Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Starttaal vooraf thema 8 hoofdstuk 1: woordenschat
Starttaal vooraf thema 8
Hoofdstuk 1: woordenschat
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Starttaal vooraf thema 8
Hoofdstuk 1: woordenschat
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
Ik ken de betekenis van de themawoorden over werk.
Slide 2 - Tekstslide
Waar denk je aan bij het woord werken?
Slide 3 - Woordweb
Een ander woord voor salaris is?
A
fulltime
B
loon
C
parttime
D
de vacature
Slide 4 - Quizvraag
Maak een zin met het woord volgende woord erin: salaris
Slide 5 - Open vraag
Zoek een plaatje op internet van een CV.
Slide 6 - Open vraag
Wat staat er in een cv?
meerdere antwoorden kunnen goed zijn
A
persoonlijke gegevens
B
opleidingen
C
je salaris
D
jouw werkervaring
Slide 7 - Quizvraag
Zoek op internet een plaatje van een vacature
Slide 8 - Open vraag
Maak een zin met het volgende woord erin: de vacature
Slide 9 - Open vraag
Wat betekent het woord: werkgever
A
iemand die voor een persoon of bedrijf werkt
B
De persoon of het bedrijf voor wie één of meerder mensen werken
Slide 10 - Quizvraag
Bij welke werkgever hier uit de buurt zou jij kunnen werken?
Slide 11 - Woordweb
Wat is de betekenis van solliciteren?
A
Proberen een baan te krijgen, bijvoorbeeld door een brief te schrijven
B
Het geld dat je verdiend met werken.
C
Een bedrijf dat jou als werknemer helpt om een passende baan te vinden
Slide 12 - Quizvraag
Maak een zin met het woord solliciteren erin.
Slide 13 - Open vraag
fulltime
parttime
Slide 14 - Sleepvraag
Wat is de betekenis van uitzendbureau
A
Officieel document met daarin afspraken over je werk.
B
Een bedrijf dat jou als werknemer helpt om een passende baan te vinden.
Slide 15 - Quizvraag
Maak een zin met het woord fulltime erin.
Slide 16 - Open vraag
Wat is de betekenis van het woord arbeidscontract
A
Officieel document met daarin afspraken over je werk.
B
Iemand die voor een persoon of bedrijf werkt.
Slide 17 - Quizvraag
Welke afspraken staan in het arbeidscontract? Schrijf er 2 op.
Slide 18 - Woordweb
Wat is de betekenis van het woord werknemer?
A
De persoon of het bedrijf voor wie één of meer mensen werken.
B
Iemand die voor een persoon of bedrijf werkt.
Slide 19 - Quizvraag
Solliciteren
salaris
vacature
Slide 20 - Sleepvraag
Ik ga een goed cijfer halen voor mijn SO
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 21 - Poll
Meer lessen zoals deze
Leerjaar 2 Nederlands Op weg naar 1F H6 moeilijke woorden les 3
August 2022
- Les met
32 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
thema 6 - H1 - moeilijke woorden les 1
February 2023
- Les met
32 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Solliciteren
November 2024
- Les met
47 slides
LOB
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Leerjaar 2 Nederlands Op weg naar 1F H6 moeilijke woorden les 3
August 2022
- Les met
17 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Starttaal vooraf - thema 1 - startles
September 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
thema 6 - H1 - moeilijke woorden les 2
September 2023
- Les met
42 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Starttaal vooraf - thema 1 - woordenschat 1
September 2024
- Les met
25 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Nu NL MIX 1.2 Solliciteren & woordenschat
August 2024
- Les met
36 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1