WEBB 2.1 t/m 2.6

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2023-2024
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2023-2024

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les
  • Kun je de i/a ratio berekenen
  • Kun je uitleggen welke gevolgen een verandering van de i/a ratio heeft voor de belastingen en de premies en voor de hoogte van de uitkeringen

Slide 3 - Tekstslide

Arbeidsparticipatie 
  • Arbeid
  • moeite, inspanning van geestelijke of lichamelijke aard; = beroepsbezigheid: aan de arbeid gaan

  • Participatie
  • het hebben van aandeel in iets; = deelname

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Vergrijzing
Vergrijzing: het aandeel ouderen in de totale bevolking neemt toe en de gemiddelde leeftijd van de bevolking stijgt.


Om de uitkeringen voor die AOW’ers te kunnen blijven betalen, heeft de overheid besloten de AOW-leeftijd te verhogen.


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Link

Inactieven / actieven

Inactieven zijn mensen zonder betaald werk die een uitkering ontvangen, bijvoorbeeld omdat ze arbeidsongeschikt, werkloos of boven de pensioenleeftijd (AOW’ers) zijn.

 De actieven verdienen ook het inkomen voor de inactieven.
Op deze manier zorgt de overheid voor herverdeling van de inkomens.


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Door vergrijzing
--> Meer inactieven dan actieven

  • Of de uitkeringen omlaag (inactieven)
  • Of belastingen en premies omhoog (actieven)

Slide 12 - Tekstslide

I/A ratio
De i/a-ratio geeft de verhouding weer tussen het aantal uitkeringsgerechtigden (inactieven) en de werkenden (actieven) die de uitkering moeten betalen .

Bij een omslagstelsel moeten de actieven betalen voor de inactieven. Wanneer er per werkende steeds meer inactieven komen, moet elke werknemer steeds meer premie betalen. Dat kan uiteindelijk onbetaalbaar worden.
Om deze verhouding tussen betalers en ontvangers te bestuderen gebruiken we de i/a-ratio.

Slide 13 - Tekstslide

i/a ratio

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld
i/a ratio = 70

Dit betekent dat er 70 inactieven op de 100 actieven zijn

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Maken 2.1 t/m 2.6
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!


Slide 16 - Tekstslide

Wat gebeurt er met de i/a-ratio als de arbeidsproductiviteit verdubbelt?
A
De i/a-ratio stijgt
B
De i/a-ratio daalt
C
De i/a-ratio verandert niet

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer neemt de participatiegraad toe? (meerdere antwoorden goed)
A
Wanneer mensen meer deeltijd kunnen werken
B
Wanneer de pensioenleeftijd wordt verhoogd
C
Wanneer jongeren langer door studeren
D
Wanneer de pensioenleeftijd omlaag gaat

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Door vergrijzing
--> Meer inactieven dan actieven

  • Of de uitkeringen omlaag (inactieven)
  • Of belastingen en premies omhoog (actieven)

Slide 21 - Tekstslide

De overheid wil het probleem van de stijging i/a ratio oplossen
Het verhogen van de arbeidsparticipatie

  • AOW gerechtigde leeftijd verhogen
  • Verlagen van de hoogte van de uitkeringen 
  • Verbeteren van de kinderopvang

Slide 22 - Tekstslide

De overheid wil het probleem van de stijging i/a ratio oplossen
Het vergroten van de productie per werkende

  • De actieven meer uren per jaar laten werken --> productie wordt hoger
  • Arbeidsproductiviteit per uur verhogen

Slide 23 - Tekstslide

Hoe zou de arbeidsproductiviteit per werknemer verhoogd kunnen worden?

Slide 24 - Open vraag

Verhogen arbeidsproductiviteit
  • Gebruik maken van machines, computers etc (technologische ontwikkeling)
  • Scholing
  • Specialisatie 
  • Prestatiebeloning

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag
Maken t/m 2.11
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!
Tot 5 minuten voor tijd

Slide 26 - Tekstslide

Noem 2 maatregelen om de arbeidsparticipatie te verhogen

Slide 27 - Open vraag