H10.5 Medische beeldvorming



H11.5 Medische beeldvorming
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



H11.5 Medische beeldvorming

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welke soorten medische beeldvorming ken je?

Slide 3 - Woordweb

In welke afbeelding zie je een röntgenfoto?
A
B
C
D

Slide 4 - Quizvraag

In welke afbeelding zie je een foto van een PET-scan?
A
B
C
D

Slide 5 - Quizvraag

Röntgenfoto's
  • Maakt gebruik van het verschil in absorptie van straling door verschillende weefsels. 

  • Botten absorberen meer straling.
  • Dit zorgt voor een schaduwbeeld. 

Slide 6 - Tekstslide

Röntgenfoto's
  1. Een gloeidraad (-) wordt warm door een elektrische stroom. 
  2. Elektronen komen vrij. 
  3. Deze worden door een spanningsverschil versneld naar de anode (+).
  4. Elektronen botsen op de anode en remmen af. Deze energie wordt omgezet in röntgenstraling.  

Slide 7 - Tekstslide

Röntgenfoto's
Wat is belangrijk?
  • De buisspanning (kV)      Dit zorgt voor de energie van de rötgenstraling.
  • De buisstroom (mA)      Dit zorgt voor de hoeveelheid straling. 



  • Totale straling = Buisstroom x tijd
  • Dit wordt het mAs-getal genoemd. 

Slide 8 - Tekstslide

Een grotere buisspanning zorgt voor een .... doordringend vermogen.
A
Kleiner
B
Groter
C
Er is geen verband

Slide 9 - Quizvraag

CT-scanner
  • Maakt gebruik van röntgenstraling. 
  • Voegt meerdere beelden samen tot een 3D beeld. 

  • Veel nauwkeuriger dan röntgen. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Een CT-scan geeft een veel nauwkeuriger beeld dan een röntgenfoto. Waarom gebruiken we dan nog röntgenfoto's?

Slide 12 - Open vraag

Angiografie
  • Maakt bloedvaten en bloedstroming zichtbaar. 
  • Gebruikt een contrastvloeistof. 
  • Dit is ook een röntgenfoto. 

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen
Maak opgave 32, 33 en 35. 

Slide 14 - Tekstslide

Nucleaire geneeskunde
Tot nu toe zaten de stralingsbronnen buiten het lichaam. 

Door een kleine hoeveelheid van een radioactieve stof in te brengen zijn processen in het lichaam te volgen. 

Deze stof noemen we een tracer. 

De straling komt nu vanuit je lichaam.

Slide 15 - Tekstslide

Tekst
Tekst

Slide 16 - Tekstslide

Tekst
Tekst

Slide 17 - Tekstslide