Biologie lj 1 T4 Herhaling

Welkom allemaal!
Wat gaan we dit uur doen?
Herhalen T4 Stevigheid en Beweging
Volgende week:
Herhalen T4 Stevigheid en Beweging
Donderdag 25-03:
Toets T4 Stevigheid en Beweging
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal!
Wat gaan we dit uur doen?
Herhalen T4 Stevigheid en Beweging
Volgende week:
Herhalen T4 Stevigheid en Beweging
Donderdag 25-03:
Toets T4 Stevigheid en Beweging

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al?
Er komen zo een paar vragen om te kijken wat je al weet over dit thema. Als je iets niet weet, ook helemaal niet erg want daarom herhalen we!

Je hebt nog 2 weken om te leren!

Slide 2 - Tekstslide

Starten met thema 4

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

BS1 Het skelet

Slide 5 - Tekstslide

Romp

Schedel

Ledematen


Slide 6 - Tekstslide

Romp
Schoudergordel
Borstkas
Bekken
Wervelkolom (dubbele S)

Schedel:
schedelbeenderen, bovenkaak, onderkaak
Ledematen
2 armen
2 benen

Ellepijp:
2x P dus bij de Pink

Slide 7 - Tekstslide

Het skelet van een mens zorgt voor stevigheid, bescherming, vorm geven aan het lichaam en mogelijk maken van bewegingen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor skelet?
A
lichaam
B
geraamte
C
botten
D
beenderen

Slide 9 - Quizvraag

Heupbeen
Opperarmbeen
Schedel
Rib
Scheenbeen

Slide 10 - Sleepvraag

BS2 Botten

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg basisstof 2: Botten
Het skelet van een mens bestaat uit 206 botten. 

Botten van mensen zijn stevig doordat ze uit twee stoffen bestaan:
1. Kalk
2. Lijmstof

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Kraakbeen
In je lichaam zit ook kraakbeen.
Dit bestaat uit dezelfde stoffen als bot (kalk en lijmstof), maar dan zit er veel meer lijmstof in.
Daardoor is het veel soepeler. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Op welke plekken in het lichaam bevind zich kraakbeen? Sleep daar de rondjes naar toe. 

Slide 16 - Sleepvraag

Welke stof in bot zorgt ervoor dat het soepel is?
A
Lijmstof
B
Kalk

Slide 17 - Quizvraag

Wie breekt er het snelst een bot?
A
Baby
B
Kleuter
C
Volwassenen
D
Bejaarde

Slide 18 - Quizvraag

Waarom breken oudere/bejaarde sneller een bot?
A
Ze hebben meer kraakbeen
B
Ze hebben meer lijmstof in hun botten
C
Ze hebben meer kalk in hun botten
D
Ze hebben minder kraakbeen

Slide 19 - Quizvraag

Uitleg basisstof 3: Gewrichten
Door gewrichten kan je lichaam soepel bewegen. 
Een gewricht is namelijk een verbinding tussen twee botten. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Vlies om het gewricht. Houdt de botten bij elkaar en maakt gewrichtssmeer.
Bolle uiteinde van één bot
Holle uiteinde van één bot
Hierdoor bewegen de botten soepel.
Hierdoor bewegen de botten soepel & beschermt de botten tegen slijtage.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Een ................... is een verbinding tussen twee ................. 

Door een gewricht kunnen botten makkelijk .......................
Gewricht
Botten
bewegen

Slide 27 - Sleepvraag

Gewrichtskom
Gewrichtskogel
Kraakbeen
Gewrichtssmeer
Gewrichtskapsel

Slide 28 - Sleepvraag

Uitleg basisstof 4 Spieren
Spieren zorgen ervoor dat je lichaam kan bewegen, maar er zijn nog meer soorten spieren!

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Als een spier zich aanspant, dan wordt die
A
lang en dik
B
kort en dik
C
lang en dun
D
kort en dun

Slide 34 - Quizvraag

Waarmee zit een spier vast aan een bot?
A
Gewoon met de spier zelf
B
Met kraakbeen
C
Met lijmstof
D
Met een pees

Slide 35 - Quizvraag

Hoe heten alle spieren in je lichaam samen?

Slide 36 - Open vraag

Uitleg basisstof 6 Houding
Bewegen is belangrijk, maar dan moet je wel goed bewegen!

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Alleen maar stilzitten (ook al heb je een goede houding) is niet goed voor je lichaam. 
Regelmatig bewegen is belangrijk! Zo krijg je een goede conditie
Dat betekent dat je gemakkelijk lang of snel kunt bewegen. 
Ook heb je dan minder kant op een blessure!

Slide 39 - Tekstslide

Heb jij een goede houding nu je thuis aan het werk bent voor school?

Slide 40 - Open vraag

Goede houding
Slechte houding
Slechte houding

Slide 41 - Sleepvraag