigenlijk al een wereldreis maken door alleen daar rond te lopen. 
Wereldtentoonstellingen

Demonstraties van moderniteit (alle nieuwe ontwikkelingen) en het vooruitgangsgeloof

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Een werk die jullie denk ik allemaal kennen is de Eiffeltoren. Ook gemaakt voor de wereldtentoonstelling in Parijs. Volledig opgebouwd uit gietijzer. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat hij weer afgebroken zou worden na de tentoonstelling, maar het is zo'n iconisch beeld geworden voor Parijs, dat hij er vandaag de dag nog steeds staat. 

De doorgang onder de Eiffeltoren diende als ingang van de wereldtentoonstelling. Dit is ook weer een mooi voorbeeld van waar ze de constructie niet wegwerken maar juist het gebruik van nieuwe materialen zoals gietijzer toejuichen. 

Slide 46 - Tekstslide

Hier zie je hoe de Eiffeltoren stukje bij beetje wordt opgebouwd. 
Gietijzer en de constructie 
is goed te zien! 

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mensententoonstelling <> Wereldtentoonstelling

Slide 48 - Tekstslide

Naast alle technologische verbindingen werden ook verschillende volkeren laten zien. Het werd dus ook een soort mensententoonstelling. Deze volken die nog niet te maken hebben gehad met de industriële revolutie worden als primitief beschouwd. Europa beschouwt in die tijd de ander als minderwaardig, dat is ook wel te zien als je kijkt naar deze mensententoonstellingen. 


Slide 49 - Tekstslide

 Zo ligt de nadruk op de Nederlandse wereldtentoonstelling op de koloniën. Zo worden er in 1883 Surinaamse tentoongesteld op de wereldtentoonstelling in Amsterdam. Er zijn Indische mensen die tentoongesteld worden en op een latere tentoonstelling is er een volledig Senegalees dorp opgebouwd. Puur om te kijken. Op weer een andere kon je je door Afrikaanse mensen laten ronddragen. 

Er is dus een echt een meerderwaardigheid complex door de westerse European op dat moment. Allerlei dingen die vandaag de dag gewoon echt niet meer kunnen. Dit is een duistere kant van de moderne wereld met de industriële revolutie. 
Realisme

Slide 50 - Woordweb

Tijdens het maken van dit woordweb, blikken we even terug naar alles dat er is besproken vandaag.