Les 1 - introductie sociale zekerheidsrecht

Les 1 - introductie sociale zekerheidsrecht
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 1 - introductie sociale zekerheidsrecht

Slide 1 - Tekstslide

Introductie
Wat gaan we in OP3 doen?
  • Wat is SZ?
  • Volksverzekeringen
  • Werknemersverzekeringen

Wat gaan we in OP4 doen?
  • Sociale voorzieningen
  • Sociale kaart & rechtshulp


Slide 2 - Tekstslide

Benodigdheden
  • Kleine Gids editie 2024.2 voor de Nederlandse sociale zekerheid
  • Boek
  • Laptop
  • Markeerstift
  • Gekleurde stickers

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste voor dit vak om je examen straks met een voldoende af te ronden naast meedoen tijdens de les?
A
De kleine gids
B
De kleine gids
C
De kleine gids
D
De kleine gids

Slide 4 - Quizvraag

Waar denk je aan bij sociaal zekerheidsrecht?

Slide 5 - Woordweb

Van belang
Waar hebben we het nou over als we het hebben over sociaal zekerheidsrecht?

Geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op het verschaffen van bestaanszekerheid.
Dit bestaat o.a. uit de garantie dat mensen altijd een minimum inkomen hebben.

Slide 6 - Tekstslide

Wat vinden we van dit stelsel?
Afschaffen of omarmen?

Slide 7 - Tekstslide

Geef aan wat je vindt van de volgende stelling:
De WW-uitkering moet worden afgeschaft. De staat moet je als je werkloos wordt, niet financieel helpen dat moet jezelf doen.

Slide 8 - Open vraag

Geef aan wat je vindt van de volgende stelling:
De kinderopvangtoeslag moet worden afgeschaft en in de plaats moet er voor iedereen gratis kinderopvang komen.

Slide 9 - Open vraag

Geef aan wat je vindt van de volgende stelling:
De AOW-uitkering kan ook worden afgeschaft!
Je moet maar zelf voor je pensioen zorgen door te sparen.

Slide 10 - Open vraag

Hoe komen we nu aan dit stelsel?
  • Het begon met de nachtwakersstaat in de 19e eeuw waarin de overheid nog alleen zorgde voor het handhaven van de (openbare) orde.
  • Met de verzorgingsstaat die daarna kwam halverwege de 20e eeuw, zorgt de overheid voor iedereen die niet voor zichzelf kan zorgen en daarom recht heeft op een bestaansminimum.
  • De participatiestaat vanaf 2015 wil dat de mensen meer deelnemen aan de maatschappij en zorgen voor elkaar, waarbij zelfredzaamheid van de mens voorop staat.

Slide 11 - Tekstslide

Vervolg
Het sociaal zekerheidsstelsel is dus bedoeld om personen of gezinnen, die vanwege bepaalde omstandigheden in problemen komen:
  1. Financieel te helpen (bijvoorbeeld bijstandsuitkering)
  2. Zorg te bieden en begeleiding (bijvoorbeeld WMO)

Sociale zekerheid in Nederland is gebaseerd op solidariteit en samenhorigheid: er wordt collectief gezorgd voor alle Nederlanders. Mensen met een hoog inkomen dragen meer bij aan het stelsel dan mensen met een laag inkomen.

Slide 12 - Tekstslide

Geef aan wat het verschil is tussen de nachtwakerstaat en de verzorgingsstaat?

Slide 13 - Open vraag

Wat is het nadeel van de verzorgingsstaat?

Slide 14 - Open vraag

Wat is de chronologische volgorde van ons sociaal zekerheidsstelsel?
A
Participatiestaat nachtwakerstaat verzorgingsstaat
B
Verzorgingsstaat participatiestaat nachtwakerstaat
C
Nachtwakerstaat participatiestaat verzorgingsstaat
D
Nachtwakerstaat verzorgingsstaat participatiestaat

Slide 15 - Quizvraag

Welk rechtsgebied?
  1. Onder welk rechtsgebied valt het sociaal zekerheidsrecht eigenlijk?
  2. Valt het onder het privaatrecht of het publiekrecht?
  3. Is het bestuursrecht, strafrecht, vermogensrecht?

Slide 16 - Tekstslide

Valt het sociaal zekerheidsrecht nu onder het privaatrecht of het publiekrecht? Licht dit toe.

Slide 17 - Open vraag

Het publiekrecht kun je onderverdelen in 3 rechtsgebieden. Onder welk van de 3 valt het sociaal zekerheidsrecht?
A
Strafrecht
B
Bestuursrecht
C
Staatsrecht

Slide 18 - Quizvraag

Hoe ziet het sociaal zekerheidsstelsel in elkaar?
Het sociaal zekerheidsstelsel is te verdelen in:
  1. Sociale verzekeringen
  2. Sociale voorzieningen
Sociale verzekeringen zijn zelf weer op te delen in:
  1. Volksverzekeringen
  2. Werknemersverzekeringen

Slide 19 - Tekstslide

Sociale verzekeringen
  • Volksverzekeringen gelden voor iedere ingezetene en kun je herkennen aan de beginletter A
  • Werknemersverzekeringen zijn niet voor iedere ingezetene, want alleen voor degenen met werk in loondienst

Slide 20 - Tekstslide

Sociale voorzieningen
  • Zijn een vangnet en komen dus pas aan bod als je geen (volledig) beroep kunt doen op een sociale verzekering
  • Hiermee wordt een bestaansminimum enn/of verzorgingsmogelijkheid gegarandeerd

Slide 21 - Tekstslide

Noem nu enkele werknemersverzekeringen?

Slide 22 - Open vraag

Noem nu enkele volksverzekeringen?

Slide 23 - Open vraag

Noem nu ook enkele sociale voorzieningen?

Slide 24 - Open vraag

Stelsel

Slide 25 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?
  1. Waar komt het sociaal zekerheidsstelsel vandaan
  2. Onder welk rechtsgebied valt het
  3. Hoe is het sociaal zekerheidsstelsel onder te verdelen
  4. Wat valt nu onder de volksverzekering respectievelijk de werknemersverzekering en de sociale voorzieningen
  5. Gebruik altijd je Kleine Gids!

Slide 26 - Tekstslide