Les 2

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Vragen naar aanleiding van vorige les?

Vorige les

Oriënteren op een fragment. 

Beeld gebruiken om het fragment beter te begrijpen

Gebruik de informatie die gegeven wordt om het fragment beter te begrijpen.

Beeld: 

Deze les

Tijdens deze les oefen je met intensief luisteren en je leert hoe je signaalwoorden en signaalzinnen kunt gebruiken om te weten wanneer iets belangrijks wordt gezegd.

Noem een voorbeeld waarin je intensief luistert en vertel waarom je dan intensief moet of wil luisteren.

Eigen voorbeeld:

als ik een systeem uitgelegd krijg dat ik nog niet ken en waarmee ik moet gaan werken dan luister ik intensief. Ik heb de informatie nodig om aan de slag te kunnen.

Waardoor kun je afgeleid raken tijdens het intensief luisteren?

trekker die langs rijdt

een vervelende gebeurtenis eerder

een monotone verteller

als het je niet echt interesseert. 

Aanwijzingen voor samenhang

Introductie:

Aankondigen introductie

Aanwijzingen voor wat er behandeld gaat worden

Wie komen er aan het woord

Signaalzinnen en signaalwoorden

Spreekpauzes

Aanwijzingen voor belangrijke informatie

Signaalzinnen en signaalwoorden

Nadruk op bepaalde zinnen of woorden

Herhaling van informatie

Spreekpauzes

Geschreven tekst

Signaalzinnen en signaalwoorden

De spreker gebruikt vaak signaalzinnen en signaalwoorden om belangrijke informatie aan te kondigen.

Nadruk op bepaalde zinnen of woorden

De spreker kan bepaalde informatie langzamer of harder uitspreken dan andere informatie. Hij legt daarmee nadruk op die informatie. Informatie die met nadruk wordt uitgesproken, is vaak belangrijk.

Herhaling van informatie

De spreker kan belangrijke informatie herhalen. Dat kan in dezelfde woorden, maar de spreker kan iets ook in andere woorden zeggen.

Spreekpauzes

Spreekpauzes kondigen soms een nieuw tekstdeel aan, maar ze kunnen ook bedoeld zijn om belangrijke informatie bij de luisteraar te laten doordringen. De informatie die net voor zo’n spreekpauze wordt gegeven, is vaak belangrijk.

Geschreven tekst

Soms wordt belangrijke informatie in een gesproken tekst met geschreven tekst ondersteund. De belangrijke informatie verschijnt bijvoorbeeld als tekst in beeld of staat op de dia’s van een presentatieprogramma.

Aan de slag

• Groepjes van drie
• Eerst de opdracht goed doorlezen
• opdracht 3 tot en met 5 : samen maken
• Opdracht 6 eerst zelf maken en daarna met je groepje bespreken.
• Terug naar de centrale les en verder met de opdrachten die hier krijgt.

 

Thema 2 > hoofdstuk 2 > opdracht 3 t/m 6

Vervolgopdracht:

Studiemeter.nl

Starttaal Online

2F

Luisteren

Opbouwopdrachten 

Opdracht 1 t/m 3

Waar heb je nog vragen over?

Dit heb ik deze les geleerd