Nova H5.4 Versterkt broeikaseffect

5.4 Versterkt broeikaseffect
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.4 Versterkt broeikaseffect

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Voorstellen
Regels
Uitleg chemisch rekenen
Uitleg broeikaseffect
Aan het werk

Slide 2 - Tekstslide

Voorstellen
Meneer Beck
Nask/scheikunde docent
2e jaar

Slide 3 - Tekstslide

Nu jullie
Zeg je naam.
Ik begin links voor.

Slide 4 - Tekstslide

Kruisjessysteem
Moet ik je waarschuwen schrijf ik je naam op het bord
Krijg je nog een waarschuwing dan krijg je kruisje
Als je goed werkt voor de volgende 15 minuten haal ik het weg.
Bij nog een wss krijg je nog een kruisje
Bij 2 kruisjes moet je gele kaart halen.

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt 3 broeikasgassen benoemen.
  • Je kunt uitleggen waardoor er een versterkt broeikaseffect ontstaat
  • Je kunt effecten van het broeikaseffect noemen
  • Je kunt acties benoemen om het versterkte broeikaseffect te verkleinen

Slide 6 - Tekstslide

Benzine verbranden


Als je wilt uitrekenen hoeveel CO2 er uitgestoten wordt kan je dat berekenen. De benzine bestaat voornamelijk uit C8H18.

Slide 7 - Tekstslide

Benzine verbranden
Eerst moet je de reactie vergelijking weten. 

Slide 8 - Tekstslide

Benzine verbranden
Eerst moet je de reactie vergelijking weten. 

Slide 9 - Tekstslide

Benzine verbranden
Eerst moet je de reactie vergelijking weten. 

Nu kan de massaverhouding met atomaire massa worden uitgerekend.

Slide 10 - Tekstslide

Benzine verbranden
2 C8H18 = 228 u
16 CO2 = 704 u 
Nu kan er met de verhoudingstabel uitgerekend worden hoeveel CO2 er ontstaat.

Slide 11 - Tekstslide

Benzine verbranden

Slide 12 - Tekstslide

Versterkt broeikaseffect
De warmte (infrarode straling) die de zon afgeeft wordt door de dampkring geabsorbeerd.
Zodra deze het oppervlak van de dampkring bereikt zal het teruggekaatst worden.
Dit zorgt voor aangename temperatuur. Maar deze aangename temperatuur kan ook worden verhoogd.

CO2 is een van deze broeikasgassen. 
De concentratie van dit gas is met 46% verhoogd.

Slide 13 - Tekstslide

Versterkt broeikaseffect
Doordat de concentratie zo verhoogd is wordt er ook meer warmte vastgehouden door de dampkring.
CO2 komt van fossiele brandstoffen die verbrand worden. Voorbeelden hiervan zijn aardgas, aardolie en steenkool.

Slide 14 - Tekstslide

Versterkt broeikaseffect
Er zijn meer broeikasgassen die dit veroorzaken. Zo heb je methaan (CH4) en lachgas (N2O). 

CH4 komt onderandere door koeien die scheten laten.

N2O komt vooral vrij als afvalproduct in chemische industrie.

Slide 15 - Tekstslide

Gevolgen van het broeikaseffect
Gevolgen zijn lastig om precies te voorspellen.
De laatste jaren zijn zomers steeds droger doordat er veel water verdampt en er weinig regen valt door toenemende temperatuur.
Maar er smelt ook meer ijs op de noordpool. IJs is wit en weerkaatst veel straling van de zon waardoor temperatuur niet toeneemt.
Bij hogere temperatuur zal het ijs smelten waardoor deze straling beter zal worden opgenomen. Hierdoor wordt het nog warmer.
Doordat deze effecten elkaar versterken zijn de verandering steeds groter. 

Slide 16 - Tekstslide

Zeespiegel stijging
Warm water zet ook meer uit dan koud water. Dit zorgt voor een langzame stijging van de zeespiegel. 
Een ander gevolg is dat orkanen sterker zijn boven warm water dan koud. Stormen in Nederland worden ook sterker en daardoor zal meer overstromingen kunnen ontstaan.
Wetenschappers voorspellen dat er miljoenen mensen wereldwijd aan het einde van deze eeuw nieuwe woonplaatsen moeten zoeken vanwege het klimaat.

Slide 17 - Tekstslide

maatregelen tegen broeikaseffect
Doordat bij verwarmen van huizen aardgas gebruikt wordt, zal de temperatuur in huis verlagen met een graad helpen tegen het broeikaseffect. Daarnaast kun je je huis isoleren dat er minder aardgas verspilt wordt.
Een andere oplossing in verband met warmte is het gebruiken van warmtepomp die warmte uit de buitenlucht pakt en naar binnen transporteert.

Slide 18 - Tekstslide

maatregelen tegen broeikaseffect
Van de elektriciteit die in Nederland wordt opgewekt is 79% uit fossiele brandstoffen die worden verbrand. Uiteindelijk zal je met minder elektriciteit verbruiken ook minder CO2 uitstoten.

Maar ook vermindering van veeteelt helpt. Dit omdat er  dan ook minder methaan in de atmosfeer gebracht wordt.

Slide 19 - Tekstslide

maatregelen tegen broeikaseffect
Daarnaast zijn vliegtuigen een grote producent van CO2. Hiervan kan je een jaar lang je huis verwarmen en elektriciteit gebruiken. Een treinreis is al veel beter voor het verminderen van CO2 productie. Op korte afstanden is lopen en fietsen gunstiger dan de auto pakken.

Daarnaast kunnen er meer producten hergebruikt worden waardoor er niet bij de productie van voorwerpen ook allemaal broeikasgassen opnieuw ontstaan.

Slide 20 - Tekstslide

Aan het werk
opgave 1-6 van paragraaf 4
Je mag overleggen
Klaar? probeer opgave 7-11.
Ik loop rond voor hulp. Je kunt ook je boek gebruiken of andere vragen.
Tijd: 10 minuten

Slide 21 - Tekstslide

Welke van deze 3 gassen is geen broeikasgas?
A
Koolstofdioxide
B
lachgas
C
stikstof
D
methaan

Slide 22 - Quizvraag

Hoe ontstaat het versterkte broeikaseffect

Slide 23 - Open vraag

Wat is geen effect van het broeikaseffect
A
Er ontstaan meer orkanen
B
ontstaan meer overstromingen
C
smelten van ijskappen
D
Zomers worden droger

Slide 24 - Quizvraag

Wat kun je doen om broeikaseffect te verminderen?

Slide 25 - Open vraag