2.2 Geslachtelijke voortplanting les 2

1 / 22
volgende
Slide 1: Video
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

2.2 Geslachtelijke voortplanting
Lees de tekst van blz. 101 en 102, maak voor jezelf een samenvatting van deze tekst en beantwoord daarna de vragen op de volgende dia.
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Verwerking
Pak je schrift en beantwoord de volgende vragen:
1. Waardoor verandert het aantal chromosomen van een organisme niet door geslachtelijke voortplanting?
2. Waarom wordt meiose ook wel de reductiedeling genoemd?
3. Wat gebeurd er met de chromosomen tijdens Meiose 1? 

timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

eerst vindt dna replicatie plaats

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Voortplanting plant

Een zaadplant kan zich ook geslachtelijk voortplanten. Je hebt hier een bloem voor nodig.


Slide 8 - Tekstslide

Voortplanting plant
Eicel en stuifmeelkorrel zijn beide haploïd (n).
Samen krijg je weer een diploïde cel (2n).
Zaden die hieruit ontstaan zijn genetisch dus niet gelijk aan de ''ouders''.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Geen bestuiving, zelfbestuiving of kruisbestuiving?

Slide 12 - Tekstslide

Voortplantingsstelsel vrouw

Slide 13 - Tekstslide

Vrouw
Voortplantingsstelsel vrouw
  • In de eierstokken liggen (onrijpe) eicellen, ze zitten in het beginstadium van meiose I.
  • Een eicel rijpt in een follikel in de eierstok. Na twee weken is de eicel rijp (meiose I is klaar), en komt de eicel in de eileider => ovulatie.
  • De eileider vervoert eicellen naar de baarmoeder.
Een meisje is vruchtbaar als eicellen gaan rijpen (menstruatie).

Slide 14 - Tekstslide

Eicellen 
  • Ontstaan in ovaria (eierstokken): oögenese
  • Pre-eicellen allemaal aanwezig bij geboorte
  • Rijpen in een blaasje (follikel)
  • Delingen niet zoals bij spermatogenese -> eicel + poollichaampje


Slide 15 - Tekstslide

Zaadcellen
Spermatogenese in de testes

Zaad-moedercellen (spermatogonia) -> zaadcellen (spermatozoa)

Opslag in bijballen



Slide 16 - Tekstslide

Oögenese en spermatogenese

Slide 17 - Tekstslide

bevruchting
Als de kern van een zaadcel samensmelt met de kern van een eicel dan is dat een bevruchting.

De bevruchting vindt in de eileider plaats. 


 

Slide 18 - Tekstslide

De bevruchting vindt plaats in...
A
de vagina
B
de baarmoeder
C
de eileider
D
de eierstok

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van geslachtelijke voortplanting bij planten?
A
Klisters
B
Wortelstokken
C
Bestuiving
D
Uitlopers

Slide 20 - Quizvraag

Wanneer noemen we een cel haploïd?
A
Als de cel geen celkern heeft, zoals een bacterie.
B
Als een cel van elk type chromosoom er twee heeft: één paar.
C
Als de cel zich in een eierstok of testikel bevindt.
D
Als een cel van elk type één chromosoom heeft: de helft van een paar.

Slide 21 - Quizvraag

Bij welk type voortplanting ontstaat altijd een nieuw genotype?
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 22 - Quizvraag