KlasNL les 3

Wat zijn de dagen van de week?
1 / 29
volgende
Slide 1: Open vraag
NT2ISK+1ISK

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Wat zijn de dagen van de week?

Slide 1 - Open vraag

                                     les 3 

Slide 2 - Tekstslide

Schrijf de eerste
3 maanden van het jaar.

Slide 3 - Open vraag

Welke dag is
het vandaag?

Slide 4 - Woordweb

Wat is de datum vandaag?

Slide 5 - Open vraag

Waar woon jij?

Slide 6 - Woordweb

Wat jouw
telefoonnummer?

Slide 7 - Woordweb

Schrijf
de zesde maand.

Slide 8 - Open vraag

Schrijf de tiende maand.

Slide 9 - Open vraag

Je geboorte datum is:
getal van de dag  
getal van de maand
het jaar 
 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is jouw geboortemaand?

Slide 11 - Open vraag

Wat is jouw geboortedatum?

Slide 12 - Open vraag

Ik ben geboren op twaalf december. Wat is goed?
A
12-12
B
12-11
C
12-10
D
12-01

Slide 13 - Quizvraag

Ik ben geboren op
4 maart 1963. Wat is goed?
A
03-04-1963
B
04-03-1963

Slide 14 - Quizvraag

De koning is geboren op
27 april 1967. Wat is goed?
A
27-05-1967
B
27-06-1967
C
27-04-1968
D
27-04-1967

Slide 15 - Quizvraag

Als je getrouwd bent dan...?
A
maken een man en een vrouw ruzie
B
speelt een jongen met een meisje
C
wonen een man en een vrouw samen

Slide 16 - Quizvraag

Als je gescheiden bent dan....?
A
ga je naar huis
B
ben je niet meer man en vrouw
C
vind je elkaar heel leuk
D
vind je school niet leuk

Slide 17 - Quizvraag

Wat is geboren?

Slide 18 - Woordweb

Wat doe ik  graag? 
Wat vind ik leuk om te doen?  
Zwemmen, en jij? 

Slide 19 - Tekstslide

Wat doe jij graag?

Slide 20 - Woordweb

Ik ........ een auto.
A
heeft
B
heb
C
hebben
D
heft

Slide 21 - Quizvraag

Zij ........... 4 kinderen.
A
heefd
B
heeft
C
hebt
D
heb

Slide 22 - Quizvraag

Jij ......... een broer.
A
heeft
B
heb
C
hebt
D
hebd

Slide 23 - Quizvraag

.......... jij een nieuwe game?
A
heeft
B
hebt
C
heb

Slide 24 - Quizvraag

Jij ............ uit Nederland.
A
kom
B
komt
C
komen
D
kommt

Slide 25 - Quizvraag

Ik ............... uit Waalwijk.
A
komt
B
komen
C
kom
D
kwam

Slide 26 - Quizvraag

Hij................ uit Amsterdam.
A
komt
B
kom
C
komen
D
kwim

Slide 27 - Quizvraag

je-ben-Wanneer- geboren?

Slide 28 - Open vraag

Wat is fout?
A
zij is een meisje.
B
zij is een leerling.
C
hij is de directeur.
D
u is een docent.

Slide 29 - Quizvraag