les 4

Angela..
  • DIS, trauma, mishandeling. pleeggezin
  • verzorgen, medicatie, . 2008; plannen werden uitgebreid
  • cursus empowerment: niet genezen, wel  herstellen.

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Angela..
  • DIS, trauma, mishandeling. pleeggezin
  • verzorgen, medicatie, . 2008; plannen werden uitgebreid
  • cursus empowerment: niet genezen, wel  herstellen.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom!

  • Zit je achter je laptop? CAMERA AAN!
  • Op een rustige plek?
  • Pen en papier binnen handbereik?
  • Log alvast in op LessonUp.

.. Dan kunnen we beginnen:-)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psalm 24; Wij hebben de aarde in bruikleen. Als je iets van iemand leent, ben je er zuinig op.
HOE PROBEER JIJ ZUINIG OP DE AARDE TE ZIJN?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

vorige keer...
Periode opdracht gaat over zelfbeeld:
  • cultuur
  • levensbeschouwing
  • opvoeding en opvoedingsstijlen...

Allemaal dingen die je als persoon vormen, 
= van invloed in de communicatie met de ander!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit gaan we doen:                                                     hoe:
  • uitleg begrippen 'overdracht/ tegenoverdracht' n.a.v. vraag 7, 11 van DEEL 1 opdr.
  • Je begrijpt het woord 'empowerment'                                                                                              bespreken
  • Je denkt na over jou rol als begeleider in het sociaal netwerk v.d. cliënt                             groepjes
  • Je denkt na over motivatie: 3 belangrijke fundamenten die je helpen bij het ondersteunen v.d. cliënt.                                                                                                                filmpje/ zelf situatie bedenken
  • afronding en planning!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit is het nu van vraag 7, 11 DEEL 1 opdracht:
  1. Overdracht is een term voor het overbrengen van gevoelens en verwachtingen op anderen. 
  2. IEDEREEN  neemt gevoelens (ervaringen) uit het verleden mee naar het heden! Het bepaald hoe je naar een situatie kijkt, en dat hoeft niet altijd te kloppen. 
  3. Overdracht: de cliënt draagt (onbewust) oude gevoelens over op de hulpverlener of op de persoon waarin hij in zekere mate afhankelijk is. 
  4. Tegenoverdracht: van hulpverlener naar client. 


Een hulpverlener is minder effectief als hij/zij niet in de gaten heeft wat zijn patronen van overdracht zijn! (bewustwording sleutel)

Slide 6 - Tekstslide

overdracht: herhaling uit het verleden, en het is niet HELPEND.


Tegenoverdracht is herkenbaar aan een aantal signalen:
Het gesprek loopt vast
Er ontstaat onenigheid
De therapeut heeft het gevoel dat de cliënt de baas is in het gesprek
Er is geen dialoog meer mogelijk; de therapeut is alleen aan het woord of de cliënt is de enige die aan het woord is
De therapeut heeft het gevoel dat hij de cliënt moet overreden, etc.

Bewust geworden tegenoverdracht kan de professionaliteit van de therapeut vergroten. De eigen ui pellen, bewustwording, zelfreflectie, communicatie, geeft zelfkennis. Zelfkennis maakt de therapeut completer en bewuster van zijn/haar eigen beroepsmatig handelen.
Voorbeeld:
overdracht: Je hebt je eerste gesprek op stage met je stagebegeleider. Je ziet dat het een zeer assertieve vrouw is. Je voelt weerstand naar haar. Deze vrouw kun je niet vertrouwen! 
(je verhoud je tot elkaar in gesprek, je voelt iets, maar er komen ook 'oude' gevoelens boven.)

tegenoverdracht: Je bent begeleider in een groep. 1 kind sluit je buiten en je ziet hem achter zijn hand fluisteren naar een ander kind. Je voelt je ineens heel onzeker worden. Onbewust triggert deze situatie het oude gevoel dat jij had toen je als kind door je vriendinnengroepje werd buitengesloten. 


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

aansluiten bij behoeften:
maslov

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.) ontdekken van eigen kracht (= empowerment!)
2.)Inzet van sociaal netwerk 

Zijn belangrijke punten in zorg en welzijn Nederland!


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je een cliënt 'in zijn kracht' zetten?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je client in zijn 'kracht' zetten?

  • geen oplossingen aandragen
  • cliënt zelf aan het stuur
  • minder afhankelijk
  • succeservaringen opdoen. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gespreksvragen sociaal netwerk
  • Is het hebben van een sociaal netwerk volgens jullie belangrijk? waarom wel/niet?

  • Google de zin: 'oorzaken geen sociaal netwerk'. Welke mensen hebben meer risico geen goed sociaal netwerk te hebben?

  • Casus: Je loopt stage in een beschermde woonvorm met volwassenen met een psychiatrische of licht verstandelijke beperking. Een familielid belt op en stelt je allerlei persoonlijke vragen over een cliënt. Er schieten 2 gedachten door je hoofd: 1 je weet dat het belangrijk is om familie bij het proces v.d. cliënt te betrekken. Tegelijk vraag jij je af of je wel antwoord mag geven op deze persoonlijke vragen. Wat vind de cliënt zelf? Wat doe je??

  • Op welke manier kun je als begeleider de cliënt helpen om een sociaal netwerk op te bouwen? Bedenk 3 acties die je kunt doen en schrijf deze op.

  • Hoe krijg je een cliënt (of als je op een school gaat werken een leerling) in 'beweging'? Gemotiveerd om stappen te zetten?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 belangrijke fundamenten voor motivatie en ontwikkeling:
  1. Competentie: ik heb er vertrouwen in dat ik het kan. 
  2. Autonomie: ik kan het zelf, hoewel niet altijd alleen. Ik kan zelf kiezen.
  3. Relatie: anderen waarderen mij en ik hen. Ik voel me verbonden

filmpje 2,5 minuut. Kijk goed! Hoe zie je bovenstaande punten terugkomen?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

wat zag je van bovenstaande punten:

relatie: vertellen-> vertrouwen
             samendoen
autonoom: juiste mensen, wat past bij je, dingen zelf doen. eind zin: keuze is heerlijk

competent: kleine stapjes zetten
Neem een praktijksituatie in gedachten.. 


1. Bijv. school, maatschappelijke zorg, gehandicaptenzorg. (waar jij wilt werken.)
2. welke acties zou jij inzetten richting de cliënt: 
a. zodat de cliënt zich meer competent voelt? 
b. het gevoel heeft dat hij autonoom is, dus zelf regie heeft?
c. hoe investeer je in de relatie met de cliënt?
                                                                                                     Schrijf je antwoorden op...

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie: Wat kun jij vertellen over...

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check:
- Je bent op schema als:
 *je volgende week deel 1 en deel 2 hebt gemaakt.
 *denk daarna aan deel 3 de feedbacklijsten
Let op dat je tijdig klaar voor  de presentaties bent!

- werk de lijst bij met wie je in gesprek gaat!

Slide 17 - Tekstslide




mensen noemen die nog moeten 'blijven hangen' .