4.3 Nederland in 1848

Deze les:
  1.  Aanwezigheidscheck
  2. Uitleg opdracht 2 van je PO>>>Column schrijven
  3. Afspraken maken over het inleveren van de PO
  4. Uitleg over Par. 4.3 Nederland in 1848
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
geschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Deze les:
  1.  Aanwezigheidscheck
  2. Uitleg opdracht 2 van je PO>>>Column schrijven
  3. Afspraken maken over het inleveren van de PO
  4. Uitleg over Par. 4.3 Nederland in 1848

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 2 PO Schrijven column
De Grondwet van 1848 staat in de Canon van Nederland
>>1 van de belangrijkste gebeurtenissen in de Nederlandse geschiedenis.

Bekijk de website: https://www.entoen.nu/nl/grondwet 
Lees de inleidende tekst en bekijk de canonclip voortgezet onderwijs (filmpje)

Slide 2 - Tekstslide

Standpunt innemen!!!
Een column is een korte tekst waarin de schrijver grappig en/of uitdagend zijn mening geeft.

 
In je column neem je het standpunt in dat het onzin is dat het opstellen van de Grondwet in 1848 is opgenomen in de canon van de Nederlandse geschiedenis.

Slide 3 - Tekstslide

Bij het schrijven:
1. Je column heeft een begin, midden en een eind
4. Schrijf in korte zinnen
5. Laat het verhaal uit je hart komen: gebruik humor, actuele feiten en overdrijf een beetje
6. Bedenk een passende én pakkende titel voor je column
7. Zorg ervoor dat de tekst in correct Nederlands geschreven is en uit maximaal 600 woorden bestaat

Slide 4 - Tekstslide

Bij het nakijken let ik op:
• de inhoud van de column is gelijk duidelijk.
• de column bevat geen fouten.
• de column bevat feiten.
• de column bevat humor en je persoonlijke mening.
• de column heeft een passende titel.
• de column is goed opgebouwd of een kop en een staart.

Slide 5 - Tekstslide

Nederland in 1848
paragraaf 4.3

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
  • 1813 Napoleon verslagen bij Waterloo

  • Zoon van prins Willem V wordt koning Willem I

  • Verenigd Koninkrijk der Nederlanden: Nederland, België en Luxemburg

Slide 8 - Tekstslide

1815 - 1840: 
Koning Willem I
  • Bepaald toch alles zelf. Is staatshoofd en regeringsleider.
  • Kan regering en kabinet ontslaan.
  • beslist alleen over het leger, buitenland en de schatkist
1830: Belgie wordt een apart land

Slide 9 - Tekstslide

1815: Een constitutionele monarchie met censuskiesrecht
Beperkt kiesrecht dat alleen geldt voor mensen die een bepaalde hoeveelheid belasting betalen.

Een koninkrijk met een grondwet.

Slide 10 - Tekstslide

Conservatieven
Conservatieven wilden zo weinig mogelijk veranderen, alles moest zo blijven als het was.
Conserveblik>
conserveren>
bewaren>
hetzelfde houden

Slide 11 - Tekstslide

Liberalen
  • Rijke burgers, hoge opleiding
  • Grondrechten
  • Inspraak in bestuur

Slide 12 - Tekstslide

liberalen >< conservatieven

Conservatieven

  • adel
  • behoudingsgezind


Liberalen

  • rijke en goed opgeleide mensen
  • oneerlijk: belastingen, geen inspraak
  • meebeslissen !



1844

Slide 13 - Tekstslide

1840-1848: 
Koning Willem II
  • Conservatief: geen ruimte voor veranderingen

  • Regeert, min of meer, als absolute vorst

  • Moet niets weten van democratie

Slide 14 - Tekstslide

Revolutiejaar 1848

  • Groepen in opstand die vrijheid en democratie willen

Slide 15 - Tekstslide

Paniek bij de vorsten in heel Europa!



Ook in Den Haag...
...koning Willem II is bang voor een revolutie en vraagt Thorbecke een nieuwe grondwet te schrijven

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een democratie?

Slide 17 - Open vraag

Na de verschillende revoluties:
Burgers hebben gestreden voor een Grondwet.

Vrijheid en gelijkheid

Slide 18 - Tekstslide

Thorbecke
  • Koning raakt macht kwijt
  • Parlement controleert de koning en zijn regering.
  • Wetten door het parlement goed gekeurd
  • Burgers kozen de Tweede Kamer
  • Eerst mochten alleen rijke mannen kiezen(censuskiesrecht)

Slide 19 - Tekstslide


Nieuwe Grondwet
1848

Slide 20 - Tekstslide

Nederland werd een  parlementaire democratie  / constitionele monarchie
Een democratie waarin niet de koning, maar een gekozen parlement de hoogste macht heeft.
De koning moet zich net als het volk aan de grondwet houden.

Slide 21 - Tekstslide

In de grondwet staan:

A
de grondrechten van alle inwoners
B
regels en wetten voor het verkeer
C
regels en wetten voor het milieu

Slide 22 - Quizvraag

Hoe heet de eerste Nederlandse koning?

Slide 23 - Open vraag

Koninkrijk met een grondwet is:
A
Parlementaire democratie
B
Constitutionele monarchie

Slide 24 - Quizvraag

Welke 2 politieke groeperingen waren er in de 19e eeuw?
A
protestanten en katholieken
B
conservatieven en liberalen
C
conservatieven en socialisten
D
protestanten en liberalen

Slide 25 - Quizvraag

Liberalen vonden dat de overheid zich voornamelijk moest bezighouden met
A
de armoede en gezondheid van burgers
B
infrastructuur en onderwijs
C
klimaat en milieu
D
toerisme en cultuur

Slide 26 - Quizvraag

Liberalen willen vooral.....
A
Weinig overheidsbemoeienis
B
Gelijkheid
C
Geen vrijheid
D
Politiek met de bijbel

Slide 27 - Quizvraag

Conservatieven past het beste bij...
A
Oude adel
B
Arbeiders
C
Vrouwen
D
Politici

Slide 28 - Quizvraag

Welke politieke stroming had in de eerste jaren na 1848 het overwicht?
A
de conservatieven
B
de liberalen
C
de confessionelen
D
de socialisten

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide



De belangrijkste regels die in Nederland gelden zijn in  
    een wetboek opgeschreven. Dit noem je wetten. 
 
De belangrijkste regels staan in de Grondwet > grondrechten 

Slide 31 - Tekstslide

Rechten in een democratie
  • Je mag stemmen als je 18 bent.
  • Je hebt vrijheid van meningsuiting.
  • Je mag je eigen godsdienst kiezen
  • politie en leger houden zich aan de regels
  • Er zijn verkiezingen

Slide 32 - Tekstslide

0

Slide 33 - Video

Kapitalisme:
Economisch systeem>winst maken

Slide 34 - Tekstslide

In het volgende filmpje....
Wordt nog eens uitgelegd wat Liberalisme is

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Link

In het volgende filmpje....
Wordt nog eens uitgelegd wat er veranderde met de nieuwe grondwet van 1848

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Link

In het volgende filmpje....
Wordt nog eens uitgelegd hoe Nederland steeds democratischer werd.

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video